De student in de startblokken heeft geen idee hoe groot zijn studieschuld zal uitvallen. Dat blijkt uit de enquête van Vox onder eerstejaarsstudenten zonder basisbeurs.

Je zou ze gerust Generatie Vraagteken kunnen noemen. Hoe moet je in godsnaam als eerstejaarsstudent zonder basisbeurs weten hoe hoog je schuld zal zijn na het behalen van je papiertje? En wat voor impact dat zal hebben op je leven na de studie? Wat betekent dat voor het kopen van een huis? Vraagteken, vraagteken, vraagteken.

Van de 215 respondenten in de Vox-enquête, verspreid onder eerstejaarsstudenten zonder basisbeurs, durven er 138 (64 procent) geen schatting te maken van hun toekomstige schuld. ‘Geen idee’, vinkten zij aan. Voor zestien studenten (7 procent) was dit een gemakkelijke vraag: zij lenen niet en zijn dat in de toekomst ook niet van plan. Hun verwachte studieschuld bedraagt dus nul euro.

Hoger dan verwacht
De studenten die wel gaan lenen én een idee hebben van hun toekomstige schuld (28 procent van de respondenten) schatten die op gemiddeld 28.452 euro. Dat bedrag ligt hoger dan het gemiddelde bedrag dat minister Jet Bussemaker verwacht. Het Centraal Planbureau (CPB) rekende voor haar uit dat die door het leenstelsel namelijk zou stijgen van de huidige 15.000 euro tot 21.000 euro.

De meeste studenten durven het wel aan om een schatting te maken van het aantal jaren dat ze nodig denken te hebben om hun studieschuld af te lossen. Gemiddeld ligt dit op 15 jaar.

Overschat salaris
Dat is overigens goed te doen, met het toekomstig salaris dat de eerstejaarsstudent gaat verdienen. Dat schat hij op ruim 2.200 euro, als eerste salaris na afstuderen, netto per maand. In vergelijking met de huidige realiteit, overschatten de studenten hun inkomen daarmee met zo’n 250 euro. Het gemiddelde bruto maandsalaris van een afgestudeerde academicus ligt anderhalf jaar na afstuderen op zo’n 2.600 euro, rekende onderzoeksinstituut SEO onlangs voor Elsevier uit. Dat komt neer op zo’n 1.950 euro. Als de studenten hun verwachtingen de komende jaren niet naar beneden bijstellen, zouden ze wel eens van een koude kermis kunnen thuiskomen. / Mathijs Noij