Drie bezwaren bij 100 extra vrouwelijke hoogleraren

11 jan 2017

Minister Bussemaker maakt vijf miljoen euro vrij om nog dit jaar honderd extra vrouwelijke hoogleraren aan te stellen, beloofde ze vandaag. Dat komt neer op zes of zeven nieuwe hoogleraren in Nijmegen, maar daar zitten wel kanttekeningen aan. Vox verzamelt er drie.

#1 De impuls is slechts tijdelijk
‘Een mooie steun in de rug bij het streven meer vrouwelijke hoogleraren aan te trekken’, reageert Monique Leyenaar, voorzitter van het netwerk vrouwelijke hoogleraren in Nijmegen. ‘Maar wat betekent dit voor de langere termijn?’ Leyenaar wijst erop dat de financiering eenmalig is: na vijf jaar ligt de voortzetting van de leerstoel in handen van de faculteiten. De vraag is of zij daartoe in alle gevallen bereid zijn. ‘Als de financiering stopt, kunnen ook de leerstoelen weer vervallen. Daarom is ons streven om vooral meer vrouwen te werven op de reguliere leerstoelen.’ Voor dat laatste heeft de minister overigens ook al een bedrag beschikbaar gesteld, de vijf miljoen is een extraatje.

#2 Niet elke vrouw wil Westerdijkhoogleraar worden
De nieuwe leerstoelen worden vernoemd naar Johanna Westerdijk, die precies honderd jaar geleden als eerste vrouw in Nederland werd benoemd tot hoogleraar. De minister maakt geld vrij om honderd universitair hoofddocenten (uhd) te promoveren tot prof, voor een periode voor vijf jaar. De vijf miljoen is bedoeld om het verschil in salaris bij te passen, zo’n 10.000 euro per leerstoel per jaar. Dat klinkt mooi, maar een dergelijke positieve actie wordt niet door elke vrouwelijke wetenschapper toegejuicht. Je staat immers wel heel nadrukkelijk te boek als ‘westerdijkprof’, die alleen maar zo ver heeft kunnen komen vanwege haar sekse.

#3 Er valt een gat in de onderzoeksgroep
Tienduizend euro is genoeg om vijf jaar lang het salaris bij te passen, maar let wel: de uhd’er die dankzij dit geld hoogleraar kan worden, laat op haar eigen plek een gat vallen. Het is een beslissing van de faculteiten om deze leemte al dan niet op te vullen. Gebeurt dit niet, dan is de winst aan hoogleraren even hoog als het verlies aan uhd’ers. Wordt de leemte wel ingevuld met nieuwe uhd’ers, dan blijkt dat cadeautjes ook geld kunnen kosten.

De 100 extra hoogleraren zijn onderdeel van de ‘talentenbrief‘ die de minister vandaag heeft gestuurd aan de Tweede Kamer.

3 reacties

  1. Patrick schreef op 12 januari 2017 om 14:07

    En in aanvulling op #2 is het natuurlijk ook niet leuk om als zeer gekwalificeerde man gepasseerd te worden door een iets minder gekwalificeerde vrouw.

  2. Annette Bots schreef op 12 januari 2017 om 15:23

    In reactie op Patrick en het bericht zelf:

    Het is niet leuk voor vrouwen te weten dat ze vanwege hun sekse minder kansen hebben om hoogleraar te worden, ook als ze – meer dan gemiddeld – over de vereiste kwalificaties beschikken. Er zijn nog steeds allerlei mechanismen gaande die op dit punt mannen een voorsprong geven. Het komt ook voor, vanwege de hiervoor bedoelde mechanismen, dat (zeer) hoog gekwalificeerde vrouwen gepasseerd worden door minder gekwalificeerde mannen. Het speelveld is voor mannen en vrouwen niet gelijk (nog steeds niet), al was het maar omdat de spelregels in hoge mate bepaald worden door mannen. Als vrouwen willen meedoen, dan moeten zij zich daaraan maar aanpassen. Zie het praatprogramma van Eva Jinek van gisteravond waar de kwestie van te weinig vrouwelijke hoogleraren ook is besproken n.a.v. het besluit van de minister; daar wordt heel goed en op een genuanceerde manier uit te doeken gedaan welke verborgen mechanismen ervoor zorgen dat vrouwen minder kansen hebben. Naar die mechanismen zijn inmiddels voldoende onderzoeken gedaan en daaruit blijkt dat het in hoofdzaak zeker niet aan de vrouwen zelf ligt en overigens evenmin aan doelbewuste acties van mannen om vrouwen buiten de deur te houden. Het ligt allemaal complexer.

