Eerstejaars en nu al naar Brussel
Eerstejaars politicologiestudent Tibbe van den Nieuwenhuijzen (20) gaat de belangen van Nederlandse jongeren vertegenwoordigen in Europa. Hij werd afgelopen week verkozen tot jongerenvertegenwoordiger Europese zaken.
Hij is pas een jaartje ‘van ons’, maar veel zul je hem het komend jaar niet zien op de campus. Eerstejaars politicologiestudent Tibbe van den Nieuwenhuijzen zal als kersverse jongerenvertegenwoordiger Europese Zaken bij de Nationale Jeugdraad (NJR) een heel ander leven leiden dan de gemiddelde student. ‘Er komt opeens heel veel op me af.’
Als jeugdvertegenwoordiger reist Van den Nieuwenhuijzen de komende twee jaar Nederland af om te peilen wat er speelt onder jongeren om Brussel hierover te informeren. ‘Als jongerenvertegenwoordiger kom je makkelijk in contact met beleidsmakers. Daarnaast wil ik graag Nederlandse jongeren enthousiasmeren om na te denken over wat er allemaal in de EU gebeurt.’
De NJR is een koepelorganisatie van verschillende landelijke jongerenorganisaties. Doel van de organisatie is om de jongeren hun talenten te laten ontdekken en deze te ontwikkelen. Van den Nieuwenhuijzen zag op Facebook een oproep van de NJR voorbij komen en besloot een poging te wagen. ‘Ik dacht dat het een long shot was, maar al gauw stond ik te speechen op de algemene ledenvergadering van de NJR als één van de twee overgebleven kandidaten. Toen ik daar stond, besefte ik pas hoe graag ik het wilde. Het sluit perfect aan bij wat ik interessant en belangrijk vind.’
Sinds het eindexamenjaar is Van de Nieuwenhuijzen zich echt gaan verdiepen in de politiek. Het thema van zijn profielwerkstuk was dan ook de relatie tussen de overheid en jongeren. ‘Jongeren hebben niet door dat hun geluk in grote mate tot stand komt door de mogelijkheden die hen geboden worden. Ze weten over het algemeen maar heel weinig van de overheid en zien regelgeving als iets vanzelfsprekends.’
Van den Nieuwenhuijzen heeft een goed moment gekozen, want vanaf 1 januari is Nederland een half jaar voorzitter van de Europese Unie. ‘In die periode komen de ministeriële raden en andere delegatieleden uit heel Europa in Amsterdam bij elkaar om te vergaderen over belangrijke zaken. Ik wil jongeren met deze activiteiten in contact brengen. Niet door ze te dwingen om het belangrijk te vinden, maar door in te spelen op wat ze leuk vinden. Ik wil bijvoorbeeld koks in opleiding vragen of zij de catering willen verzorgen, of journalisten in opleiding vragen of ze er artikelen over willen schrijven. Hopelijk komen ze dan met medewerkers en politici in contact en zien jongeren dat Europa meer is dan wetgeving uit Brussel.’ / Pim Muller