Een drukke campus is een extra uitdaging voor wie hoogsensitief is
Met de start van het collegejaar lijkt het drukker dan ooit op de campus. Voor studenten die snel overprikkeld raken, is dat een extra opgave. ‘Het is oké om na het eten gewoon naar huis te gaan, in plaats van er een kroegentocht achteraan te plakken.’
‘Ik heb vooral last van geluid’, vertelt Barbora Roldanus, een 23-jarige student Cognitive Neuroscience. ‘Drukke omgevingen, zoals buslijn 10 en luidruchtige plekken op de universiteit probeer ik daarom te mijden. Ik studeer het liefst thuis of ik zoek een rustige plek waar ik met mijn noise cancelling headphones in stilte kan zitten.’
Roldanus kwam er tijdens haar middelbareschooltijd achter dat ze hoogsensitief was, toen ze plots na normale lesdagen oververmoeid thuiskwam. Gesprekken hierover met haar mentor zorgden ervoor dat ze lessen mocht missen, en pauze kon houden in aparte ruimtes.
‘Ergens was dat natuurlijk vervelend. Je mist veel, vooral op sociaal vlak. Maar ik vond het fijn om nu een verklaring te hebben voor hoe ik mij voelde. Ik heb mezelf lang de vraag gesteld waarom ik niet net als de rest hele dagen naar school kon gaan. Zo vermoeiend was dat toch ook weer niet?’
Overprikkeling
‘Overprikkeling’ en ‘het studentenleven’ vormen op het eerste gezicht geen gekke combinatie. Studenten delen hun huis vaak met anderen, volgen op onregelmatige tijden college, ontmoeten veel nieuwe mensen en moeten hun nieuwe stad ontdekken.
Voor mensen die extra gevoelig zijn voor externe prikkels is de start van hun studententijd extra intensief. HSP, of hoogsensitiviteit, komt bij ongeveer één op de vijf mensen voor. Geluid, licht of geur, maar ook aanraking of emoties van jezelf en van anderen komen bij deze groep harder binnen.
‘Hoogsensiviteit is geen aandoening of stoornis, maar een karaktereigenschap’
‘In tegenstelling tot wat sommige mensen denken, is HSP geen aandoening of stoornis, maar een karaktereigenschap’, vertelt Corina Greven, hoogleraar Environmental Sensitivity in Health bij het Radboudumc. ‘Je kan het vergelijken met introvert of extravert zijn. Daar zitten ook gradaties in, net als sensitiviteit. Sommigen zijn meer, en anderen zijn minder sensitief.’
De term verscheen in 1997 voor het eerst in de wetenschappelijke literatuur. ‘Er is sindsdien vooral onderzoek gedaan naar het biologische aspect. Wij hebben daarom recentelijk onderzoek gedaan naar de ervaringen van hoogsensitieve mensen zelf’, vertelt Greven. ‘Daar was nog weinig over bekend. Dat komt ook doordat mensen vaak zelf lang niet door hebben dat ze prikkels anders ervaren dan anderen: je kan immers niet in elkaars hoofd kijken.’
Zelfreflectie
De mensen in het onderzoek van Greven kwamen er vaak pas na hun studententijd achter dat ze hoogsensitief zijn. Zonde, volgens Greven: het had ze misschien een hoop onzekerheid gescheeld als zij hun leven hier eerder op hadden kunnen inrichten.
‘Het is oké om na het eten gewoon naar huis te gaan in plaats van er een kroegentocht achteraan te plakken, hoe sociaal je ook bent. Niet iedereen zal dat begrijpen maar dat is niet erg. Zolang je het zelf maar begrijpt en niet gaat twijfelen of er iets mis is met je.’
Studenten met HSP hebben relatief vaker last van stress, angsten en depressieve klachten. Toch hoopt Greven dat zij niet alleen de negatieve kanten zien van hun bijzondere eigenschap. ‘Hoogsensitieve mensen kunnen ook sneller van de kleine dingen in het leven genieten. Verder kunnen ze zich goed in iemand anders verplaatsen en hebben ze een sterker gevoel voor zelfreflectie. Als je dat goed inzet kunnen deze eigenschappen tijdens je studie heel nuttig zijn.’
Stigma
Student Barbora Roldanus kwam er gelukkig wel voortijdig achter dat ze hoogsensitief is. Nu ze daar rekening mee houdt, gaat het stukken beter met haar. ‘Ik vind hoogsensitiviteit overigens geen handige term’, zegt ze. ‘Het roept misvattingen op en er kleeft een stigma aan. Hoog impliceert dat iets beter is. Bijna alsof je ermee wilt opscheppen.’ Ook gebruiken mensen het volgens haar snel als een excuus. In veel gesprekken zegt Roldanus daarom liever dat ze snel overprikkeld raakt.
Meestal werkt dit goed, maar gemakkelijk is het niet altijd. ‘Ik vind het leuk om mensen te zien. Zo vaak ik kan, ga ik naar de universiteit. Soms is het helaas te druk en moet ik er nog een hele tijd van bijkomen.’
Uitgaan of andere feestjes mist de studente daarom ook regelmatig. ‘Dat vind ik niet heel erg. Ik ben er wel aan gewend, en ik heb vrienden om me heen verzameld die daar ook minder behoefte aan hebben. Maar soms is het wel lastig. Wanneer ik echt heel graag ergens bij wil zijn terwijl ik weet dat het niet verstandig is.’
Gelukkig ziet Roldanus niet alleen nadelen. ‘Ik weet van mezelf dat ik gevoelens van mensen goed kan inschatten. Dat wist ik al van kleins af aan, lang voordat ik de connectie legde met het snel overprikkeld raken. Dat voelt stiekem als een soort superkracht, en ik ben daar dus ook heel blij mee.’
Voor studenten die zich in dit verhaal herkennen heeft ze een paar tips. ‘Er staat veel informatie online, dus ga je er vooral in verdiepen. Wees ook een beetje lief voor jezelf. Het is oké dat dingen soms een beetje moeilijker zijn. Je mag er zijn. En koop oordopjes!’