‘Het is een mythe dat testosteron slechts een agressiehormoon is’
Bij testosteron denken veel mensen direct aan het mannelijk agressiehormoon. Maar dit geslachtshormoon is zoveel meer dan dat, stelt neurowetenschapper Anna Tyborowska. En dat geldt voor mannen én vrouwen. De onderzoeker gaat morgenavond bij Radboud Reflects dieper in op de vraag: zijn wij onze hormonen?
‘Testosteron in meisjes, waarom zou je dát willen onderzoeken?’ Zulke reacties kreeg hersenwetenschapper Anna Tyborowska nogal eens toen ze zo’n tien jaar geleden begon aan haar promotieonderzoek naar het effect van testosteron op het puberbrein – bij jongens én meisjes. ‘Ik was verbaasd hoe weinig daarover bekend was. Van jongens wisten we een klein beetje hoe het werkte, van meisjes vonden veel mensen het niet zo relevant.’
Maar dat is het dus wel. Want vrouwen en meisjes mogen dan een lager gehalte testosteron in hun lijf hebben dan jongens en mannen – die op hun beurt een kleine hoeveelheid ‘vrouwelijke’ hormonen hebben – maar dat betekent niet dat het niets doet. ‘Het is eigenlijk een heel complex hormoon.’
Flexibel brein
Testosteron stimuleert tijdens de puberteit bijvoorbeeld de hersenontwikkeling, vertelt Tyborowska. ‘De puberteit is een periode waarin je brein flexibel is en openstaat voor nieuwe ervaringen.’ Door die flexibiliteit ontstaan veel nieuwe hersenverbindingen, terwijl oude ongebruikte verbindingen worden “opgeruimd”. Maar dat gaat niet overal even snel. De prefrontale cortex, belangrijk voor beslissingen maken en rationeel denken, is bij tieners nog in ontwikkeling terwijl de emotiegebieden al op volle toeren draaien. De emoties krijgen dus nog niet altijd genoeg tegengas vanuit het controlecentrum.
‘Hoe hoger het testosteronniveau van 14-jarigen, hoe meer activiteit in de prefrontale cortex’
Stukje bij beetje komt daar meer balans in, en testosteron speelt daar een rol in. Tyborowska onderzocht jongens en meisjes toen ze 14 jaar oud waren, en liet hen op hun 17e en 21e opnieuw naar het lab komen om een taak te doen rondom emotiecontrole. ‘Wat we zagen: hoe hoger het testosteronniveau van 14-jarigen, hoe meer activiteit in de prefrontale cortex.’ Op 17-jarige leeftijd was die link er nog steeds, maar al minder sterk. En op 21-jarige leeftijd is de relatie omgekeerd: bij veel testosteron is er juist mínder activiteit in de prefrontale cortex.
De rol van testosteron verandert vanaf die leeftijd. ‘Volwassenen krijgen een boost in testosteron in situaties waarin ze dominantie moeten uitoefenen of moeten vechten.’ Daar is relatief veel onderzoek naar gedaan en daar komt ook het stereotype over testosteron als agressiehormoon vandaan. Toch is dat te zwart-wit gedacht, volgens Tyborowska. Ten eerste is het in sommige situaties heel handig dat je testosteron omhoog schiet. ‘Stel dat je onbedoeld in een gevecht raakt en geen mogelijkheid hebt om te ontsnappen, dan wil je dat je adrenaline en testosteron omhoog gaan om te kunnen vechten.’
Daarnaast hoeft die dominantie geen agressie te zijn. ‘Het kan ook een toenaderingsreactie zijn, bijvoorbeeld op iemand af durven stappen. Er zijn interessante studies gedaan waarin vrouwen met sociale angst testosteron toegediend kregen. Vervolgens voelden ze zich minder bang, of keken ze anderen gemakkelijker in de ogen.’
Zelf is de hersenswetenschapper een studie gestart naar hormoonschommelingen bij jongvolwassen mannen, omdat ze benieuwd is of er een link is met angst- en depressieklachten. ‘Hun testosteronniveaus veranderen ook van dag tot dag. Niet zo dramatisch als de hormoonschommelingen bij vrouwen, maar het is niet volledig stabiel. Het effect daarvan op angst en depressie is nog amper onderzocht, omdat testosteron bij mannen vooral in verband is gebracht met agressie.’
Stresshormoon
Hormoontherapie bij angststoornissen is nog ver weg, maar Tyborowska vindt het wel belangrijk om de mogelijkheden te verkennen. ‘Ik geloof niet dat het de gouden oplossing gaat zijn, maar het kan misschien een toevoeging zijn aan gedragstherapie.’ Tenminste, voor sommigen. Het ligt er maar net aan hoe hoog of laag je basisniveau van een hormoon is, en hoe gevoelig je bent voor schommelingen daarin. ‘Het zal ingewikkeld blijven, omdat de systemen in ons lichaam zo met elkaar zijn verweven. Zo beïnvloedt het stresshormoon cortisol ook het systeem dat verantwoordelijk is voor testosteron.’
‘Als je opgroeit in een harde omgeving zal je biologie je dwingen om sneller het voortplantingsstadium te bereiken’
Kinderen die opgroeien met veel stress raken gemiddeld eerder in de puberteit, blijkt uit studies. Ook Tyborowska ziet daar in haar huidige, nog lopende onderzoek naar testosteron en het puberbrein aanwijzingen voor. Evolutionair gezien is dat logisch. ‘Als je opgroeit in een harde, onvoorspelbare omgeving weet je niet of je zult overleven. Dus zal je biologie je dwingen om sneller het voortplantingsstadium te bereiken, zodat je zeker je genen doorgeeft.’
Juist omdat het lichaam zo’n ingewikkelde puzzel van interacties is, kun je volgens Tyborowska niet zomaar zeggen dat we volledig beheerst worden door onze hormonen. Dat geldt voor testosteron, maar ook voor vrouwelijke geslachtshormonen. Want zoals mannen niet automatisch agressief worden van testosteron, zijn vrouwen niet per se overgevoelig en emotioneel door hormoonschommelingen in hun maandelijkse cyclus.
Controle
Wat Tyborowska zegt tegen mensen die dat wel beweren? ‘Ten eerste dat mannen ook hormonen hebben, en schommelingen daarin. We worden dus allemaal beïnvloed door onze hormonen. Ten tweede: wees voorzichtig met conclusies die je trekt over het effect van hormonen.’
Zelf start ze met collega’s binnenkort een onderzoek naar de invloed van vrouwelijke geslachtshormonen op onder andere de emotiegebieden in de hersenen. ‘Maar dat hormonen verband houden met emotionele veranderingen, betekent niet dat je geen controle hebt over je emoties.’
De lezing Are We Our Hormones? met Anna Tyborowska en psycholoog Lotte Gerritsen is donderdag 10 oktober van 20.00 tot 21.30 uur in het Collegezalencomplex.