Peter praat politiek (4): Geen peil op te trekken
Politiek commentator en parlementair historicus Peter van der Heiden volgt de Nederlandse politiek op de voet. In aanloop naar de verkiezingen op 15 maart schrijft hij een serie op voxweb.nl. Vandaag over de 'het zijn maar' peilingen.
Met nog maar een paar weken te gaan tot de verkiezingen, begint iedereen weer zenuwachtige blikken op de diverse peilingen te werpen. Allemaal verschillend zijn ze – hoewel er erg veel statistiek achter zit, blijkt het meten van de kiezersvoorkeur bepaald geen exacte wetenschap te zijn. De enige constante bij verkiezingen lijkt de enorme afwijking van de peilingen te zijn, door Maurice de Hond en zijn soortgenoten doorgaans verklaard door het late moment waarop stemmers hun uiteindelijke keuze bepalen en de tijd die tussen de verkiezingen en de laatste peiling is verstreken. Kortom: je lijkt er weinig aan te hebben. Dat laten ook de peilingen van de twee laatste spraakmakende stembusgangen zien: het Britse referendum over het al dan niet verlaten van de Europese Unie vorig voorjaar en de verkiezing van de Amerikaanse president Trump.
Toegegeven, in het eerste geval zaten de opiniepeilers er aardig naast. Groot-Brittannië en de rest van Europa gingen naar bed met de gedachte dat de Britten bleven, een forse misser. Bij de verkiezing van Trump lag het allemaal wat genuanceerder. Meer dan negentig procent van de opiniepeilingen in de VS gaven een verkeerde uitslag aan, maar het gekke is dat een statisticus die op basis van die peilingen voorspellingen doet, de uitslag juist wél goed had. Nate Silver, onder Amerikanisten bekend vanwege zijn website fivethirtyeight, voorspelde een winst van 3 procent voor Hillary Clinton – en tekende daarbij aan dat dat wel eens te weinig kon zijn om het Electoral College te winnen.
Mijn houding jegens opiniepeilingen is altijd ambivalent geweest
Join-the-winner
Mijn houding jegens opiniepeilingen is altijd ambivalent geweest. Ik heb ze er té vaak naast zien zitten om er nog al te veel geloof aan te hechten. Aan de andere kant ben ik nog opgeleid in de tijd dat we dachten dat peilingen een eigen waarheid creëren. Met goede peilingen deed je mee aan de race en trok je nog meer kiezers. Het bandwagon-effect noemen we dat, ook wel het join-the-winner principe. Goed scoren in de peilingen betekent immers dat je een potentiële winnaar bent, en mensen hebben de neiging bij de winnaar te willen horen.
Maar tegenwoordig kun je geen peil meer trekken op die peilingen. De PVV zakt wat in de peilingen, maar dat ligt volgens Wilders niet aan een tanende kiezersvoorkeur maar aan een nieuwe peiltechniek. De PvdA staat dramatisch laag in alle peilingen, maar: dat stond ze vorige keer ook en er is maar één peiling die telt, die van 15 maart. Dat laatste argument, dat peilingen niet zo heel veel waarde hebben, is uiteraard het argument van diegenen die niet bereiken wat ze willen bereiken in deze uitslagen. De VVD is niet de grootste: het zijn maar peilingen. De SP profiteert niet van het verval van de PvdA: het zijn maar peilingen. Jan Roos komt niet in de Tweede Kamer: het zijn maar peilingen, ‘en we hebben bij de Brexit en bij Trump gezien hoe ver die ernaast zaten’ – zoals hij gisteren bij Nieuwsuur zei.
De gordijnbonus
De vraag is echter of in Nederland hetzelfde speelt als in de UK en in mindere mate (maar met nóg groter effect) in de VS. Zowel in Groot-Brittannië als in de Verenigde Staten konden mensen voor het eerst op kansrijk rechtspopulisme stemmen. Veel mensen kwamen niet openlijk uit voor de keuze die ze wilden maken, aangezien stemmen op rechtspopulisten sociaal niet altijd even gewenst is (een ander belangrijk element in peilingen!). De gordijnbonus werd dat genoemd, de neiging om in de anonimiteit op een partij te stemmen waar je niet voor uit durft te komen. In Nederland hebben we al sinds 2002 dergelijke partijen die een behoorlijk deel van het electoraat aanspreken. Hoewel het in mijn kringen niet gewaardeerd wordt om een keuze voor de PVV rond te bazuinen, zullen er aardig wat sociale omgevingen zijn waar dat heel normaal is. In ieder geval normaal genoeg om daar ook bij een opiniepeiling voor uit te komen. Het gevolg is dat in Nederland bij de afgelopen paar verkiezingen de keuze voor de PvdA niet is onderschat, maar juist is overschat – en de PVV stelselmatig minder zetels haalt dan je op basis van de peilingen zou verwachten.
Maar ik durf geen voorspelling te doen. Haalt Wilders nu de stemmen die de peilingen hem beloven? Is er een positief Trump- en Brexiteffect, of schrikt de chaos in de VS eerder weifelende PVV-kiezers af? Ik heb geen idee. En doe dus ook geen voorspelling. Hooguit op 16 maart – als de uitslag er ligt. Dan wil ik wel een voorspelling doen over de meest waarschijnlijke coalitie. En da’s al lastig zat.