‘Ga eerst werken voor je bij de universiteit aanklopt’
De universiteit heeft studenten nodig die met vragen komen die ze in hun werk hebben opgedaan. Jan Bransen, hoogleraar filosofie, roept jonge mensen daarom op éérst te gaan werken, voordat ze bij de universiteit aankloppen.
Met een bezwaard hart houd ik me tot nu toe verre van WOinActie. Ondanks mijn sympathie voor mensen die in verzet komen tegen de desastreuze werkdruk lukt het me niet te pleiten voor meer geld voor de universiteiten.
De reden is eigenlijk heel simpel en identiek aan de reden waarom ik ruim 35 jaar geleden als Vriend van Amelisweerd betrokken was bij de bezetting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Meer asfalt leidt tot meer mobiliteit leidt tot meer auto’s leidt tot meer files leidt tot nog meer asfalt. Dat is een foute cirkel die je moet zien te doorbreken.
Zo’n cirkel zie ik ook in het hoger onderwijs: meer geld voor de universiteiten leidt tot meer academisch onderwijs leidt tot meer studenten leidt tot meer werkdruk. Daar schieten we niets mee op.
Laat ‘m staan
Terwijl de oplossing simpel is, net als in het verkeer. Laat de auto staan. Gebruik hem alleen als je beslist ergens naar toe moet, zo dringend dat je daar zelfs een file op een tweebaansweg voor over hebt. Dat hadden we jaren geleden moeten bedenken.
De analogie voor het hoger onderwijs is deze: ga niet studeren. Ga gewoon werken. Het betreden van de arbeidsmarkt is namelijk altijd lastig. Dat heeft nauwelijks met de hoogte van je diploma te maken. Dat blijft lastig, ook als je superhoogopgeleid bent. Of als je overgekwalificeerd bent. Je zult het merken als je solliciteert: ze vragen om ervaring.
En ervaring doe je niet op in het huidige onderwijs. Dat is een reden te meer om zo snel mogelijk te gaan werken. Dan doe je in ieder geval ervaring op.
Abstracte stof
Natuurlijk gaat het doorbreken van zo’n cirkel niet vanzelf. Het zal pijn doen. Er zal veel verzet zijn. We zullen door een dal moeten gaan, een dal waarin de arbeidsmarkt zich geen raad zal weten met al die vroege schoolverlaters die niet gaan studeren.
Maar ik zie meer heil in dat dal dan in de wal die het schip zal moeten keren als we straks met 40 procent hogeropgeleiden zitten wier enige praktische ervaring is dat ze onbruikbaar abstracte stof op een vast moment hebben leren reproduceren.
En ik zie daarnaast een belangrijk voordeel voor gezond en uitdagend academisch onderwijs. Mensen zullen in hun werk namelijk zo af en toe op een verlegenheid in hun eigen functioneren stuiten. Ze zullen beseffen dat ze iets niet begrijpen of iets niet kunnen. Zo’n besef zou zomaar kunnen uitgroeien tot een leervraag, hun eerste eigen, authentieke leervraag. Geen vraag die al lang voor ze klaarligt in het zogenaamd probleemgestuurde, studentactiverende onderwijs, maar een vraag die echt van henzelf is, waar zij mee zitten, buiten de collegezalen.
Dat is wat het academisch onderwijs nodig heeft: mensen die staan te trappelen om te komen studeren omdat ze zelf met hun eigen prangende leervraag zitten.
Postacademisch onderwijs
Zulke studenten kennen we tegenwoordig alleen nog in het postacademische onderwijs, het onderwijs voor mensen die in hun werk ontdekken dat ze eigenlijk te vroeg met studeren zijn gestopt en die nu in inspirerende en veeleisende duale trajecten tegelijkertijd leren en werken. Dat zijn voor docenten geweldige studenten. Laat die maar komen! Daar heb je er nooit te veel van. Daar werk je met plezier harder en langer voor. Omdat je ook zoveel van ze krijgt, omdat ze zoveel komen brengen.
