Eén jaar na de inval (slot): Hoogleraar Alexey Kimel blijft zijn ouders in Sint-Petersburg bezoeken
Ondanks de oorlog in Oekraïne, die hij verschrikkelijk vindt, is Alexey Kimel nog steeds trots op zijn Russische afkomst. Het afgelopen jaar reisde de hoogleraar Experimentele natuurkunde vijf keer naar Sint-Petersburg, onder andere om zijn ouders te bezoeken. ‘Ik wil mijn kinderen tonen dat niet alle Russen boos of dom zijn.’
Twee dagen na de grootschalige inval van Rusland in Oekraïne, op 26 februari 2022, zit Alexey Kimel in het vliegtuig naar Sint-Petersburg. Kort voor landingstijd merkt de hoogleraar Experimentele natuurkunde dat het vliegtuig een vreemde bocht maakt. Even later roept de piloot om dat hij is gevraagd terug naar Nederland te vliegen.
‘Nu kan ik er luchtig over vertellen, maar toen vond ik het wel spannend’, zegt Kimel in zijn kamer in het Huygensgebouw. Aan de muur hangt een bord waar met krijt wiskundige formules op staan geschreven.
Kimels reis naar Sint-Petersburg was al langer gepland: na een drukke periode op het werk zou hij onder andere op bezoek gaan bij zijn ouders in Sint-Petersburg. ‘Bij het inchecken kreeg ik de vraag of ik zeker wist dat ik naar Rusland wou’, zegt de hoogleraar die snel denkt en spreekt in het Nederlands. Slechts af en toe moet hij, gezien de gevoeligheid van het onderwerp, even nadenken over de formulering van een zin.
Indien de terugvlucht geschrapt zou worden, had Kimel bedacht, kon hij nog altijd via Finland terug naar Nederland. Maar het besluit van de piloot om niet te landen in Rusland is, zo blijkt later, onderdeel van het eerste sanctiepakket tegen Rusland.
Grote schok
Op de vraag of zijn leven het afgelopen jaar is veranderd, antwoordt Kimel dat het leven voor iedereen is veranderd. ‘De inval in Oekraïne was een grote schok, ook voor ons. Het ging al acht jaar deze kant op, maar de inval kwam sneller dan iedereen dacht.’
In 2002 emigreerde de hoogleraar naar Nederland. Samen met zijn vrouw en twee dochters van negen en negentien woont hij in een Vinex-wijk in Malden. Omdat het in Nederland veel moeite kostte om telkens een nieuw paspoort aan te vragen, gaf Kimel vijftien jaar geleden zijn Russische nationaliteit op. Een pragmatische beslissing, noemt hij het. ‘In werkelijkheid blijf ik een Rus.’
Eén jaar na de inval
Op 24 februari is het één jaar geleden dat Rusland buurland Oekraïne binnenviel. In een serie artikelen op Vox komen studenten en medewerkers aan het woord voor wie de oorlog onderdeel is geworden van hun leven. Lees alle verhalen in deze serie hier.
Aan wat in Oekraïne gebeurt, denkt Kimel elke dag. ‘In Moskou en in Sint-Petersburg wonen veel mensen met familieleden in Oekraïne, de oorlog rijdt als een tank door hun families heen. Broers die in Moskou en in Kyiv wonen, spreken niet meer met elkaar. Hoe kan het dat mensen die zoveel met elkaar gemeen hebben en die bijna dezelfde taal spreken elkaar doodschieten, puur omdat zij anders denken? Dat kan ik maar niet begrijpen.’
Kimel zelf, vertelt hij, is nog in de Sovjet-Unie geboren en opgeleid, voor de val van de Muur. Op school leerde hij dat de kracht van de Sovjet-Unie de vriendschap tussen volkeren is en dat alle mensen hetzelfde zijn. Hij vreest dat jongeren vandaag de dag door de oorlog met andere waarden opgroeien. ‘Een mensenleven is haast niets meer waard. Als je in zo’n klimaat opgroeit, dan is er wellicht ook meer geweld in de toekomst.’
Academische vrijheid
Eind 2021 ziet de wereld er nog heel anders uit. Samen met een groep wetenschappers uit Rusland en Nederland vergadert Kimel aan de Moscow State University over een verregaande wetenschappelijke samenwerking tussen beide landen. De Nederlandse ambassadeur is aanwezig, net als vertegenwoordigers van OCW, NWO en de Russische Science Foundation. Kimel toont een boekje dat hij voor de gelegenheid heeft samengesteld. Titel: Heritage, challenges and perspectives of scientific collaboration between Russia and the Netherlands.
