Toen & Nu (5): Huize Heyendael in 1920
Vroeger had de universiteit geen campus, maar stonden de onderwijsgebouwen verspreid over de stad. In het kader van 95 jaar Radboud Universiteit duikt Vox het beeldarchief in. Wat is er veranderd? Vandaag: Huize Heyendael.
De Nijmeegse campus kenmerkt zich door veel groen en een bonte verzameling gebouwen. Zo is er het Erasmusgebouw, dat hoog boven alles en iedereen uittorent, maar ook moderne gebouwen als het Grotius- en tandheelkundegebouw. Tussen de moderne universiteitsgebouwen staat Huize Heyendael, één van de laatste herinneringen aan hoe dit gebied er vroeger uitzag. En dat was in ieder geval nóg een stuk groener.
Uitbreiding en groei
Dat de Katholieke Universiteit in de jaren vijftig terechtkwam op het landgoed Heyendael en uiteindelijk langzaam uit het centrum van Nijmegen verdween, had te maken met de wens een medische faculteit op te richten. Dat verlangen bestond al sinds de stichting van de universiteit in 1923, maar was toen nog onbetaalbaar. Pas nadat bijzondere universiteiten vanaf 1948 rijkssubsidie ontvingen, kon het plan worden gerealiseerd. Voor de toekomstige uitbreiding van de universiteit en de te verwachten groei van het aantal studenten, keek de Sint-Radboudstichting uit naar een nieuwe locatie.
Landgoed Heyendael leek de ideale optie. Het landgoed met daarop de villa was eigendom van Frans Jurgens, een telg uit de margarinefabrikantenfamilie die in 1929 aan de basis stond van de oprichting van Unilever. In mei 1949 verkocht hij een deel van het landgoed voor ongeveer een half miljoen gulden. Een voorwaarde van de familie was dat Huize Heyendael bij de koop was inbegrepen.
Van margarine tot landgoed
Nadat Frans Jurgens in 1912 het landgoed kocht, liet hij Huize Heyendael bouwen, dat in 1914 werd afgerond. Te midden van een Engelse tuin, een productiebos en een jachtgebied, vormde de villa het centrum van het landgoed, waar Jurgens met zijn gezin woonde. Architect Estourgie liet zich voor het huis inspireren door de Gouden Eeuw en het in 1913 voltooide Vredespaleis in Den Haag. Dat is terug te zien in de trapgevels en de versieringen in natuursteen. Ook bijzonder: het interieur. Sommige delen daarvan zijn veel ouder dan het gebouw zelf. Zo hangen er behangschilderijen uit 1736 en zijn een aantal lambriseringen en plafonds zelfs nog een eeuw ouder.
Eerder kitsch dan kunst
Na de aankoop van het landgoed, toonde de universiteit lange tijd geen interesse voor de cultuurhistorische waarde van de villa. Sterker, toen het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk het interieur van het gebouw in 1970 op de monumentenlijst plaatste, ging het universiteitsbestuur daartegen in beroep. Zij vond dat de villa ‘als mislukte poging moet worden beschouwd om door samenvoeging van veel elders waargenomen bouwstijlen een imposante, de genoemde familie waardige behuizing te verschaffen.’ Ook voor het interieur bestond maar weinig waardering: ‘Het totaal getuigt eerder van kitsch dan van kunst.’ Maar toch verscheen de villa op de lijst, waarna de waardering ervoor snel toenam. Om met de woorden van collegevoorziter Willy van Lieshout (1974-1993) te spreken: ‘De KUN is een jonge universiteit. Dan is iets ouds altijd aardig, ook al is dat oud maar honderd jaar.’
Met dank aan Jan Brabers, universiteitshistoricus. Marjolein van Diejen maakte de foto van ‘nu’. Foto ‘toen’:: Regionaal Archief Nijmegen
Bron: http://www.ru.nl/facultyclub/welkom/geschiedenis/ en Rob Wolf, De Trek naar het zuiden: gebouwen van de Katholieke Universiteit Nijmegen 1923-1998 (Nijmegen 1998).