Eerst selecteren, daarna loten: de Tweede Kamer heeft er wel oren naar
Het kabinet wil loting voor populaire opleidingen weer toestaan. De Tweede Kamer heeft daar allerlei vragen bij en wil misschien ook een mengvorm mogelijk maken: een eerste selectie en dan loten.
Het is nog een wetsvoorstel van de vorige minister, die loting in het hoger onderwijs weer mogelijk wilde maken. Soms heeft selecteren weinig zin, was het idee. Bovendien kan het voor ongelijke kansen zorgen.
Als het kabinet zijn zin krijgt, komen er meer vormen van toelating bij een numerus fixus: selectie op kwaliteit van de kandidaten, ongewogen loting (waarin iedereen evenveel kans maakt) of bijvoorbeeld een gewogen loting (hoe geschikter, hoe meer kans).
Gestrekt been
De Tweede Kamer heeft er nu allerlei kritische vragen over gesteld. Met name de VVD gaat er met gestrekt been in, terwijl andere partijen meer sympathie hebben voor het idee.
Ooit was loten voor opleidingen als geneeskunde heel normaal. Dat veranderde toen een scholier eind vorige eeuw met extreem hoge eindexamencijfers tot drie keer toe werd uitgeloot voor de opleiding geneeskunde. Er volgden allerlei aanpassingen: scholieren met gemiddeld een acht of hoger op hun eindlijst werden allemaal toegelaten en later mochten zulke opleidingen een deel van hun studenten eigenhandig gaan selecteren.
In 2013 is loting helemaal afgeschaft. Destijds vonden partijen het oneerlijk dat jongeren zo weinig invloed hadden op hun toelating. Je zou bij elke opleiding met een fixus (een maximaal aantal studenten) de meest geschikte studenten moeten kiezen, dacht men.
Daar kwam weer kritiek op, want goed selecteren valt niet mee. Vooroordelen en culturele verschillen kunnen tot ongelijkheid leiden. Mannen hebben bijvoorbeeld meer last van selectie dan vrouwen, en hetzelfde geldt voor studenten van niet-westerse afkomst. De verschillen zijn ‘klein, maar hardnekkig’, vond de Onderwijsinspectie.
Verbeteren
Maar is loten dan de oplossing, is de wedervraag van de VVD. Je kunt selectieprocedures ook verbeteren, zodat er geen sprake meer is van ongelijke kansen. Waarom werkt het kabinet daar niet wat harder aan?
Ook de ChristenUnie heeft zijn twijfels: selectie, ‘mits goed uitgevoerd’, geniet volgens die partij de voorkeur boven loting. De SGP wil een toezegging dat het streven naar diversiteit middels loting niet ten koste gaat van kwaliteit.
Andere fracties voelen meer voor loting, in elk geval als extra mogelijkheid. Soms is een opleiding gewoon vol, terwijl de aanmelders allemaal ongeveer even geschikt zijn. Waarom zou je dan een selectiecircus optuigen, als dat ook nog eens ten koste van diversiteit gaat?
De SP wil zelfs alleen nog maar loten, “in ieder geval totdat onderzocht is welke andere selectiemethoden aantoonbaar kansenongelijkheid niet in de hand werken”. Loten zou rechtvaardiger zijn dan selecteren. Ook Bij1 vindt loting beter dan selectie. Maar de meeste partijen denken dat het naast elkaar kan bestaan.
Sterker nog, D66, CDA, SGP, PvdA en GroenLinks willen weten waarom opleidingen selectie en ongewogen loting niet mogen mengen. Je zou in een eerste ronde kunnen selecteren op kwaliteit en daarna (als verder selecteren geen zin meer heeft) loten.
Minister Dijkgraaf moet nog antwoorden op de vragen in dit schriftelijke overleg.