Geen extra uitvallers door coronajaar
Vorig jaar zijn niet méér eerstejaars gestopt met hun studie aan de Radboud Universiteit dan voorgaande jaren, ondanks het verslechterde studentenwelzijn in het corona-collegejaar. Ook haalden studenten betere resultaten.
Corona heeft vorig jaar niet voor een veel hogere uitval onder eerstejaarsstudenten aan de Radboud Universiteit gezorgd. Van de studenten die zich vorig collegejaar inschreven voor een bachelorstudie, is 15,3 procent gestopt met de studie. Dat blijkt uit voorlopige uitvalcijfers die Vox opvroeg bij de universiteit.
Dat aantal uitvallers is niet veel hoger dan in voorgaande collegejaren. In collegejaar 2019-2020 schreef 14,3 procent van de eerstejaars zich weer uit. De jaren ervoor lagen die cijfers iets hoger, met 16,7 procent in 2018-2019 en 16,4 procent in 2017-2018. Woordvoerder Martijn Gerritsen vindt het fijn om te merken dat de uitval niet is gestegen. ‘We waren toch bang dat het tegenovergestelde het geval was’, zegt hij.
Het gaat hier enkel om studenten die voor het eerst zijn begonnen met een bachelorstudie aan de Radboud Universiteit. Studenten die van studie wisselden, zijn niet meegeteld.
Studiesucces
Ook het studiesucces onder de studenten nam toe. Dat bleek uit een analyse van de universiteit uit april. De studenten haalden in het eerste semester van afgelopen collegejaar gemiddeld bijna een half studiepunt meer dan in het jaar ervoor. Het gemiddelde cijfer steeg van 7,17 naar 7,21. Waarom dat zo is, weet Gerritsen niet. ‘Je kunt je voorstellen dat studenten minder alternatieven hebben. Een deel zal meer tijd hebben genomen om te studeren’, zegt hij.
Studiesucces of studie-uitval zegt niet alles, weet Gerritsen. ‘We weten dat het met een deel van de studenten niet goed gaat.’ Radboud-onderzoekers brachten begin dit jaar naar buiten dat 80 procent van de studenten kampt met afnemende motivatie en 10 procent professionele hulp zoekt. Gerritsen: ‘Daarom zijn we ook zo blij dat het fysieke onderwijs weer van start kan.’
Op 1 oktober verschijnen de definitieve cijfers, maar de universiteit heeft volgens Gerritsen geen reden aan te nemen dat de cijfers nog enorm zullen stijgen.