Fitboy of Instameisje. 5 types studenten

01 mrt 2019 ,

Ben je vooral druk met het pimpen van je cv of hang je liever aan de gewichten in de sportschool? Iedereen claimt natuurlijk uniek te zijn, toch signaleert Vox anno 2019 op de campus vijf verschillende types studenten.

Cultuurpsycholoog Maerten Prins concludeerde in 1992 na onderzoek dat op verschillende faculteiten verschillende soorten studenten rondliepen. ‘Rechtenstudenten waren vooral materialistisch en politiek rechts, studenten sociologie waren erg links en maatschappelijk betrokken en studenten geneeskunde waren sterk carrièregericht en zagen hun toekomst rooskleurig in’, zegt Prins. ‘Hoe dat komt? Studenten worden niet alleen gevormd door wat ze leren in de collegebanken, maar ook door hun omgeving. Destijds hadden studenten meer tijd om in de groep op te gaan dan vandaag.’

Dezelfde kleding

Anno 2019 is het moeilijker om verschillende types studenten van elkaar te onderscheiden, meent Prins. ‘Bij psychologie, waar ik les geef, lijken alle studenten op elkaar. Bijna alle meisjes hebben lang haar en dragen dezelfde kleding. Vroeger had je nog echte hippies, goths en metalheads in de collegezaal.’

Dat er vandaag de dag minder subculturen zijn, wijt Prins aan de individualisering van de maatschappij. Je wordt raar aangekeken als je kiest voor een groep, zegt hij. ‘Het is een eis van de samenleving dat je uniek bent. Mensen presenteren zich steeds meer als individu en steeds minder als lid van een groep. Op social media probeert iedere jongere zijn of haar eigen verhaal te vertellen. Al moet gezegd dat studenten via die kanalen ook contact zoeken met elkaar.’

Door het leenstelsel hebben veel studenten ook minder vrije tijd. Tijd die ze anders hadden kunnen gebruiken om zich te profileren of zich een politiek of cultureel bewustzijn te vormen. ‘Ze beginnen blanco aan hun studie en ze gaan vrij blanco weer naar buiten. Na hun studie zijn ze nog altijd maar 22 jaar oud. Ze zijn nog bleu en staan ineens in de grote wereld.’

1. De fitboy

Fitness slaat aan, met drie miljoen sportschoolabonnementen in 2018 (bron: nlactief.nl). Ook bij het Radboud Sportcentrum (RSC) groeit het aantal inschrijvingen gestaag. ‘Het is positief dat zo veel studenten bezig zijn met sport en beweging en dat het voor sommigen zelfs een leefstijl wordt. Maar dit kan ook sociale druk meebrengen’, zegt Daan Roelofs, fitnesscoördinator bij het RSC. ‘De extreem afgetrainde lichamen op social media suggereren dat veel sporten de norm is, waardoor studenten zich soms met onrealistisch hoge doelen bij ons aanmelden.’

Illustraties: Roel Venderbosch.

Termen als fitboy en fitgirl zijn daarom misleidend, benadrukt Roelofs. Ze verwijzen naar een heel kleine groep sporters die beeldbepalend is, omdat ze hun lichamen graag aan de buitenwereld tonen. De meeste sportieve studenten zijn echter juist voor zichzelf bezig.

Roelofs herkent geen gemene deler onder de sportende studenten. Juist de diversiteit springt in het oog in het sportcentrum: ‘De outfits variëren van tijgerprinttenues tot ouderwetse trainingspakken. En laatst kwam er een jongen in een jurk sporten.’

Die veelzijdigheid is illustratief voor het RSC. ‘In traditionele sportscholen zijn stereotiepe sporters, zoals de fitboy, veel duidelijker aanwezig. Studenten vormen een brede afspiegeling van de samenleving, waardoor je in het Sportcentrum allerlei groepen ziet.’

2. Het Instameisje

‘Facebook is dood. Bijna alle studenten zitten op Instagram’, zegt student communicatiewetenschappen Eline Keuven (18), die bijna 11.000 volgers heeft. ‘Meer dan de helft van mijn volgers kreeg ik via mijn dertienjarige zusje Emma. Zij heeft een YouTube-kanaal met 130.000 volgers en op de app TikTok heeft ze er zelfs 330.000.’

Op een normale dag brengt Eline tot twee uur door op Instagram. Tegenwoordig iets minder: ‘Op mijn kamer in Nijmegen is te weinig licht, wat niet goed is voor de foto’s (lacht). Meestal maken mijn moeder of zusje de foto’s; bij hen voel ik me het meest op mijn gemak.’

Eline noemt zichzelf ontzettend kieskeurig. ‘Bij de meeste foto’s heb ik vooraf een beeld in mijn hoofd. Op vakantie in Italië hield ik een leeg ijshoorntje onder de toren van Pisa, waardoor het leek of ik de toren aan het opeten was.’

‘Het gebeurt wel eens dat mensen met me op de foto willen, bijvoorbeeld tijdens mijn bijbaantje in de supermarkt of toen ik op Pukkelpop was. Dat voelt raar, maar je kan het natuurlijk niet weigeren.’

