Eindelijk miljoenensubsidie voor Nijmeegse classici
Twee keer greep de onderzoeksgroep van André Lardinois mis, de derde keer is het raak. Onderzoek naar de klassieke oudheid wordt versterkt met een zogeheten ‘Zwaartekrachtsubsidie’ van NWO, de grootste onderzoekpremie in Nederland.
Voor het eerst sinds de uitreiking van de Zwaartekrachtsubsidies, in 2012, heeft een alfaconsortium de premie in de wacht gesleept. De landelijke onderzoeksschool van classici (OIKOS), waarvan de Radboud Universiteit penvoerder is, krijgt 18,8 miljoen euro voor het onderzoeksproject ‘Anchoring Innovation’. Ook de universiteiten van Utrecht, Leiden en Groningen zijn bij het project betrokken.
Lange adem
‘Het is een proces van lange adem geweest’, zegt André Lardinois, hoogleraar Griekse en Latijnse Taal en Cultuur. ‘De vorige twee keer zijn we ook in de laatste ronde gekomen, maar zijn alle voorstellen naar de bèta- of medisch onderzoekers gegaan.’ Dit jaar zijn voor het eerst een alfa-project en een combinatie van een alfa- en gammaproject gehonoreerd. Overigens is in de eerste Zwaartekracht-ronde een project gehonoreerd met deelname van taalwetenschappers (zie kader)
[kader-xl]
Drie rondes Zwaartekracht (aanvoerende universiteit)
Sinds de eerste ronde in 2012 zijn 18 onderzoeksprojecten gehonoreerd met een Zwaartekrachtsubsidie. Met 15 honoreringen zijn de bèta- en medische wetenschappen oververtegenwoordigd. De Radboud Universiteit is als penvoerder betrokken bij 4 projecten.
#2012: 167 miljoen euro
3 bèta (TU Delft, UvA, Nijmegen)
1 medisch (Utrecht)
1 sociale wetenschappen (Nijmegen)
1 sociaal/medisch (Utrecht)
#2013: 153 miljoen euro
4 bèta: (2x Utrecht, UvA, TU Eindhoven)
2 medisch (Leiden, Nijmegen)
#2017: 112,8 miljoen euro
2 bèta (Leiden, TU Delft)
2 medisch (Leiden, TU Eindhoven)
1 alfa/gamma (Groningen)
1 alfa (Nijmegen)
[/kader-xl]
Lardinois wijst erop dat de minister zelf bij de uitreiking van de subsidies deze week blij was met de alfa-prijs. ‘Ze had er bij NWO al op aangedrongen dat er serieuzer naar deze programma’s gekeken moet worden.’ Het indienen van een voorstel is niet gemakkelijk: iedere universiteit mag maximaal vier voorstellen indienen. ‘We zijn het college van bestuur van de Radboud Universiteit heel erkentelijk dat ze, tegen andere vaak ook goede voorstellen, drie keer op een rij ons voorstel hebben willen indienen.’
‘Nijmegen bevestigt hiermee haar rijke traditie van oudheidstudies’
De toekenning van de premie onderstreept volgens Lardinois de betekenis die deze universiteit hecht aan de geesteswetenschappen. Het belang gaat veel verder dan die vele jonge onderzoekers die nu in het project aan de slag kunnen. ‘Nijmegen bevestigt bovendien haar rijke traditie van oudheidstudies. Het laat zien dat wij in Nederland, maar ook internationaal, dé plek zijn waar je oudheid doet.’
Voortouw
Toen in de tweede ronde alle zes zwaartekrachtpremies naar bèta’s en medici gingen, kwam het Nijmeegs universiteitsbestuur in actie: OIKOS kreeg drie miljoen euro om het programma in de verf te zetten dat nu in de prijzen valt. ‘We hebben dankzij deze startsubsidie laten zien wat we kunnen’, zegt Lardinois, die met de premie tien jaar vooruit kan met het onderzoek. ‘In die tien jaar hoeven we geen aanvragen te doen, maar kunnen we ons concentreren op het aanstellen en begeleiden van mensen en daarnaast zelf onderzoek doen.’
