De bètafaculteit barst uit haar voegen. Het onderbrengen van onderzoeksafdelingen naar het Mercatorgebouw roept weerstanden op. ‘Het voelt als een verbanning.’ De faculteit wil een nieuwe, vijfde vleugel aan het Huygens. De bal ligt nu bij het college van bestuur.

De eerste afdeling die het Huygens moest verlaten om ruimte te maken was het Institute for Science Innovation and Society, dat onderdak kreeg in het nabijgelegen bedrijfsverzamelgebouw Mercator. De informatici van afdeling ICIS zijn de volgende die eraan moet geloven. Tegen de zin van hoogleraar Bart Jacobs: ‘Het Huygens is een prettig, open gebouw. Dat is goed voor de contacten.’ Ondanks de belofte dat het Mercator wordt verbouwd om het een beetje op Huygens te laten lijken, is Jacobs er niet gerust op. ‘Het voelt als een verbanning’.

Dat het in 2007 geopende Huygensgebouw uit zijn voegen barst is de prijs van het succes. Steeds meer studenten, onderzoekers en onderzoeksfaciliteiten hebben Nijmegen weten te vinden. Zo is het aantal eerstejaars sinds de opening opgelopen van 400 naar 633, en huisvest Huygens inmiddels meer dan duizend medewerkers (929 fte). Dat was bij de opening nog 751 fte. En het aantal subsidies dat onderzoekers binnenslepen is nauwelijks nog te tellen.

De afgelopen maanden heeft het faculteitsbestuur zich gebogen over een echte oplossing voor de ruimteproblemen. Die is gevonden: Huygens uitbreiden met een vijfde vleugel, op de plek waar nu het Linnaeusgebouw staat. Dit onderwijscentrum, overblijfsel van de oude faculteit, stond toch al op de nominatie gesloopt te worden. Het college van bestuur neemt over die vijfde vleugel dit voorjaar een beslissing. Bèta-faculteitssecretaris David de Vries: ‘Voor ons als faculteit is dit veruit de beste oplossing. Alles kan dan bij elkaar blijven.’ / Paul van den Broek en Mark Merks

De nieuwe Vox ligt in de bakken, met daarin een uitgebreider verhaal over de uit zijn voegen barstende bètafaculteit.