Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) bezoekt de Radboud Universiteit. Ze bezoekt de docentenacademie, de tutoren van de bètafaculteit en eet mee met de Senaat van hoogleraren. Drie groepen, die de minister een boodschap mee willen geven.

Eduard Claassen, studieadviseur bij biologie, was jarenlang biologiedocent aan het Stedelijk Gymnasium en tien jaar tutor van eerstejaars biologiestudenten aan de RU:
‘Er is de afgelopen jaren veel gedaan om de overgang van middelbare school naar universiteit beter te laten lopen. Maar het is een taai onderwerp, is mijn ervaring. De stap naar de universiteit is voor veel scholieren nog steeds buitengewoon groot. Discipline en studievaardigheid is bij veel achttienjarigen nog niet helemaal ontwikkeld. Maar je mag als student niet falen, een herkansing wordt al snel te duur.
Ik vind dat de overheid moet inbouwen dat studenten een foute studiekeuze maken. Er zijn honderden bacheloropleidingen in Nederland. Hoe moet je daar als student nou meteen de juiste uit kiezen? Dat is de boodschap die ik de minister wil meegeven: houd rekening met dat soort strubbelingen in het eerste jaar. We doen altijd wel alsof eerstejaars volwassen zijn, maar ze zijn het pas net hé. Die jongens gaan ’s middags gewoon voetballen hoor. Zijn we alweer vergeten hoe het zit met die frontaalkwab? Dat die pas is volgroeid als ze 25 zijn?’

Griet Coupé, opleider en beleidsmedewerker Docentenacademie:
‘Ik wil de minister duidelijk maken dat ze niet alleen aandacht moet hebben voor hoe docenten presteren in de klas, of ze bijvoorbeeld orde kunnen houden, maar ook voor de persoonlijke ontwikkeling van de docent. Wij merken dat de focus nu vooral ligt op didactische kennis en vaardigheden. Terwijl: een gebrek daaraan is niet de reden waarom zoveel jonge docenten afhaken. Wil je de goede docenten binnenboord houden dan moet je ook focussen op hun persoonlijke ontwikkeling als docent.
Wij zijn met de middelbare scholen in de regio een driejarig traject aan het opzetten voor beginnende docenten, met coaching, workshops en intervisie. We willen docenten op die manier handvaten geven om zich goed te ontwikkelingen binnen de eerste jaren. In de praktijk blijken juist die jaren cruciaal voor hun verdere loopbaan.’

Esther-Mirjam Sent, lid van de Senaat van hoogleraren en vanavond gespreksleider:
‘De minister is gevraagd te komen spreken over de toekomst van het hoger onderwijs. Ze zal ingaan op de manier waarop universiteiten de nieuwe generatie studenten op de toekomst kunnen voorbereiden, op de individuele profilering van Nederlandse universiteiten, en de rol van MOOCs.
Ik kan me voorstellen dat het tweede punt tot een flinke discussie kan leiden. Iedere universiteit moet concurreren en wil bovengemiddeld zijn. Maar is dit wel op de meest efficiënte manier geregeld, worden universiteiten voldoende gesteund?
Zelf zal ik me weinig in die discussie mengen, ik heb vanavond een faciliterende rol.’ / Martine Zuidweg & Mark Merks