Het hebben van een dubbele nationaliteit. In Nederland maken we er een punt van. Ruim 1 miljoen Nederlanders hebben een tweede paspoort. Dat belemmert de integratie, vindt de regering. Rechtssociologe Betty de Hart vindt daarvoor geen aanwijzing.

De PVV zette de discussie over het tweede paspoort deze week weer op de agenda. PvdA-Kamerlid Khadija Arib zou geen Kamervoorzitter kunnen worden omdat ze ook over een Marokkaans paspoort beschikt. Op dat punt staat de PVV alleen. Maar de Tweede Kamer buigt zich binnenkort wel over een wetsvoorstel dat meer mensen verplicht om afstand te nemen van hun buitenlandse nationaliteit. Het idee is dat mensen door hun buitenlandse nationaliteit op te geven beter integreren. Rechtssociologe Betty de Hart bekeek hoe in Nederland en in andere landen naar dubbele nationaliteit wordt gekeken en schreef er een boek over: Een tweede paspoort. De Nederlanders die ze voor haar boek interviewde, blijken vooral te hechten aan een dubbele nationaliteit vanwege relaties met familieleden in het land van herkomst. Ze verwacht niet dat zij die de oude nationaliteit afstaan, beter integreren. ‘De mensen die hier naturaliseren zijn al geïntegreerd. Daarvoor hoeven ze niet ook nog eens afstand van hun oude nationaliteit te doen.’ Uit de vergelijking met de Verenigde Staten en Duitsland blijkt Nederland het meest restrictief: we doen hard ons best om de dubbele nationaliteiten zoveel mogelijk te beperken. De Verenigde Staten houden niet eens bij hoeveel Amerikanen een dubbele nationaliteit hebben. Ze vinden het geen enkel probleem. Als je Amerikaan wordt, mag je je oude nationaliteit gewoon houden. Baby’s die op Amerikaans grondgebied worden geboren, krijgen automatisch de Amerikaanse nationaliteit, al komen beide ouders uit een ver, exotisch oord. In Duitsland is dat ook zo, maar daar moet de jeugd met een dubbele nationaliteit tussen 18 en 23 jaar kiezen: anders verlies je de Duitse nationaliteit./Martine Zuidweg Vanmiddag is de presentatie van het boek ‘Een tweede paspoort’ van Betty de Hart bij Amsterdam University Press.