‘Een universitaire staking werkt niet averechts, het is juist een weigering om de strijd op te geven’
OPINIE – Heeft staken in het hoger onderwijs zin? Wie de laatste column van Adriaan Duiveman leest, zou denken van niet. Nan Lont, voorzitter van studentenvakbond AKKU, is het niet met hem eens. ‘Het is een kwestie van actie ondernemen of het accepteren van je verlies. Het personeel van universiteiten heeft in duizendtallen voor het eerste gekozen’
Hangend op de bank komt een ongewoon sterke quote mij tegemoet. ‘Don’t be defeatist, dear, it’s very middle class’, aldus de aristocratische mater familias in de serie Downton Abbey. Hoewel zij vanuit mijn perspectief als student aan de andere kant van de klassenkloof staat, heeft ze wel een punt.
Ik moest aan dit citaat denken bij het lezen van de laatste column van Adriaan Duiveman. Hij zegt de wanhoop van wetenschappers over de bezuinigingen vanuit Den Haag te snappen, maar uit zich sceptisch over het nut van staken in het hoger onderwijs.
Maar staken is geen uiting van wanhoop. Het is een weigering om toe te geven aan defaitisme, een weigering van de neiging om de strijd op te geven.
Staken heeft wel degelijk een breed effect. Het maakt duidelijk dat een bepaald productieproces, in dit geval onderwijs en onderzoek, nodig is voor het functioneren van onze samenleving. Toegankelijk onderwijs is cruciaal voor een egalitaire samenleving. Met stijgend collegegeld, rente op studieschuld en (kamer)huur zijn de kansen van minder kapitaalkrachtigen bij het ontvangen van hoger onderwijs al veel te veel aangetast.
‘Studenten zullen solidair zijn met een staking’
Daarnaast heeft zelfs werkgeversorganisatie VNO-NCW in een brief te kennen gegeven dat de impact van de bezuinigingen op de economie groot zal zijn. Zonder onderwijs en onderzoek geen innovatie. Maar een brief is maar een brief, en het moet duidelijk zijn dat het proces van de werkenden in deze tak afhangt. Wat gebeurt er, als docenten geen colleges geven of als onderzoekers geen onderzoek doen? Dan valt ‘heel het raderwerk’ stil.
Studenten
De angst dat studenten wellicht niet solidair zouden zijn met een staking, omdat zij juist de enige groep zijn die directe negatieve impact zal ervaren, is ongegrond. Studenten begrijpen heus wel dat een staking een van de laatste (en effectiefste) middelen is tegen het afbraakbeleid van onderwijsminister Eppo Bruins. Sterker nog: studenten begrijpen het niet alleen, ze zullen ook nog eens solidair zijn met een staking.
Als u niet heeft opgelet, zal het u misschien verbazen, maar studenten zijn niet gek. Studenten weten dat rampzalige bezuinigingen rampzalige gevolgen hebben voor het onderwijs. Vanaf de eerste aankondiging van de langstudeerboete en de bezuinigingen hebben studenten van zich laten horen.
Bij elk protest was de boodschap van studenten duidelijk: wij zijn niet alleen tegen de langstudeerboete, we zijn tegen elke bezuiniging en zullen ons blijven inzetten tot ze allemaal van tafel zijn. Dit lieten ze niet alleen horen bij protesten op initiatief van de FNV en de AoB. Ook bij protesten van 22 juni en 14 november in Utrecht, georganiseerd door studenten zelf, werd dit standpunt luid en duidelijk verkondigd. Denken dat studenten opeens 180 graden zullen draaien in dat standpunt is ronduit hallucinant.
Uiteindelijk komt het erop neer dat het woord staking wellicht “ronkt van rode arbeidersromantiek”, zoals Duiveman het verwoordt, maar dat de scepsis rondom collectieve actie (en dus staken) evenzeer ronkt van onguur middenklasse-defaitisme. De universitaire gemeenschap staat voor een keuze: actie ondernemen of het verlies accepteren. Het personeel van universiteiten heeft in duizendtallen voor het eerste gekozen.
Misplaatste arbeidersheroïek
Het is misschien onvoorstelbaar voor sommigen, maar stakers zijn niet op zoek naar iets als vervulling van opgepompte of misplaatste arbeidersheroïek. Stakers zijn op zoek naar een antwoord op incompetente en giftige afbraakpolitiek. Wat in ieder geval geen antwoord is, is bij de pakken neer gaan zitten en hopen dat de bezuinigingen jou niet raken.
‘Moet een onderbetaalde, overwerkte promovendus haar positie dan maar accepteren?’
Door zijn column lijkt Duiveman iedereen op te roepen om toch precies dat laatste te doen. Maar daarmee roept hij ook op het harde werk dat sinds vorig jaar aan actie is verzet te vergeten en het lot van ons onderwijs in de handen te leggen van een politiek van “anti-intellectuele wraakzucht”. Een politiek die hij nota bene zelf ook precies daarom bekritiseerd.
Het is wonderlijk hoe de kritiek op de politiek wordt verenigd met de voornoemde defaitistische instelling in de conclusie dat universitaire medewerkers maar moeten accepteren dat ze witte boorden zijn. Moet een onderbetaalde, overwerkte promovendus haar positie dan maar accepteren? Moet de onderwijzer wiens collegereeks in het geding komt, maar accepteren dat haar kennistak vanaf nu dood is? Moeten wij allemaal maar accepteren dat toegankelijk en kwalitatief onderwijs en onderzoek in Nederland wordt kapot bezuinigd?
Ik denk het niet. Ik roep daarom ook iedereen op om niet toe te geven aan defaitisme. Stakingen zijn de weg voorwaarts om te protesteren tegen stompzinnig beleid. Want dit raakt ons allemaal. Witte boord of blauwe boord, docent of student, voor deze storm valt niet te schuilen. En er met onze (arbeiders)pet naar gooien helpt in ieder geval niks.