Grenzen aan de groei (1): de groeipijnen van de Radboud Universiteit

07 mrt 2022 ,

Elk jaar wordt de Radboud Universiteit een beetje groter. Wat betekenen vollere collegezalen voor het onderwijs, het studentenleven en de stad Nijmegen? In de serie Grenzen aan de groei gaat Vox op zoek naar de groeipijnen van de universiteit. Vandaag deel 1: in tien jaar tijd groeide het aantal studenten met ruim een derde.

‘Ik hoop dat er popcorn is’, grapte een eerstejaarsstudent in 2016 tijdens de busreis van de universiteitscampus naar CineMec aan de Lentse Plas. Waar de megabioscoop normaal blockbusters vertoont, diende het knalrode gebouw ruim vijf jaar geleden ook als collegezaal voor eerstejaarsstudenten psychologie.

De opleiding werd zo overvallen door de plotselinge instroom van meer dan zeshonderd studenten – meer dan een verdubbeling – dat zelfs de grootste zaal op de campus niet genoeg plek had voor alle studenten. Als noodgreep volgden zij hun eerste colleges vanuit de bioscoopstoeltjes.

Wie wil weten hoe abrupt groeiende studentenaantallen voor kopzorgen kunnen zorgen op de universiteit, kijkt het beste naar de onstuimige groei bij psychologie in 2016. Veel geleidelijker, maar wel zeer gestaag, is ook de Radboud Universiteit als geheel de afgelopen tien jaar groter geworden. Welke opleidingen groeiden het hardst? En hoe kijkt de universiteit aan tegen deze groei en de gevolgen ervan, zowel binnen als buiten de campus?

Elk jaar iets groter

Om met de harde getallen te beginnen: uit cijfers van de Radboud Universiteit blijkt dat de universiteit het afgelopen decennium elk jaar meer studenten aantrok. In 2012 stonden 17.846 studenten ingeschreven aan de Nijmeegse universiteit, terwijl dat er in het huidige collegejaar 24.159 zijn – een groei van 35 procent. Ter vergelijking: het inwoneraantal van Nijmegen groeide in dezelfde periode met 7 procent, tot 177 duizend.

Vooral de faculteiten managementwetenschappen, sociale wetenschappen en natuurwetenschappen, wiskunde en informatica (FNWI) werkten als magneten op nieuwe studenten. Maar het was de kleine Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen die procentueel het hardst groeide: van ruim 500 studenten in 2012 naar het dubbele in 2021.

Op opleidingsniveau zit vooral de bachelor bedrijfskunde in de lift. Tien jaar geleden huisvestte die opleiding 855 studenten, nu zijn dat er 1510. Procentueel won Computing Science het meest aan populariteit: die opleiding werd in tien jaar tijd ruim vier keer zo groot (van 121 naar 504 studenten). Absoluut gezien is de bachelor psychologie nog altijd de grootste opleiding van de Radboud Universiteit, met 1.723 in totaal, gevolgd door rechten en bedrijfskunde met ruim 1500 studenten.

 

De groei van de Radboud Universiteit past in een landelijke trend. Alle dertien Nederlandse universiteiten trokken meer studenten. In totaal steeg het aantal ingeschreven studenten in tien jaar tijd met 40 procent. De Leidse universiteit groeide bijvoorbeeld met 63 procent; in dat licht is de Radboud Universiteit een bescheiden middenmoter.

Hogescholen trokken juist minder eerstejaars. In 2021 8,6 procent minder dan het jaar ervoor. Het contrast met de universiteiten is frappant, en is deels te verklaren doordat scholieren steeds meer gestimuleerd worden om een zo hoog mogelijke opleiding te kiezen.

Internationalisering

Een andere, misschien nog belangrijke reden voor de groei van de Nederlandse universiteiten is internationalisering. Doordat de Nederlandse universiteiten goed staan aangeschreven en veel onderwijs in het Engels wordt aangeboden, weten buitenlandse studenten Nederland steeds beter te vinden. Dit collegejaar is zo’n 29 procent van de nieuwe bachelorstudenten op Nederlandse universiteiten afkomstig uit het buitenland, tegen 24 procent in 2020.

De Radboud Universiteit beweegt mee in deze trend. Sommige opleidingen zijn volledig overgeschakeld op het Engels, zoals biologie en informatica; andere kiezen voor een Nederlandse en Engelse track, zoals bedrijfskunde en psychologie. In het collegejaar 2019-2020 waren 23 van de 37 bachelors nog volledig Nederlandstalig.

Mede door dit groeiende aanbod is het aantal buitenlandse studenten op de Radboud Universiteit in het afgelopen decennium bijna verdubbeld. In 2012 stonden er 1480 internationale studenten ingeschreven, volgens eigen cijfers van de universiteit, nu zijn dat er 2718, het overgrote deel afkomstig uit Europa. Doordat ook het aantal Nederlandse studenten fors groeide, is de internationale populatie verhoudingsgewijs echter niet veel groter geworden: van 8,3 procent in 2012 naar 11,2 procent nu.

