FNWI gaat verder uitbreiden naar de Mercatorgebouwen om het groeiende aantal studenten en medewerkers te blijven huisvesten. Welke afdeling waar komt te zitten, gaat de faculteit de komende maanden ‘in goed overleg’ bepalen.

De bètafaculteit barst steeds verder uit haar voegen. Dat komt door een toenemend aantal studenten en medewerkers, licht faculteitsdirecteur bedrijfsvoering Iwan Holleman desgevraagd toe. ‘We krijgen meer structurele financiering, onder meer uit het sectorplan bètatechniek en voor onderwijs. Hierdoor kunnen we meer mensen aannemen. Ook wordt er meer extern onderzoeksgeld binnengehaald dan een paar jaar geleden.’

Kantoren verkleinen

Genoeg reden voor de faculteit om dit voorjaar nieuwe huisvestingsplannen te maken. Wat de beste oplossing is om iedereen onder te brengen is nu nog een open vraag, zegt Holleman. ‘Voor een deel lukt dit als je ruimtes effectiever gebruikt. Bijvoorbeeld door kantoren iets te verkleinen, of te kijken of de personele bezetting optimaler kan. Maar daarmee alleen gaan we het niet redden, daar ben ik eerlijk in.’

Voor een structurele oplossing kijkt de faculteit dan ook naar andere opties. Zoals de Mercatorgebouwen, waar nu ook al enkele afdelingen van de faculteit zitten, waaronder Informatica. ‘In Mercator 1 kunnen we mogelijk extra kantoorruimtes huren. En in Mercator 3 staan momenteel labs leeg, nog van de vorige huurder.’

Geen Huygensvleugel

Het Huygens krijgt er in ieder geval geen extra vleugel bij, zegt Holleman. Een aantal jaar geleden waren er concrete plannen voor zo’n uitbreiding, maar die werden in 2016 door het college van bestuur afgeblazen. ‘Dat zou sowieso meer iets zijn voor de lange adem. En bovendien veel kostbaarder.’

De faculteit gaat de komende maanden in gesprek met alle instituten om de wensen te inventariseren. De directeur: ‘Hopelijk kunnen we in goed overleg tot een scenario komen waarin iedereen tevreden is, of in ieder geval het minst ontevreden.’ Onderzoeksgroepen zullen niet fysiek opgeknipt worden, benadrukt hij, maar of instituten bij elkaar blijven is de vraag. ‘Dat zullen we zo veel mogelijk proberen. We hebben nu overigens ook al instituten die verspreid zitten, zoals IMM (het Institute for Molecules and Materials, red.).’

Het faculteitsbestuur zal in het najaar de knoop doorhakken, verwacht Holleman. De implementatie van de nieuwe plannen zal dan ergens in de loop van volgend kalenderjaar zijn.