Studenten Yves du Long en Lars de Jonge spelen allebei in de Nederlandse top van het Nintendospel ‘Super Smash Bros. Ultimate.’ Afgelopen weekend deden ze mee aan een toernooi in Eindhoven.

Een groep gamers kijkt gespannen naar een scherm en ziet hoe iconische videogamefiguren elkaar een platform af proberen te vechten. Verderop in een kamertje zitten de spelers aan de knoppen. Ze zijn in de race om het Super Smash Bros.-toernooi te winnen.

Een van de deelnemers is masterstudent bestuurskunde Yves du Long (a.k.a. Young Eevey). Hij speelt regelmatig dit soort toernooien en staat op nummer 7 in Nederland. ‘Ik heb nu een sponsor’, vertelt hij, ‘die helpt me met de kosten, dus als ik een toernooi win maak ik een goede winst.’

Europa

De kleinere wedstrijden – zoals deze in het eSports Center in Eindhoven – zijn voor hem meer oefensessies. De grote Europese toernooien zijn het echte werk. Daar gaat de winnaar naar huis met meer dan tienduizend euro: ‘Die heb ik nog niet gewonnen hoor.’

Ook student Engels Lars de Jonge (ShuC) staat hoog in de Nederlandse ranking: op nummer 9. Toch gamet hij niet veel: ‘Ik speel nu zo’n 3 uur per week. Als ik tentamens heb, speel ik nauwelijks, mijn studie gaat voor.’ Soms is hij commentator bij online streams van de toernooien: ‘Daarbij komt mijn studie Engels wel goed van pas.’

Twitch

Via het streamplatform Twitch kunnen mensen wereldwijd het toernooi volgen. Vooral in de Verenigde Staten en Japan is veel animo voor het spel. ‘Europa blijft nog wat achter’, vertelt De Jonge. ‘De topspelers zijn wel van professioneel niveau, maar de infrastructuur voor e-sport mist hier nog.’ Je brood verdienen met Super Smash Bros. is in Nederland dus moeilijk.

Ook Du Long lukt het nog niet om te leven van het spel. Zijn studie wil hij sowieso afronden: ‘Ik doe nu een master bestuurskunde. Ik vind het belangrijk om een voltooide studie achter de hand te hebben. Als ik na mijn master een kans krijg om verder te komen met Super Smash Bros., dan is dat alleen maar tof.’

Dat er geld valt te verdienen met gamen, is voor de meeste spelers toch bijzaak. De Jonge: ‘Het klinkt misschien nerdy, maar iedereen wil gewoon lekker spelen.’