‘Geef studenten interactieve webcolleges, dat wordt echt gewaardeerd’
OPINIE - Economiestudent Koen Smeets zou graag zien dat docenten de komende tijd moeite steken in het maken van webcolleges waarin studenten een actieve rol spelen. 'Dit zorgt niet alleen voor interactie met studenten, maar docenten kunnen ook zien of ze de uitleg begrijpen.' Daarnaast hoopt hij dat er op de universiteit voldoende oog is voor gevoelens van eenzaamheid in tijden van corona.
Twee weken geleden presenteerde het college van bestuur het herstartplan. Hieruit blijkt dat de capaciteit van de universiteit beperkt is. In de grootste collegezaal van de universiteit, die in het Grotiusgebouw, passen normaal 482 studenten. Op coronaveilige afstand nog maar 48. Daarnaast zijn er nog circa tien zalen met een capaciteit voor meer dan twintig personen.
Deze zalen zullen ook maar beperkt gebruikt kunnen worden: het kabinet heeft besloten dat onderwijs alleen mag beginnen buiten de spits (overdag tussen 11.00 en 15.00 uur, en ’s avonds na 20.00 uur). Wel zijn hierop uitzonderingen mogelijk, waarover het Radboudumc, de universiteit, de HAN en het ROC in gesprek zijn met ov-bedrijven. Hoe dan ook, de capaciteit is zeer beperkt.
Online colleges
Als grootschalige hoorcolleges niet mogelijk zijn, wat is dan het beste alternatief? Naar mijn mening zijn dit interactieve webcolleges. Hiermee bedoel ik online colleges waarbij de docenten de studenten actief proberen bij te stof te betrekken, bijvoorbeeld door quizzes en kleine discussies. Dit zorgt niet alleen voor interactie met studenten, maar docenten kunnen ook zien of ze de uitleg begrijpen. Vragen aan een willekeurig gekozen kleine groep studenten of ze hun webcam willen aanzetten zal hiertoe niet volstaan, gezien de lage kwaliteit van de gemiddelde webcam.
Ik kan mij daarom voorstellen dat sommige docenten fysiek onderwijs voor een kleine groep studenten zullen prefereren boven de online hoorcolleges. Maar het probleem is dat hiermee de interactiviteit voor de noodzakelijk online grotere groep verloren gaat. Hetzelfde geldt voor het hergebruiken van ‘oude’ webcolleges die in de afgelopen jaren zijn opgenomen.
Hoewel ik dus goed snap waarom docenten ervoor kiezen om geen (interactieve) webcolleges te geven, wil ik docenten aanmoedigen dit wel te doen. Voor de docenten die twijfel hebben of studenten deze extra moeite wel echt waarderen: ja, voor veel studenten maakt dit echt uit. Persoonlijk heb ik dit blok goede, interactieve webcolleges gehad, waarvoor ik mijn docenten – en alle docenten die daar zoveel tijd en moeite in hebben gestoken – graag bedank. Helaas heb ik ook heel andere verhalen gehoord van medestudenten.
Om docenten aan te moedigen goede, interactieve webcolleges te geven, moet de universiteit wel bijspringen. Ze zou ondersteuning, hulpmiddelen, tijd, en vergoedingen beschikbaar moeten stellen. Denk aan een goede webcam en microfoon, stabiel internet, ICT-ondersteuning en (hoewel budgettair waarschijnlijk lastig) compensatie voor de extra uren noodzakelijk voor werkzaamheden als het aanpassen van PowerPoints.
Toetsen
Over de toetsen is nu al heldere communicatie nodig over wat fysiek en digitaal gaat worden aangeboden, met name voor de buitenlandse studenten. Is het noodzakelijk voor deze groep om naar Nederland te komen? Moeten ze nu een kamer gaan zoeken en een (jaar)contract tekenen, of kunnen ze het onderwijs ook volledig in hun eigen land volgen? Wanneer toetsen verspreid over de kleinere ruimtes van de universiteit tegelijkertijd worden afgenomen, is er de mogelijkheid voor fysieke toetsing. Maar we kunnen moeilijk verwachten dat de internationale studenten alleen hiervoor naar Nederland zullen komen.
Voor studenten die onder de corona-risicogroep vallen, is er eenzelfde soort probleem: wordt van hen verwacht dat ze naar de campus reizen om hier de toetsen te maken? Mijn voorstel zou zijn dat wanneer een toets fysiek wordt afgelegd, er in ieder geval de mogelijkheid wordt geboden voor studenten om deze toets óók digitaal te maken. Slechts wanneer het echt niet anders kan – bijvoorbeeld bij de biomedische opleidingen – moeten toetsen alleen fysiek worden aangeboden, maar het is van belang dat hier nu al concreet met studenten over wordt gecommuniceerd.
‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat studenten gemotiveerd blijven en niet ten onder gaan aan stress?’
Fysieke aanwezigheid is ook een dilemma voor werkcolleges, vooral gezien de beperkte ruimte die hiervoor beschikbaar is. Kleinere werkcolleges zouden mogelijk wel georganiseerd kunnen worden. Hierbij is het wel belangrijk dat, tenzij het echt niet anders kan, dit geen verplichte werkcolleges worden, met name voor de risicogroep en de internationale studenten.
Bij de keuze welke studenten naar de campus mogen komen, wil het college van bestuur voorrang geven aan studenten in het eerste jaar van hun bachelor en master. In het plan komt naar voren dat er maar 10 zalen zijn waar meer dan 20 studenten in kunnen, 13 zalen voor 15-20 studenten en 26 zalen voor 10-15 studenten. In combinatie met de beperkte lestijden (colleges alleen buiten de spits), zal dit in de praktijk betekenen dat er weinig tot geen fysieke lessen meer zijn voor studenten die nu al op de universiteit studeren. Hoewel ik goed snap dat voorrang wordt gegeven aan nieuwe studenten, hoop ik dat er ook werkcolleges kunnen worden georganiseerd voor studenten die op dit moment al studeren aan de universiteit.
Eenzaamheid
Wat geheel niet in het plan naar voren komt, is het gebrek aan motivatie en de gevoelens van eenzaamheid onder studenten. Ik merk dat voor veel studenten – waaronder ikzelf – dit toch wel problemen zijn die ontstaan door de afwezigheid van hoor- en werkcolleges. Als inderdaad grootschalige hoorcolleges geheel niet en werkgroepen alleen in beperkte vorm mogelijk zijn voor langere tijd, is dit iets wat het college van bestuur ook moet meenemen in haar plannen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat studenten gemotiveerd blijven en niet ten onder gaan aan stress en werkdruk? Hoe kunnen we voorkomen dat studenten zich zonder bruisend studentenleven eenzaam gaan voelen? Hoe creëren we een gevoel van saamhorigheid bij nieuwe studenten, als ze elkaar niet in persoon kunnen ontmoeten? Dit zijn belangrijke vragen zonder een eenvoudig antwoord, die wel besproken moeten worden.
Voor de eerste vraag is het belangrijk dat docenten bij het opgeven van huiswerk, verslagen, etc. meerekenen dat de coronacrisis ook de tijd van (met name uithuiswonende) studenten beperkt. Voor de tweede en derde vragen zouden we in de richting kunnen denken van kleinschalige fysieke of digitale bijeenkomsten.
Mijn advies zou dus zijn om docenten de middelen te geven voor goede, interactieve webcolleges en om toetsen, tenzij het niet anders kan, (ook) digitaal aan te bieden. Daarnaast hoop ik dat ook werkcolleges kunnen worden georganiseerd voor de studenten die nu al studeren. Als laatste vind ik het belangrijk om nu al na te denken over hoe we motivatie bij studenten kunnen verhogen en een gevoel van eenzaamheid kunnen voorkomen.
Koen Smeets is tweedejaarsstudent Economics aan de Radboud Universiteit. Daarnaast is hij Outreach Coördinator bij Rethinking Economics NL, een organisatie die zich inzet voor het vernieuwen van het economisch onderwijs.
mark schreef op 14 juni 2020 om 23:33
Hierom is het zo ontzettend jammer dat de universiteit centraal besloten heeft geen cursusevaluaties te doen dit semester. Iedereen snapt dat deze vertekend zouden zijn door de corona-omstandigheden, dus daar kun je rekening mee houden. Maar door ze helemaal niet te verzamelen beroof je alle docenten van de meest natuurlijke evaluatiemogelijkheid voor het harde werk dat ze gestopt hebben in het online en interactief voortzetten van hoor- en werkcollege’s.
pilonnetje schreef op 29 juni 2020 om 17:34
Helemaal mee eens! Al snap ik dat het interactieve moment vaak niet in de colleges zelf gepast kan worden. Geef in zulke gevallen dan interactief huiswerk op: laat mensen discussieren en verslagleggen, geef een onderwerp om een kort paper over te schrijven, laat ze een presentatie geven… als het maar meer dan passief luisteren is. Iets wat bij veel van mijn docent overigens gelukt is, waarvoor dank 🙂