Centraal in het onderzoek staan de innovatieprocessen in de oudheid. Lardinois: ‘Bij innovatie denk je snel aan techniek en moderniteit, wat in tegenspraak lijkt met de oudheid.’ Maar de classici hebben een andere bril op: die kijken juist naar innovaties op terreinen als godsdienst, politiek en literatuur. ‘Eén van de vragen die wij ons stellen is of innovatie in die domeinen anders is dan in de techniek.’ Het viel de onderzoekers op dat succesvolle innovaties niet alleen nieuw zijn, maar ook inhaken op wat oud en vertrouwd is. Dat vergroot de acceptatie van een innovatie, verklaart Lardinois. ‘Dat is dus wat wij anchoring, verankering, noemen.’
Elektrische auto’s
De les van het onderzoeksteam is dus dat je een uitvinding moet verankeren om ze tot een succes te maken. ‘Mensen zijn nieuwsgierig, maar ook conservatief. Het is die spanning die je moet zien te overbruggen.’ Als voorbeeld noemt hij de eerste elektrische auto’s, waarbij de oplaadplug precies op de plek zat van de benzinedop. ‘Die plug had overal in de auto kunnen zitten, maar het hielp om te overtuigen dat het een echte auto is, het maakte de uitvinding aanvaardbaar.’
Een innovatie kan de plank misslaan als je de menselijke maat vergeet, illustreert Lardinois met de introductie van het vaccin tegen baarmoederhalskanker. ‘Een prima uitvinding, die toch niet werd geaccepteerd omdat ze geen rekening hield met hoe mensen ermee omgaan. De onderzoekers wisten het niet te verkopen aan de doelgroep die dit vaccin nodig had.’ De nadruk op de ‘human factor’ is precies wat de geesteswetenschappen aan innovatie kunnen bijdragen, stelt Lardinois.
Betrouwbaarheid
Studie naar verankering werpt bovendien een beter licht op hoe mensen worden gemanipuleerd. Als voorbeeld noemt Lardinois het Technasium, een tegenhanger van het gymnasium, dat een deel uit de naam overneemt om betrouwbaarheid uit te stralen. Veel gevaarlijker noemt Lardinois de manier waarop extreemrechtse groepen in Europa en de Verenigde Staten symbolen uit de oudheid gebruiken om hun gedachtegoed te legitimeren, zoals Hitler en Mussolini al deden in het midden van de vorige eeuw.
‘Wij zien onszelf als stukje van de puzzel’
Lardinois wil niet gezegd hebben dat classici de wijsheid in pacht hebben bij innovaties, wel dat je alle disciplines aan tafel moet zetten om het fenomeen te doorgronden. ‘Wij zien onszelf als stukje van de puzzel.’ Het bewijs dat ‘we op het hoogste niveau kunnen meedingen naar een premie’ kan ook een stimulans zijn voor andere geesteswetenschappers. ‘Die doen goed onderzoek, maar veelal individueel.’
Lardinois noemt de in OIKOS verenigde classici ‘de microkosmos van de geesteswetenschappen’, met bijdrages van filologen, oudhistorici, filosofen, kunsthistorici en archeologen. ‘Die hebben allemaal hun eigen benadering.’ Hij hoopt dat dit verbond andere geesteswetenschappers aanzet tot soortgelijke projecten. ‘Het is ook de enige manier om aan dit soort grote subsidies te komen. Voor een individuele onderzoeker of zelfs één faculteit is dat echt niet mogelijk.’ Daarom zou het volgens hem goed zijn als alfa’s de grenzen nog verder verleggen, door samen te werken met geheel andere disciplines.
Naar musea en scholen
Behalve voor onderzoek komt er ook geld beschikbaar voor het uitdragen van de resultaten naar het grote publiek: denk aan tentoonstellingen in het Valkhof, het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en in het Allard Pierson in Amsterdam. Daarnaast wil Lardinois een aantal leraren aanstellen als promovendi. Zij kunnen dan naast hun baan als docent aan een proefschrift werken. ‘We hopen zo aan middelbare scholen het nut van de klassieke talen en cultuur te tonen, en dat je zelfs bij zo’n modern fenomeen als innovatie kunt leren van de Grieken en de Romeinen.’