Eredoctor Katalin Karikó is het toonbeeld van wetenschappelijk doorzettingsvermogen
De Hongaars-Amerikaanse Katalin Karikó krijgt donderdag een eredoctoraat voor haar baanbrekende mRNA-onderzoek, dat leidde tot het Pfizer-vaccin. Dankzij haar werk zijn miljoenen mensen wereldwijd nu beschermd tegen ernstige COVID-19, zelf blijft ze echter bescheiden. 'Het gaat niet om mij.'
Ze werd getipt voor de Nobelprijs voor de fysiologie of geneeskunde, maar die ging dit jaar naar de Zweedse evolutiebioloog Svante Pääbo. ‘Toen ze nog leefde riep mijn moeder elk jaar: je werkt zo hard, misschien krijg je nu wel de Nobelprijs!’, vertelt Katalin Karikó via Zoom vanuit Philadelphia. ‘Dan moest ik hard lachen. Mam, zei ik dan, alle wetenschappers werken hard. Die prijs krijgen is zo onwaarschijnlijk.’
Tegenslagen
Aanstaande donderdag krijgt Karikó (Hongarije, 1955) een eredoctoraat uitgereikt aan de Radboud Universiteit, tijdens de 99ste dies. Reden is het onderzoek dat de biochemica (Universiteit van Pennsylvania) samen met collega Drew Weissmann verrichtte naar mRNA, de boodschappermoleculen in onze cellen. Hun inzichten bleken cruciaal voor de snelle ontwikkeling van de mRNA-vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna (zie kader). The New York Times noemde haar in een profiel vorig jaar ‘een van de helden’ achter die coronavaccins.
‘Alle wetenschappers bouwen voort op wat anderen gedaan hebben, zo werkt de wetenschap’
Maar ook Karikó’s doorzettingsvermogen is een belangrijke aanleiding voor haar Nijmeegse eredoctoraat. ‘Zij is iemand die ondanks tegenslagen overeind is gebleven’, zegt erepromotor en scheikundehoogleraar Floris Rutjes hierover in het universitaire nieuwsbericht over haar eredoctoraat. Karikó had vaak weinig onderzoeksfinanciering, werd meerdere keren ontslagen, en verhuisde met haar man en tweejarige dochter in 1985 – midden in de Koude Oorlog – met vrijwel niets vanuit Hongarije naar de Verenigde Staten. In een teddybeer verstopten ze 900 dollar, het bedrag dat hun auto had opgeleverd op de zwarte markt.
Biografie Katalin Karikó
Katalin Karikó (roepnaam Kati) werd op 17 januari 1955 geboren in Szolnok, Hongarije. Na het gymnasium studeerde en promoveerde ze aan de universiteit van Szeged. In 1985 vertrok ze naar de VS om onderzoeker te worden aan de Temple University en, later, de University of the Health Sciences in Bethesda. In 1995 stapte ze over naar de universiteit van Philadelphia, waar ze veel van haar cruciale mRNA-onderzoek deed samen met Drew Weissman. Haar interesses lagen aanvankelijk bij therapeutische toepassingen van mRNA, bijvoorbeeld om vaatproblemen te herstellen. De mRNA-techniek brak pas echt door toen deze bruikbaar bleek in vaccins.
Karikó is getrouwd en heeft een dochter, Susan Francia. Francia is tweevoudig Olympisch roeikampioen.
Sinds de doorbraak van de mRNA-coronavaccins staat haar leven op zijn kop. Karikó is inmiddels vicepresident bij BioNTech en kreeg de afgelopen twee jaar tientallen prijzen. Sommige daarvan zijn achter haar te zien, tijdens de videoverbinding vanuit haar werkkamer thuis. ‘Vorig jaar was die kast nog helemaal leeg’, vertelt ze. En voor het eerst in hun leven kochten haar man en zij onlangs een gloednieuwe auto, in plaats van een tweedehands.
Hoe is het om opeens zo gelauwerd te worden?
‘Weet je, het gaat niet om mij, zeg ik steeds als ik een prijs krijg. Alle wetenschappers bouwen voort op wat anderen gedaan hebben, zo werkt de wetenschap. Er zijn bovendien zoveel goede onderzoekers die nooit een prijs krijgen, vóór corona werkte ik ook veertig jaar in de luwte. Je moet niet wachten tot iemand je eindelijk een schouderklopje geeft. Misschien blijkt iets wat je ontdekt hebt pas na je dood nuttig. En over 100 jaar kent niemand mij meer.’
