‘Het schrijverschap is geen carrière’
Waar kun je terecht, met een bul in de Nederlandse taal en letterkunde? Gisteren organiseerde de opleiding Nederlands een carrièredag, bedoeld om studenten een beter beeld te geven van hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Afsluiter was auteur Peter Buwalda. ‘Het schrijverschap was voor mij juist een onderbreking van mijn carrière.’
‘Ik begrijp dat ik geacht word om nu over mijn carrière als schrijver te praten,’ begint Buwalda, die twee jaar geleden debuteerde met Bonita Avenue. ‘Maar het schrijverschap ís helemaal geen carrière. Voor mij was het eerder een onderbreking van mijn carrière.’ Buwalda werkte voor een uitgeverij toen hij naar aanleiding van een kort verhaal in een literair tijdschrift gebeld werd met de vraag of hij een boek wilde schrijven. ‘Ik was redelijk succesvol in mijn werk, dus kiezen voor het schrijven was een enorm risico. Ik had net zo goed keihard op mijn bek kunnen gaan. Maar vooral doen, hoor, als je schrijver wilt worden. Zie het alleen niet als een carrière.’
Mogelijkheden
Eerder op de dag volgden studenten workshops en ze gingen in gesprek met neerlandici werkzaam op verschillende terreinen. ‘Ik hoorde over banen waarvan ik absoluut niet wist dat je daar als neerlandicus op kunt solliciteren,’ zegt Maartje Kamp (22), derdejaars Nederlands. ‘Ik sprak met iemand die programma’s ontwikkelt voor e-learning. Niet dat ik dat nu ook wil, maar het opent je wel de ogen voor alle mogelijkheden die er zijn.’
Geen vetpot
Buwalda doet in zijn lezing geen enkele moeite om de studenten te enthousiasmeren voor het schrijverschap. ‘Als je geld wilt verdienen, moet je géén schrijver worden. Voor het schrijven van Bonita Avenue kreeg ik vijfduizend euro per jaar. Geen vetpot. Hoewel een bestseller wél veel oplevert. Nu heb ik geld genoeg.’
Eenzaam
Buwalda schreef vier jaar aan zijn debuutroman. ‘In die vier jaar ben ik maar vijf keer de deur uit geweest: vier keer naar de tandarts en één keer ging ik gitaar spelen bij een vriend.’ Hoe eenzaam hij was tijdens het schrijven, wil een van de aanwezige studenten weten. Buwalda: ‘Als ik aanleg had gehad voor psychose, dan had ik er een gehad. Het is zo’n echoput van gedachten, dat schrijven in die afzondering. Maar het geeft ook voldoening natuurlijk. Anders houd je dat niet vol. Vergelijk het met het ontdekken van een nieuw spelletje op je telefoon of je computer: dan kun je niet ophouden met spelen. Dat voelde ik bij het schrijven, als de mooie zinnen maar bléven komen.’
Romantisch idee
Hij trekt de neerlandici in spe er niet mee over de streep. ‘Ik had een romantisch idee van het schrijverschap,’ zegt Chris van der Lee (20), tweedejaars Nederlands. Dat is nu wel over.’ Datzelfde geldt voor het beeld dat hij had van de journalistiek. ‘Ik sprak vandaag met een journaliste van de Gelderlander. Ze vertelde over lange dagen en wisselende diensten. Dat zijn niet de verhalen die je doorgaans hoort over een baan. Nuttig dus, deze dag. Hoewel ik nu vooral weet wat ik níet wil.’
Lange dagen
‘Ja, het viel sommige studenten wel wat tegen,’ lacht Johan Oosterman, hoogleraar Oudere Nederlandse Letterkunde. ‘Ze vroegen die journaliste of het goed verdienen is in haar vakgebied. Maar in de journalistiek is het vooral lange dagen maken, bereid zijn om te werken buiten kantooruren en dat voor weinig geld, vertelde ze. Dat moet je dus écht willen. En het is ook goed als ze op een dag als vandaag zien wat ze niet past.’ / Bregje Cobussen