In het verleden waren er gezamenlijke financieringsprogramma’s voor de wetenschap in Nederland en Rusland, vertelt Kimel. ‘Die hebben verschillende Spinozaprijzen voortgebracht. Ook de Nobelprijs voor Natuurkunde in 2010, toegekend aan Andre Geim en Konstantin Novoselov, was een gevolg van de samenwerking tussen beide landen.’
Door de oorlog is al het werk voor niets geweest: op 24 februari 2022 kan het boekje in de prullenbak gegooid worden. Officiële samenwerkingen tussen Europese en Russische universiteiten zijn sindsdien bevroren. ‘Het is catastrofaal’, zegt Kimel. ‘Alle banden zijn doorgeknipt.’ Toch houdt hij nog steeds informeel contact met wetenschappers in Rusland, Oekraïne en de rest van de wereld. ‘De wereld is veranderd, maar die mensen zijn nog steeds hetzelfde.’
Op de afdeling van Kimel werkt een Oekraïense docent wiens moeder in Oekraïne woont. ‘Het is een moeilijke tijd voor hem’, zegt hij. ‘Wij kunnen hem alleen onze steun aanbieden. Ik vind het een grote overwinning dat wij als team blijven werken en elkaar respecteren. Voor onze afdeling is het belangrijk dat wij neutraal blijven. Vroeger discussieerden we wel eens over politiek, maar dat kan nu niet meer. Het wordt te snel emotioneel.’
Jezelf blijven
In juni 2022 steekt Kimel voor het eerst weer de Russische grens over. Niet met een rechtstreekse vlucht zoals vroeger; in Helsinki stapt hij over op een bus die er zeven uur over doet tot Sint-Petersburg. Sindsdien is hij daar vijf keer geweest, net als twee keer in Moskou – in de zomer met zijn kinderen. ‘Ik vond het belangrijk om hun te laten zien dat in Rusland ook gewone mensen wonen met precies dezelfde problemen als hier. En zo konden ze ook op bezoek bij hun opa en oma.’
Met zijn hoogbejaarde ouders over de oorlog discussiëren is niet eenvoudig, zegt Kimel. ‘Ze kijken naar de Russische staatstelevisie en snappen niet waarom Europa zich tegen Rusland heeft gekeerd. Natuurlijk zijn zij benieuwd naar wat er in Europa gebeurt. Ik moet hun uitleggen dat hier veel Oekraïense vluchtelingen worden opgevangen, dat het niet super koud is in ons huis en dat we warm water kunnen gebruiken wanneer we dat willen. Maar het eerste wat mijn ouders ons altijd vragen is of alles wel goed is met ons.’
‘Natuurlijk zijn mijn ouders benieuwd naar wat er in Europa gebeurt’
Door Europese sancties is het niet meer mogelijk om in Malden naar nieuwsuitzendingen op de Russische televisie te kijken, vertelt de hoogleraar. Zijn kinderen krijgen wel een en ander mee via de Nederlandse televisie, en op school wordt over de oorlog gepraat. ‘Thuis praten we er ook met hen over’, zegt hij. ‘En in Rusland konden ze zelf zien dat niet alle Russen boos en dom zijn en alleen maar denken aan hoe ze andere landen willen binnenvallen.’
Toch is Kimel blij dat kinderen anders met de situatie omgaan dan volwassenen. ‘Bij mijn jongste dochter op school zit een meisje dat uit Oekraïne is gevlucht, mijn dochter vertaalt soms dingen voor haar. Ik denk niet dat zij met elkaar over de oorlog praten.’
Lethargisch en initiatiefloos
Of mensen in zijn omgeving anders op hem reageren sinds de Russische inval in Oekraïne, gezien zijn Russische achtergrond? In eerste instantie zegt Kimel van niet. ‘Integendeel. Mijn buren komen me soms om uitleg vragen als ze een artikel in de krant hebben gelezen dat ze niet helemaal begrijpen.’ De hoogleraar aarzelt even. ‘Misschien is er toch wel een en ander veranderd in de benadering van Russen.’