U bent donderdag niet live in Nijmegen.
‘Nee, helaas. Ik spreek een dankbetuiging uit via een opgenomen videoboodschap. Ik krijg die dag ook de Vilcek Prize uitgereikt in New York. Dat is een prijs voor immigranten met een grote impact op de Amerikaanse samenleving. Zo’n prijs betekent veel voor me. Immigranten zoals ik hebben vaak veel meegemaakt, ze geven niet zo snel op. Daardoor ben je soms tot meer in staat dan je zelf ooit had gedacht.’
Kwam die achtergrond van pas in uw werk?
‘Zeker. Als wetenschapper moet je optimistisch zijn. Onderzoek doen voelt als continu falen, want experimenten gaan heel vaak mis. Op ons lab hangt ook een opschrift: “experimenten hebben het nooit bij het verkeerde eind, alleen je verwachtingen”. Je moet altijd in jezelf blijven geloven, vind ik, zelfs als anderen dat niet doen. In 2013 kreeg ik nog een demotie omdat ik niet de kwaliteiten van wetenschappelijke staflid zou hebben. Ik was 58 en had prima thuis kunnen gaan zitten. Maar ik besloot door te gaan met mijn onderzoek, ik wist dat het moest lukken om mRNA te maken dat klinisch bruikbaar was.’
Lange tijd leken mRNA-vaccins ver weg, omdat het lichaam heftig reageert op ingespoten mRNA. U vond hiervoor een oplossing, hoe ging dat?
‘mRNA komt normaal gesproken alleen voor binnen in een cel. Maar als je het inspuit als vaccin, komt het tussen de cellen in. Dan krijg je een ontstekingsreactie, omdat je lichaam weet dat het daar niet thuishoort. Waar ik achter kwam, is dat niet alle types mRNA voor een ontstekingsreactie zorgen. Er zijn namelijk verschillende soorten en maten mRNA in je lichaam. Een van die mRNA-types gebruikt net andere bouwstenen en bleek daardoor geen ontstekingsreactie op te leveren. Die was dus geschikt voor een vaccin.’
Was dat een eurekamoment?
‘Zo gaan die dingen in het echt nooit [lacht]. Je doet zo veel experimenten voordat duidelijk is hoe iets nu precies zit. We hebben nog twee, drie jaar nodig gehad om allerlei problemen te verhelpen, zoals onzuiverheden en mRNA dat samen ging klitten. Ik heb Kerst en Oudjaar destijds in het lab doorgebracht.’
U deed veertig jaar lang zelf de experimenten. Dat is uitzonderlijk in de wetenschap.
‘Ik had meestal maar weinig promovendi en onderzoeksfinanciering, dus ik moest wel. Maar labwerk is het leukste deel van het werk. En na zoveel jaar wordt het makkelijker, want je weet precies welke fouten je moet vermijden. Ik denk dat veel wetenschappers die manager zijn geworden tijdens de coronacrisis hebben gedacht: hé, de mensen aan de labtafel hebben wel plezier in hun werk, terwijl ik me vanuit huis druk zit te maken of iedereen wel een salaris krijgt.’
Sommige mensen hebben zorgen over de mRNA-vaccins. Zij zijn bijvoorbeeld bang dat hun erfelijk materiaal erdoor verandert.
‘Mensen zijn altijd al bang geweest voor nieuwe techniek. Honderd jaar geleden ontdekte Röntgen dat hij met zijn straling door de huid heen kon kijken. Prompt startten mensen in Londen initiatieven om röntgenstraling in verrekijkers te verbieden. Ze waren bang dat je ermee door andermans kleding kon kijken. Anderen probeerden daar weer een slaatje uit te slaan, door “Röntgen-proof” ondergoed aan te bieden.’