    Voor vrouwen zelf, maar ook de wetenschap is het belangrijk dat er meer vrouwelijke hoogleraren komen. De achterstand van vrouwen (wat betreft het aantal vrouwelijke hoogleraren) in Nederland is groot in vergelijking met veel andere Europese landen. We bungelen ergens onderaan in het lijstje. Dat is beschamend en niet langer goed te praten. In veel universitaire studierichtingen studeren inmiddels meer vrouwen af. Die tendens is al langer zichtbaar. Daarom is niet vol te houden dat er niet voldoende gekwalificeerde vrouwen zijn (het argument dat heel veel in dit soort discussies kan worden gehoord). Die zijn er in de meeste gevallen wel en ook in voldoende mate.

    Er is nu al langer geprobeerd om meer vrouwelijke hoogleraren te krijgen. Geleidelijkaan stijgt het aantal, maar het gaat te langzaam, tergend langzaam, zeker in Nederland. Op deze wijze duurt het nog decennia voordat we het beoogde resultaat boeken. Zomaar aan de praktijk overlaten werkt niet voldoende. Er zijn extra maatregelen nodig om de barrieres te doorbreken, vrouwen als hoogleraar meer zichtbaar te maken, om hen meer vertrouwen te geven dat ze het ook kunnen, en als rolmodel voor studentes,
    dat laatste is ook niet onbelangrijk).

    Het argument van meer gekwalificeerde man en minder gekwalificeerde vrouw
    (ook vaak te horen) veronderstelt dat in de meeste gevallen de vrouwen minder en de mannen meer gekwalificeerd zijn en dat dus de wetenschap door maatregelen als die welke de minister nu wil nemen wordt geschaad. Op den duur kwaliteitsverlies. Het veronderstelt – onderhuids – dat vrouwen uiteindelijk toch niet in staat zijn tot hoogwaardige prestaties, of althans minder dan mannen. Laten we ophouden met argumenten als ‘een hoog gekwalificeerde man die wordt gepasseerd door een minder gekwalificeerde vrouw”. Het gaat erom dat het speelveld gelijk wordt.

    Daarom juich ik de aankondigde maatregelen toe, ook al zijn er ook nadelen aan verbonden (zoals de vrouwelijke hoogleraar als ‘excuustruus’). Dat sommige vrouwen het lastig vinden om op zo’n speciale leerstoel benoemd te worden, vanwege de stigmatiserende werking, moeten we dan maar op de koop toe nemen. Het is belangrijk dat nu echt serieuze en effectieve pogingen worden ondernomen om het probleem van te weinig vrouwelijke hoogleraren op te heffen. Misschien moeten we – als tijdelijke maatregel – met quota gaan werken ‘om het schip meer vlot te trekken’.

    Annette.

    • Beau Cox schreef op 31 januari 2017 om 18:38

      “en als rolmodel voor studentes,
      dat laatste is ook niet onbelangrijk).”
      Maak hiervan in plaats van “ook niet onbelangrijk” maar “zeer belangrijk” van. Ik moet heel eerlijk zeggen; ik val in de discussie binnen, ben niet vreselijk goed op de hoogte etc. Maar, intuïtief en op basis van eerdere kennis, denk ik dat het ontzettend belangrijk is dat er meer vrouwelijke hoogleraren komen en zichtbaar worden, om te laten zien “Kijk, het is mogelijk”. Alleen al het simpele feit dat er voornamelijk mannelijke hoogleraren zijn, kan vrouwen onbewust het idee geven dat het niet iets is om naar te streven, dat de kansen te klein zijn. Als je moet kiezen tussen je ambities en bij de ene heerst een mannencultuur en de ander een vrouwen- of gelijkere cultuur, *denk* ik dat dit, bewust of niet, meer meespeelt dan we denken.

      En ja, die vrouwen staan misschien bekend als “hen die verkozen waren op basis van hun geslacht”.
      Laat dan zien dat je het verdient. Wees meer dan het stigma.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!