‘Gezusters dood’ schrijven uitvaartboek
Claudia Venhorst en Brenda Mathijssen hebben een opmerkelijke baan aan de universiteit. Ze bezoeken aan de lopende band uitvaarten. Als thantatologen hebben ze verstand van de dood. Vandaag publiceren ze een boek over Nederlandse uitvaartrituelen.
De gezusters dood. Zo staan Claudia Venhorst en Brenda Mathijssen bekend bij hun studenten. Ze zijn een opmerkelijk duo – volstrekt verschillend in verschijning, maar overeenkomstig in hun fascinatie voor onze sterfelijkheid. Voor hun werk als thanatologen (dooddeskundigen) bezoeken ze aan de lopende band uitvaarten, maar ook in hun vakanties struinen ze gretig begraafplaatsen af.
‘Voor iedereen die dagelijks met de dood werkt en iedereen die ooit verwacht te sterven’
Vandaag verschijnt hun eerste gezamenlijke publieksboek met de onvermijdelijke titel Dood. Voor wie het bedoeld is? ‘Voor iedereen die dagelijks met de dood werkt en iedereen die ooit verwacht te sterven’, aldus Venhorst. Ja, humor hebben ze ook. Zwarte humor. Het hoekje op de zeventiende verdieping van het Erasmusgebouw waar hun kamer zich bevindt duiden ze steevast aan met ‘de dode hoek’ en voor de deur staat een lijkkist die is versierd met plastic vlaggetjes. Het leven is een feest.
As als tatoeage
Het boek is echter geen grap. Venhorst en Mathijssen realiseerden zich dat er geen standaardwerk was dat de Nederlandse uitvaartpraktijk beschreef. Terwijl die praktijk juist uniek is in de wereld. Mathijssen: ‘De Nederlandse uitvaartwereld staat te boek als vooruitstrevend.’ Dat heeft alles te maken met de secularisering. Lange tijd had religie een monopolie op zingeving en rituelen rond overlijden. Sinds mensen de kerk meer en meer de rug toekeren, vullen uitvaartondernemingen dat gat. ‘Zij zorgen voor de vernieuwing’, zegt Mathijssen. Dat doen de ondernemers om hun klanten tegemoet te komen, al zullen ze zelf niet spreken van ‘klanten’. Ze hebben ‘leden’.
In Nederland mag veel. Wie wil, kan bij de kist van de overledene blijven tot die de oven in gaat. De as mag je daarna verstrooien of laten verwerken in een tatoeage. In het buitenland kijken ze verlekkerd naar dat soort progressieve praktijken. Nederland is op meer fronten uniek. Neem de korte periode tussen overlijden en de uitvaart: maximaal zes werkdagen. Dat is wettelijk zo geregeld en leidt ertoe dat een afscheid intens en zeer gestructureerd wordt voorbereid.
Valkuil is dat een uitvaartondernemer zich te veel laat leiden door afvinklijstjes. Dan kan het persoonlijke element van een afscheid ondersneeuwen. De gezusters dood hopen dat ‘de mensen in de branche’ zich dat voldoende realiseren.
Andrea Bocelli
Venhorst en Mathijssen houden zich al jaren bezig met overlijdensrituelen. Hoe zien ze hun eigen afscheid? Venhorst: ‘Het gekke is, dat ik dat steeds minder relevant vind. Ik laat de keus aan mijn nabestaanden; voor hen moet het goed zijn. Je hebt geen idee wanneer je gaat en wie tegen die tijd je uitvaart regelt, dus plannen heeft weinig zin.’
Mathijssen is het met haar medezuster eens. Maar een ding weet ze wel: het nummer Time to say goodbye van Andrea Bocelli wordt niet gedraaid op haar uitvaart. ‘Als je dat zes keer per dag bij verschillende uitvaarten hoort, denk je ‘nee’.’
Informatie over het boek Dood. Wegwijs in de Nederlandse uitvaartcultuur vind je hier.
Berna Mekenkamp schreef op 26 januari 2017 om 10:48
Lijkt mij een gaaf boek, ben zeer geinterreseerd. Ook grafmonumenten kunnen zo indrukwekkend zijn.