Als micro-influencer krijgt Eline af en toe gratis troep opgestuurd. ‘Volgens mijn moeder, die behalve mijn manager ook die van mijn zusje is, zou ik tot tweehonderd euro kunnen verdienen per foto, maar dat interesseert me niet zo. Ik wil me nu focussen op mijn studie. Later zou ik graag de sociale media van een politieke partij of een groot bedrijf willen beheren.’

3. De thuiswoner

Het aantal studenten op kamers daalt als gevolg van het leenstelsel, zo concludeerde de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting afgelopen najaar in een rapport. ‘Op kamers leven is duur. Thuis wonen bespaart me een hoop geld’, stelt ook Milou Stokman, eerstejaarsstudent communicatiewetenschap. ‘Daarbij is er een goede treinverbinding met mijn woonplaats Deventer en reis ik vaak samen met mijn beste vriendin.’

In college zijn de thuiswonenden iets meer op zichzelf, maar een duidelijk verschil met studenten op kamers ziet Stokman niet. ‘Natuurlijk mis ik wel eens een feestje, maar ik heb alsnog een goede klik met medestudenten en veel activiteiten van de studievereniging kan ik gewoon bijwonen.’

Stokman is niet ongeduldig om op kamers te gaan, mede door de ervaring van haar broer. Hij  verhuisde naar Nijmegen om rechten te studeren, maar stopte halverwege zijn eerste jaar. ‘Daardoor wacht ik liever nog. Het bevalt goed bij mijn ouders en in Deventer heb ik mijn werk en sociale leven, weinig reden dus om al op kamers te gaan.’

Wil ze uiteindelijk wel in Nijmegen gaan wonen? ‘Ik denk daar nog niet echt over na. Ik wil in ieder geval mijn eerste jaar afronden, zodat ik beter weet of de studie bij me past. Voorlopig is Deventer precies goed.’

4. De gamer

Gijs Jacobs is voorzitter van Dorans. De e-sportvereniging van Nijmegen heeft tussen de tachtig en honderd leden, voor het overgrote deel mannen. ‘Niettemin zijn de vrouwen de actiefste leden’, zegt Jacobs. De trainingslokalen van Dorans bevinden zich in het Huygensgebouw en daarom zijn de meeste leden afkomstig van de Bètafaculteit. ‘Maar we hebben ook leden van andere faculteiten hoor.’

De gamers van Dorans spelen vooral League of Legends, een spel waarin teams goudstukken kunnen winnen door elkaar uit te schakelen. ‘Het is erg competitief,’ zegt Jacobs, ‘je moet aan veel dingen tegelijk denken.’ Als winnaar van een Europese kwalificatie League of Legends mocht het selectieteam van Dorans in 2017 naar de LOL International Collegiate Championships in China.

Het stereotype van de gamende nerd achtervolgt de leden van Dorans al jaren. ‘Natuurlijk gaan veel van onze gesprekken over games; het is onze gezamenlijke interesse’, zegt Jacobs. ‘Maar dat gamers asociaal zijn, klopt niet. We borrelen vaak en organiseren activiteiten met andere verenigingen. En we gamen altijd in een groep.’

De echte gameverslaafden tref je volgens Jacobs niet bij Dorans aan. ‘De meeste leden spelen alleen League of Legends tijdens trainingen. Andere games spelen we ook thuis, maar nooit in zo’n mate dat het de studieprestaties schaadt.’

5. De carrièretijger

‘Het is belangrijk om op meerdere manieren kennis te vergaren’, zegt student bestuurskunde Xander van Ulsen. Hij deed dat bij de studieverenigingen van bestuurskunde en economie en in het bestuur van studentenonderneming Start Up Mix Students, voordat hij dit studiejaar namens asap zitting nam in de Universitaire Studentenraad. ‘Ik begon met commissiewerk om mensen te leren kennen. Nog steeds bekleed ik mijn nevenfuncties bovenal omdat ze leuk en leerzaam zijn, maar inmiddels besef ik ook dat ze goed staan op mijn cv.’

Of ‘de carrièretijger’ goed herkenbaar is? ‘Niet direct’, stelt Van Ulsen. ‘Ik kleed me hooguit iets zakelijker of verzorgder dan gemiddeld, bijvoorbeeld voor ontmoetingen met het college van bestuur, maar ik loop niet in driedelig pak over de campus.’ Van Ulsen ziet veel studenten die zich naast hun opleiding actief op een loopbaan voorbereiden. Enerzijds vragen bedrijven vaak om meer dan studie-ervaring. Tegelijkertijd leggen studenten zelf de lat steeds hoger.

‘Soms vergeten we dat een diploma ook al veel waard is. Bovendien: waarom het hoogste nastreven, als je die topfunctie op de Zuidas niet eens ambieert?’ Zelf maakt Van Ulsen zich niet druk. ‘Het helpt om met potentiële werkgevers te praten en te ontdekken wat ze verwachten. Als je goed kan uitleggen wat je van verschillende ervaringen hebt geleerd, maakt het niet per se uit of je  commissiewerk hebt gedaan of vrijwilligerswerk bij je sportvereniging.’

Dit artikel staat ook in de special van Vox over studeren anno 2019.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!