Ook dit jaar doet het Groot Dictee der Nederlandse Taal weer stof opwaaien. De tekst, geschreven door Adriaan van Dis, bevatte veel lastige woorden. Vox vroeg Anneke Neijt, jurylid van het dictee en hoogleraar taalkunde aan de Radboud Universiteit, om haar mening.

Wat vond u van het dictee? Ik heb achter de televisie meegedaan en ik had achttien fouten. Bij welke score moet ik mij zorgen gaan maken? ‘Ik vond het een zeer geschikt verhaal. Op taalkundig niveau betrof het echter veel weetjes vanuit het Groene Boekje, zoals de schrijfwijze van in- en intrieste en kasuaris. Niemand hoeft zich zorgen te maken over zijn dicteescore. Je moet foutloos spellen in een sollicitatiebrief, want dat is je visitekaartje. Maar niet bij zoiets. Ik vind dan ook niet dat Nederlanders elkaar moeten aanvallen op een verkeerde spatie, hoofdletter of koppelteken.’ Stelling: het dictee wordt expres zo samengesteld om schrijvers fouten te laten maken. ‘Ja, natuurlijk! Als jury willen wij niet met een hele zaal vol winnaars zitten. Edward Vanhove, de winnaar van dit jaar, had met drie fouten een zeer goede score. Ik was er wel verbaasd over dat er ditmaal zo’n groot verschil zit tussen de nummer een en twee. De tweede plaats was namelijk voor iemand met tien fouten.’ De Vlamingen hebben het dictee vaker gewonnen dan de Nederlanders, terwijl er maar tien Vlaamse spellingskenners meedoen tegenover twintig Nederlanders. Zijn zij beter in spellen? ‘Over het algemeen wel. Dat komt doordat zij meer aandacht besteden aan spelling en dit ook belangrijker achten dan Nederlanders. Mogelijk ligt het aan ons onderwijs. Het niveau moet omhoog, maar dat is erg lastig voor de onderdelen van de spelling die niet systematisch geregeld zijn. De spelling van apostrofs, koppeltekens en hoofdletters, waar het in dit dictee vooral over ging, is niet eenvoudig uit te leggen. Wellicht zouden onze scholen er meer aandacht aan kunnen besteden, maar het is de vraag of wij onderwijstijd vrij willen maken voor dergelijke details.’ Is er iets mis met de Nederlandse spelling? ‘Wij hebben een ‘opzoekspelling’. Samen met mijn collega Bob van Tiel pleit ik dan ook voor meer consistentie in onze spelling. Meer systematiek zou onze spelling efficiënter kunnen maken. Zo zouden er regels kunnen komen voor bijvoorbeeld het verschil tussen de c en k. Er is echter geen draagvlak om de spelling drastisch te veranderen, dus een nieuwe versimpelde spelling komt er waarschijnlijk niet van.’ Linda van der Pol