Over het algemeen voelen studenten zich veilig op de Radboud Universiteit. Dat blijkt uit het Healthy Student Life-onderzoek, waaraan ruim 5.000 Radboudstudenten meededen. Maar er zijn ook zorgelijke statistieken: het aantal studenten met stress en burn-outklachten blijft onverminderd hoog.

Het was de derde keer dat het Healthy Student Life-onderzoek, waarbij een uitgebreide enquête werd verspreid onder Radboudstudenten, werd gehouden. Centraal staan thema’s als welzijn, studiedruk, leefstijl en sociale veiligheid. In totaal vulden 5214 studenten de vragenlijst in 2023 (zie kader) in. De resultaten werden recent openbaar gemaakt.

Studenten geven in het onderzoek de sociale veiligheid op de universiteit een 8,1. Dat cijfer is vergelijkbaar met de eerdere metingen uit 2021 en 2022 (respectievelijk 8,0 en 8,1). In totaal geeft 96,9 procent van alle deelnemers de sociale veiligheid op de universiteit een voldoende.

Hoge cijfers

Dat zijn opvallend hoge cijfers, concluderen onderzoekers Jacqueline Vink en Sabine Geurts, projectleiders van Healthy Student Life. Zeker gezien de vele berichten rondom sociale veiligheid en grensoverschrijdend gedrag aan de Radboud Universiteit die de laatste maanden naar buiten zijn gekomen.

‘Die cijfers nemen natuurlijk niets weg van de ernst van alle zaken die er spelen. Iedere zaak is er een te veel’, zegt Vink. ‘Maar het is wel een fijn tegengeluid dat het overgrote gedeelte van de studenten aangeeft zich veilig te voelen.’

‘Je kan zeggen dat het beeld zorgelijk is gebleven’

De studenten die aangaven zich onveilig te voelen, zeiden dat dit vooral kwam door discriminatie en intimidatie. Ook werd er vaak voor ‘anders’ gekozen, maar in verband met privacyredenen kunnen de onderzoekers daar niet op ingaan.

65,2 procent van de respondenten die zich onveilig voelen noemde medestudenten als bron van die sociale onveiligheid en 51,3 procent noemde docenten. ‘De invloed van medestudenten op het welzijn van studenten lijkt dus groter dan veel mensen denken’, zegt Geurts. ‘Dat zie je overigens niet alleen in negatieve zin. ‘In alle metingen tot nu toe zien we dat het mentale welbevinden van studenten hoger is naarmate ze meer sociale steun van medestudenten ervaren. Een krappe helft van de respondenten ervaart veel steun (ze geven een cijfer hoger dan een 7) van medestudenten.’

Stress en burn-outsymptomen

‘Belangrijke kanttekening bij het onderzoek is wel dat het gaat om een momentopname van wat studenten voelen en meemaken per meetmoment’, geeft Vink aan. ‘Deze cijfers zeggen dus niets over oorzaak en gevolg. Ook over trends over langere termijn kunnen we niet zomaar conclusies trekken.’

Desondanks kunnen sommige cijfers uit het onderzoek als zorgelijk bestempeld worden. Zo kampt bijna twee op de drie studenten met gemiddelde of hoge stress, heeft vier op de tien last van burn-outsymptomen en geeft 60 procent aan te kampen met symptomen van depressie.

Die cijfers zijn vergelijkbaar met eerdere onderzoeken, laat Geurts weten. ‘Je kunt dus zeggen dat het beeld zorgelijk is gebleven. Veel studenten ervaren ook een hoge prestatiedruk en studiebelasting.’

Overigens is er niet alleen maar negatief nieuws over het studentenwelzijn. Uit het onderzoek blijkt dat acht op de tien studenten over het algemeen tevreden zijn met hun leven, bijna zeven op de tien studenten voelen zich gelukkig en ruim zeventig procent ervaart een goede lichamelijke gezondheid.