Geen kamer tijdens de introweek? Deze studenten logeren dan maar op de camping
De introductieweek zit er alweer bijna op. De week waarin zo'n 4.000 startende studenten kennismaken met hun nieuwe stad, opleiding en studiegenoten. Dat wil je als beginnend student niet missen, maar wat als je nog geen kamer in Nijmegen hebt? Tientallen studenten kiezen voor een tijdelijke noodoplossing: kamperen.
Op het campingterrein van De Groote Flierenberg in Berg en Dal hebben ongeveer dertig eerstejaarsstudenten een tentje opgezet. De studenten hebben een apart gedeelte gekregen op de camping, afgezonderd van de andere gasten, zodat ze hen niet tot last zijn. Dit lijkt een overbodige voorzorgsmaatregel, aangezien ze ’s ochtends naar Nijmegen vertrekken en ’s nachts terugkomen om een paar uur te slapen.
Weekje verblijven
Zo ook de 17-jarige Sep Peterman en de 18-jarige Raf Buurman. De twee vrienden komen uit Deventer en beginnen deze week met de opleidingen politicologie en bestuurskunde. ‘We wilden graag bij de introductie zijn, maar als we elke dag van Deventer op en neer zouden moeten, zouden we veel missen. Daarom hebben we ervoor gekozen om hier een weekje te verblijven’
Peterman zou na de introductie graag in Nijmegen blijven, maar hij heeft nog geen kamer kunnen vinden. ‘Ik ben al een maand op zoek, maar het is bijna onmogelijk om iets te vinden.’ Buurman kijkt het eerst nog even aan: ‘Ik wil eerst kijken of ik de opleiding leuk genoeg vind, voordat ik op zoek ga naar een kamer.’
Ook Kevin Spee (24) is niet van plan om in Nijmegen te gaan wonen, al moet hij elke dag een uur en tien minuten in de trein zitten. ‘Ik woon in Swalmen, een dorpje dichtbij Roermond. Het zou mij veel reistijd schelen als ik in Nijmegen zou wonen.’ Toch ziet de eerstejaars geschiedenisstudent het niet zitten om op kamers te gaan. ‘Ik heb autisme en zou het heel lastig vinden om in een studentenhuis te wonen waar bijvoorbeeld huisgenoten midden in de nacht dronken thuiskomen.’
‘Het is alles behalve een feestcamping’
Op de camping vindt Spee het wel prima. ‘Het is hier erg rustig. Soms wordt er kort gepraat als we elkaar ‘s avonds tegenkomen bij de wc’s, maar het is allesbehalve een feestcamping.’
Tom van de Bruinhorst (17) lijkt het wel leuk om te verhuizen, maar hij is bang dat hij niets zal kunnen vinden. ‘Ik ben nog 17, dat is te jong om op kamers te gaan. Althans, dat vinden de meeste huisbazen blijkbaar; je vindt jezelf natuurlijk nooit te jong. Mij is echter verteld dat je als 17-jarige geen kans maakt.’
Geen kamer, wel goed verhaal
De Barnevelder, die Philosophy, Politics and Society gaat studeren, heeft er toch vertrouwen in dat hij in de loop van het studiejaar een kamer zal vinden. ‘Je hoort altijd dat je het beste iets kunt vinden via je netwerk, dus ik moet eerst wat maten vinden en dan komt het vast goed.’
Hoewel Van de Bruinhorst het niet vervelend vindt op de camping, heeft hij wel de nadelen ondervonden van het terugfietsen uit de stad in het donker. De student is van top tot teen bedekt met krassen en schrammen. ‘Ik ben zondagnacht tegen een boom aan gereden, en ik was niet eens dronken’, zegt hij met een lach op zijn gezicht.
‘Ik fietste bergafwaarts op een onverlichte weg, en opeens stond er een boom voor me.’ Van de Bruinhorst blijft er luchtig onder: ‘Ik had wel gelijk een goed verhaal te vertellen.’
Dit artikel van Huub Tholen verscheen eerder in De Gelderlander