Het verhaal van Theo Engelen

17 sep 2014

Letterendecaan en jeugdboekenschrijver Theo Engelen is vanaf oktober de nieuwe rector magnificus. ‘Ik probeer mensen achter hun ogen te kijken.’ Een gesprek over imago en tijd.

Illustratie: Hester van de Grift
Illustratie: Hester van de Grift

Theo Engelen is een man die kijkt. Niet altijd meteen een antwoord geeft. ‘Bedachtzaam’, noemen collega’s dat. Zijn ogen blijven intussen rusten op de gesprekspartner. Nieuwsgierig.

Behalve ‘bedachtzaam’ is de nieuwe rector ook schrijver. Hij gebruikt de werkelijkheid om zijn fantasie te voeden. Echte gebeurtenissen en de mensen die hij ontmoet, kunnen worden gekneed tot fictieve verhaallijnen en personages. Engelen schrijft avontuurlijke jeugdboeken over geschiedenis, moord en verraad. Zit hij in een restaurant of in een vergadering, dan bedenkt hij verhalen bij de personen die hij om zich heen ziet. Dat maakt het leven een stuk interessanter. ‘Ik ben oprecht in mensen geïnteresseerd’, zegt Engelen. ‘Ik probeer achter hun ogen te kijken.’
Heeft hij al een personage van deze vragensteller gemaakt?
‘Ja, natuurlijk’, antwoordt hij met een geheimzinnig lachje.

Het jeugdboek waaraan Engelen momenteel werkt, over een katholiek jongensinternaat in de jaren vijftig, zal voorlopig niet af komen. Het rectorschap gunt hem daarvoor de tijd niet. Lange dagen zal hij maken vanaf 17 oktober. In het bestuursgebouw en thuis in Cuijk. ‘Ik probeer een manier te vinden om toch schrijftijd in te plannen.’ Wishful thinking misschien. Of niet. Hij zal het zien.

Foto: Dick van Aalst
Foto: Dick van Aalst

Wie zijn jeugdthrillers leest, begrijpt in elk geval dat deze vriendelijk ogende man je kan verrassen met venijn. Zelf wil hij nog niet al te veel loslaten over zijn invulling van het rectoraat, maar collega’s zeggen dat je niet op zijn tenen moet gaan staan. Kom bijvoorbeeld niet aan de  goede naam van ‘zijn’ Radboud Universiteit. Brengen mensen die door onzorgvuldig gedrag in diskrediet , dan kent hij geen genade, beaamt hij zelf. ‘Ik heb in de ethische commissie van de universiteit gezeten. Als mensen de zaak beduvelen, kan ik furieus worden. Neem een Stapel-affaire, zoals speelde in Tilburg. Zoiets straalt af op een hele universiteit, waar 99,9 procent van de mensen zijn werk wél goed doet. Slordig onderwijs geven vind ik ook onacceptabel.’

Limburg
Zou Theo Engelen zijn autobiografie schrijven, dan begint die zo: in 1950 komt hij ter wereld als oudste in een eenvoudig, niet-academisch gezin. Na hem worden nog twee broers geboren. Zijn ouders sturen hem naar school in Maastricht. Kleine Theo heeft hersenen en het zou zonde zijn als hij het mulo-niveau dat leidend is in zijn geboortedorp Geulle niet ontstijgt. Het is 1970 als Theo de Limburgse heuvels verlaat om als eerste in de familie aan de universiteit te gaan studeren.

‘Nijmegen was erg rood in die tijd’, herinnert Theo Engelen zich, terwijl hij vanuit zijn raam op de dertiende verdieping van het Erasmusgebouw over de Heyendaalseweg uitkijkt. Groepjes eerstejaars fietsen beneden in het klein voorbij. ‘Nu ligt de focus veel meer op de studie. Toen was het hier Havana aan de Waal.’

Als student staat Engelen niet op de barricades. Hij is iemand die altijd graag twee kanten van de medaille laat zien. Al loopt hij wel mee in demonstraties tegen de oorlog in Vietnam. Omdat op dat slagveld volstrekt helder is wie ‘fout’ is. Engelen zoekt zijn eigen weg in Nijmegen, gaat niet bij een studentenvereniging. Met brallen heeft hij niets.

In het vierde jaar van zijn studie geschiedenis krijgt hij het college ‘inleiding in de historische demografie’ van professor Van der Woude uit Wageningen. Zowel de hoogleraar als de materie fascineren hem. Engelen leert dat er geen betere manier is de mensen uit het verleden te begrijpen dan door demografische gegevens te bestuderen. Je kunt van een willekeurige bevolkingsgroep in de zeventiende eeuw nagaan hoeveel procent van de vrouwen bij het huwelijk al zwanger was, hoe lang moeders borstvoeding gaven, hoe hoog de zuigelingensterfte was et cetera. Zo kom je heel dicht op de huid van de gewone mensen. Voor hen was vroeger weinig aandacht in de geschiedenis. Engelen zal het daarentegen worst zijn wat Lodewijk de Veertiende allemaal deed.

