Drieduizend eerstejaars minder aan Nederlandse universiteiten
Voor het tweede jaar op rij tellen de universiteiten in Nederland minder eerstejaarsstudenten. Er zijn vooral minder vwo’ers van start gegaan. Waarschijnlijk wachten ze op de basisbeurs. Aan de Radboud Universiteit startten slechts zes studenten met de bachelor Duits.
Zestigduizend studenten verschenen dit jaar aan de start van de universitaire bacheloropleidingen, blijkt uit de meest recente tellingen. Dat zijn er drieduizend minder dan vorig jaar en ruim vijfduizend minder dan in het coronapiekjaar 2020.
Het aantal internationale studenten groeit nog steeds, melden de universiteiten, al is de toename minder fors dan voorheen. De daling ligt vooral aan de vwo’ers. Meestal gaat zo’n 70 à 75 procent van hen direct na het eindexamen naar de universiteit. Dit jaar is dat slechts 66,7 procent.
Een deel van de vwo’ers neemt een tussenjaar. Een van de redenen is vermoedelijk dat studenten vanaf september 2023 weer een basisbeurs krijgen en dit jaar nog niet. Een jaar later studeren betekent een jaar langer basisbeurs. Ook na hun bachelor nemen studenten vaker een tussenjaar, is het vermoeden, want de masteropleidingen tellen iets minder inschrijvingen: het zijn er 124 duizend, tegen 128 duizend vorig jaar.
Omgekeerd patroon
Het omgekeerde patroon was acht jaar eerder zichtbaar, omdat de basisbeurs zou verdwijnen in september 2015. Na het eindexamen in schooljaar 2013/14 ging ruim tachtig procent van de vwo’ers direct door naar de universiteit.
Vooral kleine talenstudies blijven het moeilijk hebben. Bij de Radboud Universiteit lijkt de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur weer te groeien, al gaat het nog steeds om kleine aantallen. Maar de opleiding Duitse Taal en Cultuur trekt bijvoorbeeld slechts zes eerstejaarsstudenten. ‘Dat is echt een drama’, zei rector Han van Krieken in een online bijeenkomst voor journalisten. ‘Ik maak me daar grote zorgen over. We zitten hier een paar kilometer van de Duitse grens.’
Voorzitter Geert ten Dam van de Universiteit van Amsterdam bevestigde dat beeld (‘Het loopt geen storm’), maar meent dat de vernieuwing van de opleidingen wel vruchten afwerpt. De Amsterdamse opleiding Duits is geïntegreerd met Europese studies, vertelde ze, waardoor de opleiding voor jongeren aansprekender is geworden. ‘Het gaat over de Duitse taal en cultuur, maar ook over Europese cultuur en de Europese Unie.’
Verschillen tussen sectoren
Alles bij elkaar blijven de universiteiten dit jaar ongeveer even groot als vorig jaar, melden ze. Tegenover de lagere instroom van eerstejaars staan ongeveer evenveel studenten die hun diploma behalen.
‘De verwachting is dat de studentenaantallen weer zullen stijgen’
Tussen de sectoren zijn er wel verschillen. De enige sector die flink groeit, is ‘natuur’, waar bètastudies als biologie, scheikunde, wiskunde en ict onder vallen. Deze opleidingen tellen inmiddels veertigduizend inschrijvingen (inclusief de ouderejaars). Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2011.
Verder doen de sectoroverstijgende studies het goed. Dat zijn gemengde opleidingen, zoals de Amsterdamse bachelor Politics, Psychology, Law & Economics, waar kroonprinses Amalia voor heeft gekozen. De andere sectoren blijven ongeveer gelijk of gaan achteruit. ‘De verwachting is dat de studentenaantallen de komende jaren weer verder zullen stijgen’, zegt voorzitter Pieter Duisenberg van koepelvereniging UNL.
De tellingen zijn nog niet definitief. De officiële cijfers komen rond februari en kunnen door correcties enigszins afwijken van de cijfers die de universiteiten vandaag presenteerden.