Zulke studenten worden op dit moment aan de universiteit enorm gemist. Vandaar dat ik voor een verplicht tussendecennium pleit. Eerst gaan werken. Ervaring opdoen. Ontdekken wat je niet begrijpt. En dan pas het postinitiële onderwijs in. In een duaal traject. Omdat jij het wil. Echt wil. Zelfs als je er in de file op een tweebaansweg naar toe zou moeten rijden.
Deze opinie staat vandaag ook in De Volkskrant.
Stijn schreef op 13 december 2018 om 12:33
Het hierboven beschreven idee is heel mooi en ondersteun ik in principe ook. Helaas is de praktijk weerbarstiger.
Voor jongeren zijn er buiten de Randstad weinig inspirerende werkplekken beschikbaar waar een ‘authentieke leervraag’ tot stand zal komen. Waar die plekken er wel zijn, is er vandaag de dag meestal sprake van onbetaalde stages of vrijwilligersvergoedingen waarmee niet in het levensonderhoud valt te voorzien. Vaak zijn vergoedingen niet eens toereikend om de reiskosten te dekken.
De prachtige ervaring die dhr. Bransen beschrijft is daardoor alleen bereikbaar voor jongeren van een zodanig bemiddelde afkomst dat ze een paar jaar vrijelijk op zak van hun ouders kunnen teren.
Jan Bransen schreef op 13 december 2018 om 14:43
Dat hangt er van af hoeveel haast je hebt en hoeveel initiatief je toont.
Je hebt niet heel veel geld nodig om rond te komen en dan blijft naast je ‘baantje’ nog genoeg tijd over om de wereld verder te verkennen. Doe vrijwilligerswerk en denk ook daar ruim over. Er is zoveel meer te doen dan in de fuik te zwemmen die alle volwassenen om je heen als vanzelf voor je openhouden.
Er is zoveel meer creatief initiatief mogelijk. En laat het tien jaar duren. Is dat erg? Nee, jullie worden allemaal gemiddeld straks zo’n 90 jaar oud. Waarom die haast om financieel binnen of veilig te zijn?
(Ik mocht nog acht jaar studeren, maar had daar altijd een baantje bij zodat ik zonder studieschuld afstudeerde. In een moeilijke tijd. Na mijn studie deed ik nog meer dan een jaar ongeschoold werk. Het was toen vooral een makkelijkere tijd omdat de verwachtingen en de eisen van je omgeving niet zo hoog waren.)
Stijn schreef op 13 december 2018 om 18:45
Ik weet niet zeker of ik je begrijp, maar als je bedoelt dat ik mijn verwachting naar beneden bij moet stellen en moet kiezen voor een carrière als vakkenvuller heb je misschien een punt. Feit is wel dat mensen van mijn leeftijd vaak niet in een dergelijke functie aan de bak komen omdat ze worden weggeconcurreerd door middelbare scholieren die onder jeugdloonwetgeving goedkoper zijn voor de werkgever.
Als je bedoelt dat ik niet genoeg durf en dat ik met een beetje meer lef zou kunnen kiezen voor de werkervaring van mijn dromen, zit je er denk ik naast. Dat reken ik graag voor je voor.
Mijn maandelijkse lasten zijn ongeveer 500 euro. 200 euro daarvan gaat op aan eten dat ik goedkoop inkoop via internet of op de markt. 200 euro betaal ik voor mijn huur. Daarmee heb ik in vergelijking met anderen een extreem goede deal, mede omdat ik het creatief initiatief heb genomen om samen te gaan wonen met iemand die ik eigenlijk niet goed kende. Helaas is één van de voorwaarden in ons contract dat wij studeren. Als ik daarmee stop ben ik waarschijnlijk een stuk duurder uit. 70 euro ben ik kwijt aan mijn zorgverzekering. Dat ik daarmee in het meest uitgeklede pakket vastzit en 900 euro eigen risico heb neem ik maar voor lief. Voor het overige heb ik een goedkope belbundel van 10 euro per maand en ter vermaak een sportabonnement bij de RU. Dat is goedkoop voor studenten, maar bij commerciële aanbieders betaal je al gauw dertig euro per maand.
