Gezichten van Heumensoord (3): Alaa
In de nieuwe Vox voor en over asielzoekers staan drie portretten van bewoners van Heumensoord. Zoals van Alaa (liever geen achternaam), die al vier jaar op de vlucht is. ‘Maar ik voel me nu veilig.’
‘Natuurlijk mis ik Syrië, maar ik had geen andere keuze dan te vertrekken. Ik woonde in Damascus, de hoofdstad van Syrië. Als ratten zaten we daar in de val: wij verbleven in de frontlinie, de bommen kwamen van alle kanten. Ik heb het allemaal zien gebeuren, het was immers oorlog. Ik heb mensen zien sterven. Toen wist ik: we moeten hier weg.’
‘Samen met mijn vrouw, mijn drie kinderen en mijn ouders zijn we vertrokken. Via Turkije, Griekenland, de Balkanlanden, zijn we nu uiteindelijk hier. Hopelijk kunnen we hier blijven. Ik voel me nu veilig.’
‘In Syrië werkte ik in een supermarkt. Misschien kan ik in Nederland ook wel in een supermarkt werken. Maar een andere baan vind ik ook goed. Als ik maar niet hoef te bedelen. De mensen in Nederland zijn heel aardig, net als in de rest van Europa trouwens. De faciliteiten van deze opvanglocatie laten helaas te wensen over. Het stinkt er en we moeten kamers delen. Dat is ingewikkeld in onze cultuur, omdat vrouwen vaak een hoofddoek dragen die ze niet af mogen doen bij een andere man. Maar dat doet niets af aan de vriendelijkheid van de mensen. Het doet ons erg goed om te zien hoeveel mensen ons welkom hebben geheten toen we aankwamen in deze opvanglocatie. Nederlanders zijn erg aardige mensen.’ / Mathijs Noij