Fataal scooterongeluk is unieke lesstof voor juristen
Maandagavond was een documentaire op televisie over de Nijmeegse scooterzaak uit 2010, waarbij een dode viel. Hoewel de scooterrijders uiteindelijk zijn veroordeeld, is nog altijd niet bekend wie er reed op het moment van de aanrijding. Dat maakt de zaak uniek en ‘lesstof’ voor juristen, zegt hoogleraar Henny Sackers. Er is geen rechtenstudent die de zaak niet kent.
Het is 15 januari 2010 als er in Nijmegen een ongeluk gebeurt waarvan de juridische en maatschappelijke impact dan nog niet is te overzien. Een scooter met daarop twee mannen rijdt een overstekende voetganger aan die later overlijdt in het ziekenhuis. De mannen wilden hotel Belvoir overvallen, maar zagen politie, waarna ze er als een malle op een gestolen scooter vandoor gingen.
Een enorme rechtsprocedure volgde. Omdat de verdachten beiden ontkenden dat zij de bestuurder waren en de ander als schuldige aanwezen, was de zaak voor het Openbaar Ministerie een zware kluif. Dat maakt deze zaak volgens hoogleraar Henny Sackers uniek. ‘En er was een enorme honger naar waarheidsvinding die maar ongestild bleef’, zegt hij. Ook komen niet veel zaken tot twee maal toe bij de Hoge Raad.
Sackers heeft de makers van de documentaire die deze week op tv was, de afgelopen jaren van enige juridische uitleg voorzien. Dat was soms best lastig, vertelt hij. Want als je zelf ook rechter bent, kun je niet alles wat je vindt zeggen. Hij kent de casus goed, want de Nijmeegse scooterzaak is al jaren verplichte lesstof voor rechtenstudenten.
De ‘honger naar waarheidsvinding’ maakt de zaak zo fascinerend. Ook al gebeurde het ongeluk op een drukke weg onder het toeziend oog van camera’s en getuigen, wie het voertuig bestuurde op het fatale moment, kan niet worden achterhaald. Daar komt bij dat de verdachten niet kwamen opdagen bij belangrijke rechtszaken, geen enkel berouw toonden en ziekenhuispersoneel en journalisten intimideerden. Uit rechtvaardigheidsgevoel wilde de samenleving die mannen achter de tralies zien. Maar om een schuldige van een strafbaar feit aan te wijzen, moet je wel weten wie het gedaan heeft.
Voer voor juristen
In colleges voor rechtenstudenten legt Sackers uit dat het in deze casus om het juridische leerstuk ´medeplegen´ draait. Daar is sprake van als twee mensen een strafbaar feit plegen en hun rollen volstrekt inwisselbaar zijn. Je bent dan, anders dan bij medeplichtigheid, beiden als het ware evenveel dader en hebt evenveel schuld. Die zogenoemde inwisselbaarheid van rollen was volgens het Gerechtshof Arnhem niet te bewijzen, omdat niet duidelijk was wie welke rol had. Een bestuurder heeft toch een ander aandeel dan een bijrijder. Geen bewijs betekent geen strafbaarheid. En dus werden de verdachten in Arnhem vrijgesproken, met collectieve maatschappelijke verontwaardiging als gevolg.
De hoogste rechterlijke instantie, de Hoge Raad, kwam met een ander oordeel. Hoe de exacte rolverdeling er tijdens de scooterrit zélf uitzag, deed er volgens deze rechters niet meer zo toe. Als bewezen zou kunnen worden dat er sprake was van een groter plan waar dat roekeloze vluchten (met alle risico’s van dien) onderdeel van uitmaakte, dan moest je kijken of er bij dat grotere plan sprake kon zijn van inwisselbare rollen en die vraag niet beperken tot dat dodelijke scooterritje.
‘De casus leert studenten dat het belangrijk is altijd kritisch te blijven denken’
Voor rechtenstudenten, die leren dat waarheidsvinding belangrijk is en dat je mensen zonder bewijs niet mag veroordelen, kan dit contra-intuïtief voelen. ‘Dat maakt het interessant’, vindt Sackers. Door te kijken naar het alomvattende overvalplan, werd het juridisch alsnog mogelijk de mannen, als medeplegers van dood door schuld, te veroordelen. De opgelegde straffen waren drie jaar en negen maanden, respectievelijk drie jaar en tien maanden.
Over wat hij zelf precies van deze juridische omweg vindt, laat Sackers zich vanwege zijn nevenfunctie als rechter liever niet uit. De casus leert studenten vooral dat het belangrijk is altijd kritisch te blijven denken, zegt hij.