Voor het overige kan ik zonder kosten te maken de nodige leuke ervaringen opdoen. Op vakanties ga ik liften, en omdat ik in mijn kleine woonruimte regelmatig via Couchsurfing gasten verwelkom, kan ik dan ook gratis verblijven. Ik bezoek een paar musea die voor studenten vrij toegankelijk zijn, maar dat laatste zal ik na jouw advies te volgen helaas moeten laten varen. Als ik bij mijn ouders op bezoek wil leen ik een racefiets en fiets ik 100 kilometer, zodat ik geen kosten voor de trein hoef te maken. Voor cadeaus bij gelegenheden of versnaperingen in de horeca heb ik geen budget, maar dat hoef ik ook niet.
Al met al vind ik het een bescheiden maar zeer plezierig leven. Ik denk echter niet dat ik het zou kunnen vol houden in combinatie met een inspirerende betaalde baan.
Wekelijks ontvang ik verschillende nieuwsbrieven, maar eigenlijk zie ik nooit inspirerende functie voorbij komen waar 500 euro ‘stagevergoeding’ voor wordt neergeteld. Want let wel, vrijwel iedere baan die meer inspiratie biedt dan het aan de telefoon voorliegen van consumenten of fysiek werk in een distributiecentrum heet tegenwoordig een stage.
Afijn, ik bekijk er dus iedere week wel van een aantal stages de arbeidsvoorwaarden. Ik heb er nog maar zelden één in mijn vizier gehad waarmee ik met 40 uur werk de 500 euro binnen zou halen die ik nodig heb om mijn huidige levensstandaard te kunnen volhouden, laat staan één waarmee ik zou kunnen rondkomen als mijn vaste lasten bij gebrek aan de genoemde studentenvoordelen zouden stijgen.
Wanneer ik een salaris voorbij zag komen dat wel die mogelijkheid zou bieden, heb ik overwogen te solliciteren en vaak om meer informatie gevraagd. Tot nu toe bleek iedere keer dat er nog problemen ontstonden met de reiskosten. Zoals gezegd is er in bijvoorbeeld de Randstad meer aanbod dan hier. De woonlasten zijn daar echter ook vele malen hoger. Wanneer ik informeerde naar reiskostenvergoeding bleek in de beste gevallen dat er 60% zou worden vergoed. Met een rekenmachine bij de hand zag ik dan dat ik met het oog op de kosten voor een NS-abonnement soms op nul uitkwam en soms geld moest bijleggen om de baan uit te oefenen.
Mocht je nog concrete tips hebben voor een inspirerende baan waarmee ik rond zou kunnen worden, dan hoor ik het graag!
Dick nieuwstraten schreef op 14 december 2018 om 00:29
Om levenservaring op te doen om meer te zien dan wat het westen ons geeft met alle zelfingenomenheid ons af te vragen waar wij mee bezig , ga een jaar backpacken voor je aan een studie begint en doe dit niet na je studie en ga dan niet alleen naar Australië of een ander westers land. De vragen zullen zich opstapelen ,ervaar een levensles om je hele verdere leven tot een goed einde mee te brengen.
Eva schreef op 15 december 2018 om 12:20
Een ideaal gericht op de ultieme individuele zelfontplooiing. Op je eigen authentieke leervraag. Jammer dat Bransen niet begrijpt dat 1. je van alleen werken voor jezelf niet gelukkiger zult worden en 2. het juist de stress is van het niet hebben van zo’n authentieke vraag die jonge én oudere mensen nu tot wanhoop drijft (ik ben ergens aan begonnen maar het is niet wat ik wil alleen ik kan nu toch ook niet meer stoppen? Ik moet toch mijn ware zelf vinden? dat is toch het hogere doel?). Het is een illusie dat je zonder dit soort crisismomenten uit zult komen bij een leervraag. En zelfs als je, zoals ik, wel iets authentieks en unieks hebt gestudeerd (twee oude talen) omdat je dat zelf wilde en je daar zeer geinspireerd door bent geraakt, kan dat nog betekenen dat je aan het einde ervan vertwijfeld staat te kijken of je met die kennis nou echt iets bijdraagt aan de wereld.