Home » Nieuws » Frans Kusters was meer dan een ‘Nijmeegse schrijver’
Frans Kusters was meer dan een ‘Nijmeegse schrijver’
21 nov 2012
Absurdistische verhalen schreef hij. Op een uiterst fijnzinnige manier wist hij het menselijk gedrag bloot te leggen. Frans Kusters, de schrijver uit Nijmegen die gisteren overleed, maakte niet alleen korte verhalen voor De Bezige Bij. Hij schreef ook voor KUNieuws, de voorloper van Vox. In literair Nijmegen kende hij iedereen.Frans Kusters in gesprek met Jan Siebelink en Thomas Verbogt in Lux, november 2010. Foto: Erik van ’t Hullenaar ‘Hij heeft zijn hele leven nergens anders gewoond.’ Die zin zag Jos Joosten, hoogleraar Nederlandse letterkunde, al in verschillende necrologieën voorbij komen. Zou Frans Kusters (63) niet leuk gevonden hebben. Die hield er niet van om als provinciaal weggezet te worden. Hij woonde in Nijmegen. Hier was het goed. Soit. Jos Joosten herinnert zich het jaar 1996. Hijzelf was toen directeur van literair festival De Wintertuin. Frans Kusters stond op de lijst van schrijvers. ‘De Nijmeegse schrijver Frans Kusters’, had ik in de folder gezet’, vertelt Joosten. ‘Ik kreeg een boze brief van Frans. Een schrijver uit Amsterdam noemde je toch ook geen Amsterdamse schrijver?’ Frans Kusters debuteerde in 1975 met de verhalenbundel De reis naar Brabant. Hij had meteen succes. Met het boek won hij de Reina Prinsen Geerligsprijs. Dat gaf hem aanzien bij vakgenoten. Daarbij werd zijn werk uitgegeven door De Bezige Bij, in die tijd dé literaire uitgever. Bij het grote publiek werd Kusters echter nooit bekend. Reden: het korte verhaal leeft niet in Nederland. ‘Maar onder schrijvers werd hij enorm gewaardeerd’, zegt collega-schrijver en boezemvriend Thomas Verbogt. ‘Vanwege zijn fijnzinnigheid, zijn veelzeggende soberheid.’ Kusters studeerde rechten aan de Radboud Universiteit in zijn geboortestad en werkte tot zijn ziekte aan de juridische faculteit. Op een Kafka-achtige manier schreef hij over de belachelijkheid van de vergadercultuur, over de sfeer op een universiteit. Dikdoenerij Verbogt en Kusters leerden elkaar kennen in Nijmegen-Oost. Ze woonden een paar jaar in hetzelfde studentenhuis. Café Trianon – waar ook Pé Hawinkels en uitgevers van SUN kind aan huis waren – was hun huiskamer. ‘Toen ik Frans ontmoette was ik achttien’, vertelt Verbogt. ‘Hij 21. We moesten een lied schrijven voor de ouders van een gezamenlijke vriend. We raakten aan de praat over het schrijverschap. Dat gesprek heeft zich 42 jaar lang voortgezet.’ Samen met Nop Maas en Anton Fasel richtten ze literair tijdschrift De Schans op. Verbogt: ‘Zaterdag heb ik nog lang met hem zitten praten. Wat ons bond was dat we niet van dikdoenerij hielden, ook niet in boeken.’ Jos Joosten leerde Kusters goed kennen toen ze beiden columnist waren voor KUNieuws, de voorloper van Vox. Hij herinnert zich het verhaal Tussen de rodondendrons dat Kusters schreef over de nieuwbouw van de rechtenfaculteit aan de Thomas van Aquinostraat, begin jaren tachtig. Een oudere jurist weigerde daar koffie te gaan drinken vanwege de verzakelijkte sfeer. Hij verliet het kille gebouw om in de lunchpauze eekhoorntjes te voeren in het nabijgelegen bos. Uiteindelijk zaten de diertjes dagelijks in een lange rij op hem te wachten. ‘De universiteit was het domein van Kusters.’ Ook Joosten verloor de aimabele Kusters nooit meer uit het oog. De twee RU-medewerkers woonden twee straten van elkaar af en verkeerden in dezelfde literaire kringen. Verbogt reist vandaag van zijn woonplaats Amsterdam naar Nijmegen, naar het huis waar hij met zijn vriend zo veel mooie gesprekken voerde. ‘De stad was zijn biotoop. Maar Kusters een Nijmeegse schrijver noemen is onzin. Daarvoor is zijn werk veel te universeel.’ / AnnemarieHaverkampLees hier de columns die Frans Kusters in 1998 en 1999 schreef voor KUNieuws bij illustraties van Miesjel van Gerwen.
Ruim een jaar geleden had ik, naar nu helaas blijkt, een laatste etentje met Frans en zijn Gab in – jawel – Trianon. Hij was toen al zwaar aan de chemo. Desondanks viel er heel wat te lachen bij het ophalen van onze gezamenlijke herinneringen aan KUnieuws. Tot hij me ineens heel serieus aankeek en me bedankte. Waarvoor in godsnaam, vroeg ik stomverbaasd. “Dat je me toen gevraagd hebt om die columns te gaan schrijven.” Dat was toch ook in mijn eigen belang, luidde mijn reactie. “Ja, maar ik ontdekte toen pas dat ik dat heel erg leuk vond. En ik het dus ook met heel veel plezier heb gedaan.”
Waarna het nog een hele vrolijke avond werd, daar aan de Berg en Dalseweg
Ruud Keulers schreef op 21 november 2012 om 16:29
Ruim een jaar geleden had ik, naar nu helaas blijkt, een laatste etentje met Frans en zijn Gab in – jawel – Trianon. Hij was toen al zwaar aan de chemo. Desondanks viel er heel wat te lachen bij het ophalen van onze gezamenlijke herinneringen aan KUnieuws. Tot hij me ineens heel serieus aankeek en me bedankte. Waarvoor in godsnaam, vroeg ik stomverbaasd. “Dat je me toen gevraagd hebt om die columns te gaan schrijven.” Dat was toch ook in mijn eigen belang, luidde mijn reactie. “Ja, maar ik ontdekte toen pas dat ik dat heel erg leuk vond. En ik het dus ook met heel veel plezier heb gedaan.”
Waarna het nog een hele vrolijke avond werd, daar aan de Berg en Dalseweg
Joep schreef op 19 augustus 2013 om 13:56
De link naar de columns van Frans kusters klopt niet.
Deze moet zijn:
http://www.m-site.nl/miesjel-van-gerwen/projecten/archief/zonder-titel-project/
of als pdf:
http://www.m-site.nl/wp-content/uploads/zonder-titel.pdf
mark schreef op 20 augustus 2013 om 15:55
Dank je, is aangepast.