De universiteiten maken zich desalniettemin zorgen. Ze vragen het kabinet om meer instrumenten om de (internationale) instroom te kunnen beteugelen. ‘Deze blijvende groei zorgt voor nog meer druk op onze medewerkers en de kwaliteit van ons onderwijs’, zei Pieter Duisenberg, voorzitter van Universiteiten van Nederland (UNL, voorheen: VSNU), in november in een persbericht toen de instroom van het huidige collegejaar duidelijk werd. De UNL wijst erop dat de rijksbijdrage per student al jaren achterblijft bij de groei.

De Radboud Universiteit roept al jaren geen ‘groeiambitie’ te hebben

Met de steeds vollere collegezalen is ook de verhouding tussen het aantal docenten en studenten verder uit elkaar gegroeid. De Radboud Universiteit telde in 2012 gemiddeld ruim 17 studenten per docent, volgens UNL-cijfers. In 2018 was die verhouding 21,7 tegen 1, in 2020 nog altijd 20,8. Hoe schever die verhouding, hoe hoger de werkdruk: docenten moeten méér studenten begeleiden.

Noodwoningen

Ook het Nijmeegse college van bestuur kijkt met zorg naar de alsmaar stijgende studenteninstroom. Rector Han van Krieken onderstreept dat door de stijgende aantallen – in combinatie met de achterblijvende financiering vanuit Den Haag – de kwaliteit van het onderwijs in het gedrang komt. ‘Collegevoorzitter Daniël Wigboldus was er niet voor niks bij toen Erasmus naar de Waal werd gedragen’, zegt hij, doelend op een protestactie tegen de onderfinancering van het hoger onderwijs in april vorig jaar. Een beeld van Erasmus werd toen symbolisch het water aan de lippen gezet, om te benadrukken hoe hoog de financiële nood is.

Wetenschappers in actie: Erasmus wordt naar de Waal gedragen. Foto: Dick van Aalst

Kleinschalig, hoogwaardig onderwijs. Dat is het type onderwijs dat de Radboud Universiteit graag biedt. Dat deze ambitie schuurt met het gebrek aan docenten, erkent Van Krieken. Geld is daarin niet de meest beperkende factor. De universiteit werft actief meer personeel. De laatste marketingcampagne – ‘Je bent nodig’ – is er zelfs specifiek op gericht. Tegelijkertijd heeft ook de universiteit te maken met de krappe arbeidsmarkt. Steeds minder kandidaten melden zich voor méér vacatures. Zo’n 10 procent van de vacatures blijft daardoor momenteel onvervuld.

Op het gebied van studentenaantallen wijst Van Krieken erop dat de Radboud Universiteit al jaren roept geen ‘groeiambitie’ te hebben. ‘Jaren geleden dachten we dat het niet wenselijk zou zijn om meer dan 20.000 studenten te hebben. Nu zitten we al bijna op 25.000.’ Hij ziet nog wel opleidingen die ‘best iets groter’ mogen worden, zoals de lerarenopleidingen, maar over de hele linie zit de universiteit ‘aan de hoge kant’.

‘Tien jaar terug gingen er nog veel vwo’ers naar het hbo, nu gaat bijna iedereen naar de universiteit’

Het roept de vraag op waarom de universiteit niet aan de rem trekt. Dat heeft te maken met de vrees voor ontoegankelijkheid. Maar zelfs al zou de universiteit de poort voor studenten wat minder ver willen openzetten, dan loopt ze tegen praktische moeilijkheden aan. Instellingen hebben namelijk maar weinig mogelijkheden om de instroom te reguleren. Ze kunnen eisen aan vooropleiding stellen, zoals een bepaald middelbareschoolprofiel of cijfergemiddeldes voor hbo-instromers (zoals bij de rechtenopleiding), maar daar zit een grens aan. Ook mag een opleiding niet zomaar een numerus fixus instellen (zie kader).

Volgens Van Krieken ligt een deel van de oplossing van dit probleem elders: bij het hbo. ‘Tien jaar terug gingen er nog veel vwo’ers naar het hbo. Nu gaat bijna iedereen naar de universiteit.’ Dat is jammer, vindt Van Krieken, want het hbo biedt ‘heel mooie beroepsopleidingen’. ‘Ik zeg altijd tegen aankomende studenten: “Denk goed na. Kijk wat het beste bij jou past.” Dat je vwo hebt gedaan wil niet automatisch zeggen dat de universiteit voor jou geschikter is dan het hbo.’

