Meedoen aan de schrijfwedstrijd? Drie Radboud-auteurs over de zin van schrijven

17 dec 2019

Schrijven als hobby of schrijven als passie. Er zijn allerlei redenen om te schrijven. Voor studenten die graag serieus met een boek aan de slag willen, organiseren de Nederlandse universiteitsbladen een schrijfwedstrijd. De prijs is dat je roman daadwerkelijk wordt uitgegeven. Vox vroeg drie Radboud-auteurs vast naar hun schrijfmotivatie. 'Door te schrijven blijf ik creatief nadenken.'

Julian ten Böhmer (23) volgt een bachelor Nederlandse taal en cultuur. In maart debuteerde hij als fantasy-auteur met De Dinion.

Julian ten Bohmer. Foto: privé-archief

‘De eerste druk van De Dinion, driehonderd exemplaren, kwam eind maart uit. Het is het eerste deel van wat een trilogie moet worden. Ik heb de exemplaren zelf neer mogen leggen bij boekhandel Dekker van de Vegt. Volgens mij zijn ze daar nu uitverkocht, maar dat weet ik niet zeker.
Ik ben aan het boek begonnen toen ik vijftien was. Het was nog veel dikker, maar veel onnodige zaken zijn eruit gehaald. Eerst door mijzelf, daarna door mijn docent Nederlands. Hij gaf het advies bepaalde personages te schrappen. Twee personages heb ik daarom samengevoegd. Ik heb er ook wat stomme grapjes uitgehaald die alleen ikzelf snapte.

In mijn studententijd heb ik De Dinion nog eens herschreven. Het manuscript heb ik vervolgens opgestuurd naar mijn top vijf van uitgeverijen. De meeste zeiden dat ik niet tot de groep schrijvers behoorde die zij graag uitgaven. Maar Zilverbron uit Naaldwijk was heel enthousiast. Ik paste precies bij de uitgeverij. Toch duurde het een jaar voordat ik een reactie kreeg van Zilverbron, en nog een jaar tot ik aan de slag kon met een redacteur. Een boek uitgeven duurt gewoon heel lang. Ik vind dat wel eens vervelend – het liefst wil ik dat ze er nú mee aan het werk gaan. Maar ze hebben ook andere boeken en auteurs, dus het is niet anders. Ik mag al blij zijn dat ik bij een uitgever zit. Deel twee van de trilogie heb ik nu ook af. Mijn redacteur is net begonnen met het eerste hoofdstuk, het duurt nog tot maart volgend jaar voor ze er elke dag mee aan de slag kan. Uiterlijk in oktober wordt het uitgegeven.

Ik ben van mening dat je bepaalde fantasy-boeken best literatuur kunt noemen, als ze maar goed geschreven zijn. Fantasy kan ook inspelen op een actuele kwestie. Zo zet Tolkien zich met zijn Lord of the Rings een beetje af tegen de industrialisering. Door over een verzonnen wereld te schrijven, kun je iets zeggen over de echte.’

Anne Giesen (21) zit in het laatste jaar van de bachelor Algemene Cultuurwetenschappen. In 2018 won ze de schrijfwedstrijd Write Now!

Anne Giesen. Foto: Vera Cornel

‘Ik schrijf veel in de trein. Daar is geen internet, zodat ik niet word afgeleid. Een beetje geroezemoes op de achtergrond – het is een goede plek om je te concentreren. In 2018 won ik de schrijfwedstrijd Write Now! voor jongeren van 16 tot 24 jaar. Mijn winnende verhaal heette Regendagen.
Ik ben altijd aan het lezen, ook voor mijn studie. Schrijven en lezen zijn voor mij dingen die continu doorgaan. Ik zou niet met een van de twee kunnen stoppen om alleen het andere te doen.

Op dit moment schrijf ik veel voor een opleiding aan de Schrijversacademie, die ik met Write Now! gewonnen heb. Twee keer per module, ongeveer eens in de zes weken, heb je een bijeenkomst. De rest is online. Het zijn vooral korte opdrachten, die gericht zijn op verschillende aspecten van het schrijven. Hoe maak je een personage? Hoe bouw je een verhaal op? Deadlines en feedback krijgen is altijd goed.

Soms is het schrijven lastig te combineren met mijn studie, zeker nu ik met mijn scriptie bezig ben. Dat vergt ook tijd en hersencapaciteit. Schrijven is niet een soort hobby die je doet als je ’s avonds moe op de bank valt. In je hoofd ben je er steeds mee bezig. Schrijven is een passie. Als het eruit moet, moet het eruit – al is het maar in een half uurtje op zondagavond.’

Boris van Meurs (25) promoveert op het begrip tijd in tijden van klimaatverandering. In zijn vrije uurtjes schrijft hij.

Boris van Meurs. Foto: Rein Wieringa

‘Normaal schrijf ik vooral filosofie, dat is heel gestructureerd. Bij fictie is juist alles mogelijk. Tot een jaar geleden vormde ik met wat vrienden een club om het schrijven van korte verhalen te oefenen. ‘In den gammelen Buyksnor’ heetten we, die naam had ik bedacht. Iemand koos een onderwerp of een bepaalde uitdaging en dan schreef iedereen daar een verhaal over. Maximaal een pagina lang, dat was de regel. Via de mail gaven we elkaar feedback.

Het waren vooral absurde, grappige verhalen. De naam van de groep verwees naar het idee dat we een soort schrijverskring vormden. Als je meedeed, was je in den gammelen Buyksnor. Het was een soort plek waar je heen kon gaan om met elkaar te schrijven. De club is een zachte dood gestorven. Het was moeilijk iedereen actief te betrekken. Een keer per maand een verhaal schrijven was waarschijnlijk ook net te vaak. Mijn advies aan schrijfgroepjes zou zijn om toch echt samen te komen. Misschien dan maar wat minder vaak, bijvoorbeeld vier keer per jaar. Trek er een avond in een cafeetje voor uit en lees elkaars verhalen daar. Dan voelt het minder als huiswerk.

Het afgelopen jaar heb ik nog een paar korte verhalen geschreven. Eentje ging over een klimaatconferentie waarop niks besloten wordt. Er dromt een massa samen voor de poort, iedereen staat in spanning te wachten. Maar uiteindelijk is iedereen heel erg opgelucht dat er geen knoop is doorgehakt en dan besluiten ze de week daarop weer samen te komen.

Toen ik nog in den gammelen Buyksnor zat, dacht ik er wel eens aan om een verhaal verder uit te werken, maar ik heb nooit iets gepubliceerd. Het is niet goed genoeg. Door te schrijven blijf ik creatief nadenken, maar iets publiceren vind ik niet nodig.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!