‘Iedereen kan zo de namen van topvoetballers oplepelen, maar van topwetenschappers, ho maar’
‘Je ziet nu precies hetzelfde gebeuren. Veel mensen die het vaccin afraden, hebben zelf iets anders te verkopen, bijvoorbeeld bepaalde pillen die ook zouden werken tegen corona. De mRNA-vaccins kunnen je DNA helemaal niet aanpassen. Maar wie niet genoeg inhoudelijke kennis heeft om dat te snappen, beslist uiteindelijk alleen maar op basis van gevoel: wie vind ik het meest geloofwaardig overkomen?’
Wat is hiertegen te doen?
‘Ik denk dat onderzoekers zoals ik en journalisten zoals jij in het verleden onvoldoende hun best hebben gedaan om wetenschap uit te leggen aan het algemene publiek. Daarom praat ik nu met jou. Want het kan prima – iedereen weet inmiddels ook wat een pcr-test is. We moeten mensen uitleggen wat een moleculair bioloog nu eigenlijk precies doet. Hoe Nobelprijswinnaars als James Allison en Tasuku Honjo ervoor hebben gezorgd dat mensen nu niet meer overlijden aan bepaalde types kanker, terwijl die tien jaar geleden nog ten dode opgeschreven zouden zijn. Iedereen kan zo de namen van topvoetballers oplepelen, maar van topwetenschappers, ho maar.’
Toch zijn er ook reële zorgen over mRNA-vaccins. Ze leiden in zeer zeldzame gevallen bijvoorbeeld tot de hartaandoening myocarditis, met name bij jongeren.
‘Voor de duidelijkheid: ik ben geen expert op het gebied van vaccins, ik weet wél veel van mRNA. Wat uiteindelijk van belang is, is hoe het risico op serieuze bijwerkingen zich verhoudt tot de kans op ernstige ziekte zonder vaccinatie. Je ziet trouwens dat jongeren ook na het Novavax-vaccin soms hartproblemen krijgen. Dat is een eiwit-vaccin, het bevat helemaal geen mRNA.’
Voelen alle prijzen nu als genoegdoening jegens de mensen die niet in u geloofden?
‘Nee. Ik ben die mensen juist dankbaar. Zonder hen was ik niet geweest waar ik nu ben. Vorig jaar hoorde ik van een verzorgingshuis waar ze nu een ‘Katalin-Karikódag’ hebben, omdat daar sinds de vaccins veel minder mensen overleden aan corona. Dat geeft mij meer voldoening dan wat voor erkenning dan ook.’
mRNA-vaccins
Een klassiek vaccin bestaat meestal uit een fragmentje, meestal een eiwit, van een virus of bacterie. Ons afweersysteem herkent dit eiwit als iets lichaamsvreemds, en gaat aan de slag om antistoffen te produceren om het onschadelijk te maken. Dringt de echte ziekteverwekker een keer het lichaam binnen, dan staat er al een legertje klaar dat hem herkent aan het fragmentje uit het vaccin. Het is een beetje als wanneer je iemand herkent aan een karakteristiek kledingstuk, zoals een alpinopet.
De truc die mRNA-vaccins uithalen is dat ze geen eiwit bevatten, maar slechts de instructieregels om zo’n virusfragmentje te maken. Die regels zijn gecodeerd in een stukje mRNA, een molecuul dat erg lijkt op DNA. DNA is het erfelijk materiaal in onze cellen met daarop de bouwinstructies van alles wat ons mens maakt.
Als je DNA ziet als een handboek voor kledingstukken, dan is mRNA een kopietje van de instructiepagina voor het maken van, in dit geval, een alpinopet. Op basis van dat kopietje slaat de cel zelf aan het naaien, waarna het immuunsysteem – net als bij reguliere vaccins – de pet herkent als iets lichaamsvreemds en antistoffen gaat aanmaken.
Het grote voordeel van mRNA is dat het veel sneller en goedkoper te maken is dan een heel eiwit. En verandert een virus van vorm (bijvoorbeeld als een nieuwe variant opduikt), dan hoef je alleen de instructieregels een beetje aan te passen, in plaats van een geheel nieuwe alpinopet te maken.
De Dies Natalis is donderdag 20 oktober van 14.00 tot 15.30 uur in de Aula. Hoogleraar theologie Thomas Quartier spreekt de diesrede uit. Naast het eredoctoraat van Karikó worden ook de universiteitspenning en studentonderscheidingen uitgereikt. Muziek is er van Clean Pete.