Exit Binnenhof: drie decennia aan vertrekkende bewindslieden

26 mrt 2018

Halbe Zijlstra moest als minister van Buitenlandse Zaken vorige maand boeten voor zijn leugens. Maar hij is zeker niet de enige. Anne Bos bracht ruim drie decennia aan aftredende bewindslieden in kaart. 'Het vertrouwen van de burger vraagt soms offers.'

Aftreden is voor een minister of staatssecretaris altijd een persoonlijk drama. Zeker als je, zoals Halbe Zijlstra, je hele leven hebt gewijd aan het Binnenhof. ‘Zijlstra is echt een carrière-politicus. En dan zo hard vallen, dat is natuurlijk afschuwelijk. Ik heb Zijlstra in de media horen zeggen “Ik vertel mijn zoontje altijd dat hij niet mag liegen en nu heb ik het zelf gedaan”.  Hij is diep door het stof gegaan.’

Leger

Historica Anne Bos deed onderzoek naar de ministers en staatssecretarissen die zich tussen 1967 en 2002 genoodzaakt voelden af te treden. Wat ging eraan vooraf en welke rol speelden de andere politici, ambtenaren en de media? Zijlstra hoort niet in dat rijtje thuis, omdat hij pas kort geleden is afgetreden. Maar zoals Zijlstra, afgetreden vanwege een integriteitskwestie, zijn er in die periode meer geweest.

Charles Schwietert, VVD-staatssecretaris van Defensie in 1982, bijvoorbeeld, jokte wat af. Hij beweerde een universitaire studie te hebben voltooid, maar hij had alleen een zomercursus gevolgd. Ook had hij gelogen over de rang die hij had behaald in het leger. ‘Daar konden de militairen die hij politiek leiding moest geven niet om lachen.’

Na drie dagen trad Schwietert af. ‘De ironie is dat hij daarna een boek heeft geschreven over imagoschade en hoe je daarmee om moet gaan.’

Ongeschreven regel

Dan had je nog minister Bram Peper (2000) die in moeilijkheden kwam over zijn declaraties als burgemeester van Rotterdam (de ‘bonnetjesaffaire’), en staatssecretaris Roel in ’t Veld die al na tien dagen vertrok wegens ophef over door hem vervulde nevenfuncties (1993). Staatssecretaris Albert Jan Evenhuis stapte op na publicaties over een dubieuze lening die hij had afgesloten (1989).

Dat deze ministers en staatssecretarissen niet terugkeerden in de politiek, is evident, zegt Bos. Want de ongeschreven regel op het Binnenhof luidt: als je imago te zwaar is beschadigd, kom je er niet meer in. ‘Als het gaat om integriteitskwesties, dan heb je geen meerwaarde meer voor de partij, al heb je nog zoveel ervaring. Dan kun je niet meer terug.’

‘Aftreden is een manier om de trap schoon te vegen.’  

De meeste ministers in het rijtje van Bos traden echter niet af vanwege een persoonlijke misser, maar omdat ze als hoogste baas nu eenmaal verantwoordelijk zijn voor de fouten van ondergeschikten. Na een adempauze, zit een deel van hen gewoon weer op het Haagse pluche. ‘Vaak komen ze eerst in adviescommissies terecht, of in besturen van gezondheidsraden of onderwijsinstellingen. Ernst Hirsch Ballin (afgetreden vanwege de IRT-affaire in 1994) keerde weer terug als Tweede en Eerste Kamerlid en werd zelfs weer minister van Justitie en later minister van Binnenlandse Zaken. De afgetreden Gerrit Braks (in 1990) kwam terug als Eerste Kamerlid en werd nog voorzitter van die kamer.

Anne Bos. Foto: Suzan Zanders

Bos bestudeerde voor haar onderzoek onder meer verslagen van debatten, notulen van de ministerraad, persoonlijke archieven van bewindslieden, spotprenten en interviews.  De Tweede Kamer leert van die gedwongen aftredens, constateert Bos. In de loop van de jaren is de Kamer zich steeds meer gaan realiseren dat het vertrouwen van de burger soms offers vraagt. Gebeurt dat niet, dan betaalt de partij van de omstreden bewindspersoon daar bij de volgende verkiezingen een hoge prijs voor.

Zuiveringsritueel

Zo’n offer was PvdA-staatssecretaris Elke ter Veld. ‘Dat is een tragisch verhaal. Ter Veld had zich als Kamerlid sterk gemaakt voor de zwakkeren in de samenleving. Maar als staatssecretaris van Sociale Zaken moest ze grote bezuinigingen doorvoeren. Daar kwam vanuit de samenleving en haar eigen partij zoveel kritiek op dat haar fractie besloot haar te offeren.’

Aftreden heeft in die gevallen veel weg van een ‘zuiveringsritueel’, zegt Bos. ‘Aftreden is een manier om de trap schoon te vegen. Het wegsturen van de zondebok draagt bij aan het vertrouwen in het democratisch stelsel. En het geeft de nieuwe bewindsman of -vrouw de ruimte om de ambtelijke staf te reorganiseren.’

Carrière-politici zoals Halbe Zijlstra zijn er vandaag de dag steeds meer, signaleert Bos. Tegelijk neemt het aantal aftredende bewindslieden toe. En dus ook de gevraagde offers.

Anne Bos promoveert op 28 maart in de Aula op haar proefschrift Verloren Vertrouwen.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!