De Groningse wetenschapper Ben Feringa kreeg aanvankelijk lauwe reacties op zijn vondst die vandaag de Nobelprijs opleverde. Tot hij het bij een lezing op de Radboud Universiteit aan hoogleraar Roeland Nolte presenteerde. ‘Ik heb hem aangeraden het meteen naar Nature op te sturen.’

Hij stond op geen enkel lijstje, maar toch won Ben Feringa vandaag met twee anderen de Nobelprijs voor de Scheikunde, voor zijn ontdekking van de superkleine, moleculaire nanomachines. ‘Het is een enorme verrassing, maar wel volkomen verdiend’, zegt Roeland Nolte, hoogleraar Organische chemie aan de Radboud Universiteit.

Nolte kent Feringa goed. Sterker nog: ze werken al jaren samen. In 2012 richtten ze samen het Research Centre for Functional Molecular Systems op, dat op de Nijmeegse campus huist. Ze hengelden met dit instituut onder andere voor 26,9 miljoen euro aan Zwaartekrachtsubsidie binnen. ‘Ik heb hem vanochtend natuurlijk meteen proberen te bellen, maar hij was zo druk met alle pers dat ik alleen zijn secretaresse aan de lijn kreeg.’

Volgens Nolte geeft de Nobelprijs aan dat de Nederlandse moleculaire nanotechnologie wereldwijd vooroploopt. ‘Groningen, Nijmegen en Eindhoven trekken wat dat betreft gelijk op. Feringa was de eerste die met nanomotors kwam. Dat was iets speciaals – het spreekt aan en mensen kunnen zich er een voorstelling bij maken. Daarnaast werkt Feringa enorm hard. Hij geeft extreem veel lezingen en vliegt voor zijn werk de hele wereld over. Dat helpt allemaal, natuurlijk.’

Nature
Toch werd de Nobelprijswinnende vondst aanvankelijk helemaal niet als iets geniaals herkend. ‘Feringa presenteerde zijn doorbraak voor de eerste keer ergens in Frankrijk. Daar vonden ze het niets bijzonders. Niet veel later gaf hij een lezing in Nijmegen en vertelde hij ook mij over zijn vondst.’ Nolte zag wél meteen de potentie. Lachend: ‘Zeker weten. Daar ben ik heel goed in. Ik heb hem aangeraden om meteen een publicatie in te sturen naar Nature. Daar werd het niet veel later gepubliceerd.’

Jaloezie is bij Nolte niet te vinden. ‘Het is vooral geweldig dat we weer een Nederlandse Nobelprijswinnaar hebben die in Nederland woont en werkt. En dan ook nog in de chemie… Het is een prachtige dag.’