Het laatste uur heeft geslagen voor het leenstelsel, maar wat komt ervoor in de plaats?
De VVD is de grote winnaar van de verkiezingen. Maar de partij van Mark Rutte staat in haar wens om het leenstelsel te behouden alleen. Hoe nu verder? Studentenorganisaties beloven de druk op de ketel te houden. ‘We zijn bang dat studenten met een matige regeling worden afgescheept.’
Dat het leenstelsel zijn langste tijd gehad heeft, was al voor woensdagavond zo goed als zeker. Alle politieke partijen – behalve de VVD – beloofden in hun verkiezingsprogramma’s afscheid te nemen van het door studenten verfoeide ‘schuldenstelsel’. Na de voorlopige uitslag van gisterenavond is die doelstelling dichterbij dan ooit: 115 van de 150 zetels lijken te worden bezet door partijen die vóór afschaffing zijn.
Hoe de daadwerkelijke plannen eruit komen te zien, hangt af van de kabinetsformatie. Daarin neemt de VVD het voortouw. Het valt te bezien hoe duur die partij haar huid zal verkopen. Toch verwachten Haagse duiders dat het onpopulaire leenstelsel geen lang leven meer beschoren is, vanwege de overweldigende Kamermeerderheid tegen het systeem.
De vraag is welk stelsel ervoor in de plaats komt. Kort gezegd zijn er twee smaken: een terugkeer naar de ‘oude’ basisbeurs of een inkomensafhankelijke beurs. Een ander heikel punt is de compensatie voor de ‘pechgeneratie’. Hoeveel geld krijgen studenten die onder het leenstelsel vielen?
Startkapitaal
D66 is de meest waarschijnlijke coalitiepartner voor de VVD. Die partij wil een studiebeurs van maximaal 400 euro, maar alleen voor studenten van wie de ouders tot 70.000 euro per jaar verdienen. Het CDA, een andere (huidige) regeringskandidaat, wil een inkomensafhankelijke beurs van maximaal 600 euro. De PvdA, ChristenUnie en SP willen een terugkeer van de oude basisbeurs inclusief royale aanvullende beurs. GroenLinks streeft naar een inkomensafhankelijke basisbeurs van 400 euro, waarbij iedereen die achttien wordt ook nog eens 10.000 euro op de rekening kan bijschrijven.
Wat betreft compensatie zijn veel partijen minder concreet in hun plannen. Zo hebben het CDA, de ChristenUnie, de PvdA en de SP respectievelijk 100 miljoen, 1,5 miljard, 4 miljard en 4,2 miljard vrijgemaakt in hun plannen voor de leenstelselgeneratie, zonder duidelijk te maken hoe dat er in de praktijk zal uitzien. Bij D66 is het totale prijskaartje niet bekend, maar individueel wil die partij van elke leenstelselstudent de schuld met 4.000 euro verminderen. GroenLinks wil iedere student van de pechgeneratie bovendien compenseren met een startkapitaal van 10.000 euro. Hieraan hangt een prijskaartje van 7,7 miljard euro.
Demonstraties
De uiteindelijke uitkomst zal afhangen van langdurige onderhandelingen tussen de partijleiders. Om de druk op de ketel te houden hebben studentenorganisaties onder het mom van #nietmijnschuld afgelopen weken door heel Nederland demonstraties gehouden, waaronder in Nijmegen. Actievoerder en AKKU-voorzitter Menno Uphoff: ‘Met de afbrokkelende steun voor het leenstelsel hebben we al een gigantische overwinning geboekt, maar dat zegt nog niks over wat daarvoor in de plaats moet komen. We zijn bang dat studenten met een matige regeling worden afgescheept. Om dat te voorkomen hebben we deze acties georganiseerd.’
De organisaties achter #nietmijnschuld, FNV Young & United en de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), eisen minimaal een ‘vergelijkbare vorm’ van de oude basisbeurs met ‘volledige compensatie’ voor de pechgeneratie, zonder precieze bedragen te noemen. De LSVb waarschuwt dat meer acties op handen zijn als blijkt dat studenten niet voldoende worden gecompenseerd.