Uit zijn tas haalt hij een artikel dat in maart in een lokale Molenhoekse krant stond. In het stuk, met de titel “Verschillen en overeenkomsten tussen Europa en Rusland”, wordt een culturele avond aangekondigd. “Hoewel een Rus en een Europeaan qua uiterlijk niet veel van elkaar verschillen en er ook in cultuurhistorisch opzicht overeenkomsten zijn, vinden wij Russen vaak lethargisch en initiatiefloos”, staat in de tekst. “In de lezing van deze avond worden wij meegenomen door de tijd en leren we hoe de verschillende heersers van Rusland dit gedrag hebben bevorderd.”
Tijdens het lezen van dit artikel, vertelt Kimel, was hij verbouwereerd vanwege de discriminerende toon. Hij stuurde een mail naar de organisatoren van deze avond, naar de gemeente en naar de redactie van de krant. Van de organisatie ontving hij excuses, van de krant heeft hij niets gehoord. Volgens de gemeente viel het artikel onder de vrijheid van meningsuiting van de krant. ‘Ik denk niet dat datzelfde argument wordt gebruikt als politici van FvD of PVV dit over Marokkanen of Joden vertellen.’
Dostojevski
In Europese media wordt het soms anders gebracht, zegt Kimel, maar de Russen vinden de oorlog ook niet leuk. Toen Poetin de mobilisatie aankondigde, toonden televisiestations in Europa beelden van lange files aan de grenzen met buurlanden Georgië en Finland omdat mannen het land wilden ontvluchten. Dat beeld is volgens Kimel niet volledig: veel van deze Russen zijn inmiddels teruggekeerd naar hun vaderland. ‘Eenmaal in het buitenland beseffen ze dat ze Russisch zijn. Als je geen baan of een fatsoenlijk inkomen hebt, wie ben je dan?’
Voor Russen die vluchtten en plots erg kritisch zijn op hun thuisland, heeft Kimel geen sympathie. ‘Opeens schamen ze zich voor hun nationaliteit.’ Afstand nemen van zijn eigen volk kan de hoogleraar niet. ‘Als je dat doet, dan neem je afstand van je God’, citeert hij Dostojevski. Het is een zinnetje dat hij vaak tegen zichzelf herhaalt sinds de oorlog is uitgebroken. ‘Er gebeuren zulke vreselijke dingen in Oekraïne, maar Rusland blijft mijn land.’
‘Natuurlijk ben ik niet trots op wat in Oekraïne gebeurt’
Ondanks alles voelt Kimel zich nog steeds trots om Rus te zijn, zegt hij. ‘Natuurlijk ben ik niet trots op wat in Oekraïne gebeurt. Maar alle landen doen dingen waar hun burgers zich beschaamd of trots om kunnen voelen.’
Waar hij dankbaar voor is: zijn opleiding aan een Sovjetschool. Hij is ook trots op de Russische muziek, literatuur en wetenschap. ‘Momenteel lees ik brieven van Pjotr Kapitsa (Russisch natuurkundige en Nobelprijswinnaar, 1894-1984, red.). Ze zijn geschreven in de jaren 1930, niet lang na de burgeroorlog (oorlog tussen het Rode en Witte leger, 1917-1922, red.). Mensen schoten op elkaar, ze gaven hun buren aan bij de politie. Ondanks die vreselijke tijd bleef Kapitsa de wetenschap verdedigen.’
Escalatie
De oorlog is inmiddels een jaar bezig, de Europese Unie legt Rusland steeds meer sancties op en levert almaar sterkere wapens aan Oekraïne. Benauwt het Kimel dat de relatie tussen de EU – en dus ook Nederland – en Rusland steeds koeler wordt? ‘Dat moet voor iedereen een spannende ontwikkeling zijn, niet alleen voor mij’, zegt hij. ‘Het is gewoon een voortdurende escalatie, ik zou niet weten waar het eindigt.’
Toch ziet Kimel zich, ondanks de toenemende politieke spanningen, niet gauw naar Rusland terugkeren. ‘Tot nog toe was er geen enkele aanleiding om daarover na te denken’ zegt hij. ‘In mijn directe omgeving was er vanaf de eerste dagen van de oorlog veel begrip, ook vanuit het college van bestuur, de decaan van onze faculteit en de directeur van ons instituut. Mijn academische vrijheid is goed beschermd. Maar als dat op een dag niet meer het geval is of als mijn familie zich niet meer veilig voelt in Nederland, dan sluit ik niet uit dat ik terug ga.’