Door de gestage groei van de universiteit komen niet alleen de werkdruk voor het personeel en de kwaliteit van het onderwijs in het gedrang. Het college van bestuur schrok afgelopen zomer van de problemen op de Nijmeegse kamermarkt, die vooral internationale studenten trof. ‘De huidige kamernood heeft ons verrast’, zei Van Krieken toen, waarna hij aankondigde dat er noodwoningen gebouwd zullen worden achter het Huygensgebouw. Hij hoopt dat die er in het volgende collegejaar staan.

Wil de rector een rem op internationalisering, zodat dit soort noodgrepen niet meer nodig zullen zijn? Integendeel. ‘Als geheel mag de universiteit best nog iets internationaler worden. Met ongeveer een kwart internationale staf zitten we heel goed. Maar binnen sommige opleidingen is de international classroom nog niet bereikt.’

Een diversiteit aan nationaliteiten stuwt de kwaliteit van het onderwijs omhoog, is het idee. Van Krieken: ‘Bovendien leiden we ook op tot een internationale manier van werken. Je kunt niet volledig in het Nederlands een astronoom worden. De samenwerkingen zijn internationaal, je moet stages in het buitenland doen.’

Als sardientjes

Ook op het vlak van verkeer en vervoer loopt de Radboud Universiteit tegen haar grenzen aan. Vóórdat de coronacrisis de universiteit in zijn greep nam, was het vrijwel elke doordeweekse dag druk op de campus. Als een volgepakt blik sardientjes op wielen spuwde lijn 10 massa’s studenten uit op de campus, terwijl zich op de Heyendaalseweg een file van fietsers vormde. De automobilist die het aandurfde om met de auto naar de universiteit te komen, stond soms minutenlang te wachten om de Erasmuslaan op te kunnen draaien. De coronacrisis heeft die bereikbaarheidsproblemen de afgelopen twee jaar, waarin de universiteit opnieuw groter werd, verbloemd.

Fietsfile op de Heyendaalseweg. Foto: Vox

Hetzelfde geldt voor de druk op de universitaire gebouwen en faciliteiten. Met het oog op het verlichten van de werkdruk van haar personeel, is de universiteit actief op zoek naar extra personeel. Tegelijkertijd worden de werkplekken op de campus steeds schaarser. Bij FNWI zijn studentenkantines al omgebouwd tot kantoren en is het vloeroppervlak per medewerker teruggebracht van 15 naar 10 vierkante meter. Binnen het gloednieuwe Maria Montessorigebouw (sociale wetenschappen) klinkt de zorg dat het gebouw nu alweer te klein is.

Studenten klaagden voor corona vooral over een gebrek aan studiewerkplekken. En als zij ’s avonds met hun sportverenigingen wilden trainen, gebeurde dat vaak op locaties buiten de campus. Het Radboud Sportcentrum kan de vraag niet aan, en de uitbreidingsmogelijkheden zijn uitgeput. Sporters lijken er na jaren dagdromen van doordrongen dat die extra sporthal er écht niet gaan komen.

De Achterhoek

Voor de lange termijn ziet rector Han van Krieken wel mogelijkheden om de druk op de campus te verlichten. ‘We moeten nadenken over het aanbieden van onderwijs op andere plekken dan op de campus. Samen met Maastricht werken we nu bijvoorbeeld aan plannen om een gezamenlijke, technische opleiding in Venlo te starten.’

Hij houdt rekening met een scenario waarin de campus zich ontwikkelt als een plek waar vooral jonge bachelorstudenten samen onderwijs volgen. ‘Heel geleidelijk zie je dat mensen vaker aan het werk gaan na het behalen van hun bachelor, om dan op latere leeftijd nog met een master te beginnen. Dat type studenten heeft andere behoeften.’

‘In de Achterhoek zouden ze heel graag zien dat we ons onderwijs erheen zouden brengen’

De universiteit wil meer inzetten op ‘leven-lang-ontwikkelen-onderwijs’ – maar dat hoeft zich volgens Van Krieken niet toe te spitsen op de campus. ‘In de Achterhoek zouden ze heel graag zien dat we delen van ons onderwijs daarheen zouden brengen. Daar hebben ze last van leegloop. Als de vervoersstromen beter worden en je kunt daar in drie kwartier naartoe reizen: waarom niet?’

Om de fysieke campus toekomstbestendig te maken, werkt het college van bestuur al lang aan een zogenoemd campusplan. Heikel punt daarin, zeker nu de teugels van de coronamaatregelen worden gevierd, is de toekomst van hybride werken. Kunnen medewerkers hun thuiskantoor weer opruimen, of ligt de toekomst van het werken blijvend in privésferen, ingegeven door een nijpend ruimtegebrek en de wens bij sommigen om vaker thuis te kunnen werken? Dit voorjaar moet het plan uitgewerkt zijn en duidelijk worden hoe de universiteit de fysieke groeipijnen hoopt te verhelpen.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!