Gezocht: database met professorabel talent (v)
Nederland is in Europa een ontwikkelingsgebied als het om vrouwelijke hoogleraren gaat: met 14 vrouwen op elke honderd profs bungelen we onderaan in de vandaag gepubliceerde lijst. De Nijmeegse collegevoorzitter Gerard Meijer, tot voor kort werkzaam in Berlijn, bepleit een database voor professorabele vrouwen. ‘In Duitsland werkt dat goed.’ We kunnen heel wat leren van onze oosterburen, bijvoorbeeld dit: bij een hoogleraarbenoeming is een sollicitatiecommissie verplicht een database met professorabele vrouwen te raadplegen. Zo’n procedure, die Meijer kent uit de Duitse scheikundewereld, zou een Nederland geen overbodige luxe zijn. ‘Maar zo’n plan overstijgt de individuele universiteit. Het zou een landelijk initiatief moeten worden.’ Is dit een goed idee? De Nederlandse Vereniging van Nederlandse Universiteiten moet nog even nadenken over een antwoord. Ze verwijst naar het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren, waar zo’n lijst mogelijk al bestaat. Niet dus. Jeanette van der Sanden van die LNVH zegt dat de vereniging inmiddels is uitgebereid met universitair hoofddocenten. Er bestaat een database waaruit soms een uhd’er naar voren wordt geschoven, maar een toegankelijke lijst voor sollicitatiecommissies is er nog niet. Van der Sanden is meteen enthousiast over het voorstel van de Nijmeegse collegevoorzitter. Een probleem is dat de poel uhd’ers binnen de vereniging nog klein is. ‘Het moet nog bekender worden dat ook zij zich bij ons kunnen aanmelden.’ Bij deze. Maar Van der Sanden gaat er werk van maken. ‘Ik ga met het bestuur bespreken wat we hieraan kunnen doen’, belooft ze. Wouter Brok, in Nijmegen de secretaris van het hooglerarennetwerk voor vrouwen, ziet er ook wel wat in. ‘Een hele goeie’, zegt hij. Stapje voor stapje maakt ook Nijmegen vorderingen. Maar het kan altijd sneller. / Paul van den Broek Gisterenmiddag om 16.00 overhandigde Stichting de Beauvoir de driejaarlijkse Monitor Vrouwelijke Hoogleraren aan Karl Dittrich, aankomend voorzitter van de VSNU.