In 1995 begint de historicus aan een internationaal project waaraan hij zijn hele loopbaan verbonden zal blijven. Samen met collega’s uit Stanford en Taiwan onderzoekt hij verschillen tussen het demografisch gedrag in China en West-Europa. Een van de vragen is: hoe kan het dat meisjes in China veel vroeger trouwen, maar vrouwen in West-Europa meer kinderen krijgen? Engelen: ‘Dan kom je erachter dat een huwelijk in Nederland iets heel anders was dan een huwelijk in Taiwan. Hier trouwden we veelal omdat we verliefd waren, dáár werden kinderen bij elkaar in bed gezet die elkaar de dag ervoor nog niet kenden. Dat is niet bevorderlijk voor de vruchtbaarheid.’ Tien jaar later is hij de eerste hoogleraar Historische demografie in Nederland. In 2013 wordt hij decaan van de letterenfaculteit. Weer een jaar later krijgt hij het verzoek om kandidaat te zijn voor het rectorschap. Hij is dan vader van vier volwassen kinderen, opa van een kleinzoon en 63 jaar oud.

‘Ik heb erover na moeten denken. Ik realiseer me dat ik nauwelijks aan mijn eigen onderzoek zal toekomen. Of mijn leeftijd een bezwaar zou zijn, vroeg ik me ook af.” Grappig detail is dat Engelen al tien jaar wetenschappelijke verhandelingen schrijft over vergrijzing. Zijn standpunt is dat de leeftijdsgrens (bij 65 ben je ‘oud’ en zou je eigenlijk met pensioen moeten gaan, is de heersende mening in Nederland) niet is meegegroeid met de ontwikkelingen op het gebied van gezondheid en ouder worden. “Nu kan ik de daad bij het woord voegen.’

Waarom zei u ‘ja’?
Ik was vereerd door de vraag. Een kinderachtige emotie, maar ik kan het niet ontkennen. Tot een paar jaar geleden beschouwde ik mezelf als onderzoeker. Maar als decaan kwam ik erachter hoe leuk ik het vind om een organisatie aan te sturen met allemaal mensen om me heen. Om samen een bepaalde richting op te gaan waarvan jij denkt dat het de goede is. Het ging me ook aardig af zonder al te veel ruzies. Nu mag ik besturen op het hoogste niveau van de universiteit.’

Wat gaat u veranderen?
Ik vind dat we als universiteit te weinig een eenheid vormen. We zijn kleine rijkjes, allemaal bezig met ons eigen wel en wee. Onze prestaties zijn beter dan onze reputatie. Kijk naar de ranglijsten; het stoort mij dat wij niet op onze waarde worden geschat. We zijn te bescheiden, moeten zelfbewuster naar buiten treden. Dat lukt het best als we een eenheid vormen.’

Dan bent u vast blij met de rode truien die tijdens de introductie aan alle eerstejaars werden uitgedeeld? Allemaal identiek met heel groot ‘Radboud Universiteit’ erop.
Absoluut, maar ik zou graag zien dat het gevoel van betrokkenheid niet alleen in die rode truien zit, maar ook in de hoofden van de mensen.’

Hoe krijgt u het daar?
Engelen neemt  even een ‘kijkpauze’. Collegevoorzitter en aankomend collega Gerard Meijer is al goed bezig door het probleem te benoemen, zegt hij dan. Vervolgens, opnieuw met geheimzinnige glimlach:  ‘Ik doe geen beloftes. Reken mij maar af als mijn tijd als rector er op zit.’

Imago
Met Gerard Meijer (een boerenzoon) deelt hij dat hij als eerste uit het gezin ging studeren. Het nieuwe college van bestuur van krijgt daardoor een ander karakter. Twee jaar geleden stonden nog een man van adel (Roelof de Wijkerslooth) en een burgemeesterszoon (Bas Kortmann) aan het roer. Engelen realiseert zich de verschuiving, maar kan niet aangeven hoe de sfeer in het college – en dus op de universiteit – zal veranderen. Zeker, het Nijmeegse imago van ‘emancipatie-universiteit’ zal er wel bij varen.

Illustratie: Hester van de Grift
Illustratie: Hester van de Grift

‘Ik maak me zorgen over het verdwijnen van de basisbeurs. Studeren wordt duurder. Ik ben geneigd te denken dat deze maatregelen, hoe je het ook wendt of keert, een stap terug zijn in de emancipatie van de Gerarden en Theo’s van deze wereld. Niet alleen Nijmegen, maar alle universiteiten zouden emancipatie-universiteiten moeten zijn. Iedereen – man, vrouw, rijk, arm, gekleurd of niet gekleurd, dat zal me een rotzorg zijn – die de capaciteit heeft academisch onderwijs te genieten, moet kunnen studeren. Je doet ook jezelf als samenleving tekort als je talent aan de kant laat staan.’

Engelen versterkt het college namens de geesteswetenschappen. Dat vindt hij als letterendecaan en historicus belangrijk, want de alfastudies liggen onder vuur. Ze gaan niet rechtstreeks van kennis naar kassa. Maar de vertegenwoordigers van die vakgebieden kunnen er zelf óók wat aan doen, stelt hij. Door uit te leggen waar ze mee bezig zijn en wat daarvan de waarde is. Door deel te nemen aan discussies. ‘Schrijf een paar keer een goed stuk in NRC Handelsblad en je wordt vanzelf uitgenodigd door radioprogramma’s. Het bereik daarvan is vele malen groter dan het bereik van een ingewikkeld boek dat je als wetenschapper hebt geschreven,  maar slechts door een handjevol collega’s wordt gelezen.’

Even klinkt hij fel. Toch vindt Engelen zichzelf een stuk rustiger en wijzer dan toen hij veertig was, zegt hij. Om zijn pols draagt hij een MeisterSinger horloge. De wijzerplaat heeft slechts één wijzer. Het horloge wordt wel ‘onthaastingshorloge’ genoemd, omdat je de minuten niet haarfijn kunt aflezen. De tijd verstrijkt in eenheden van vijf minuten. Hij wil tijd maken, zegt hij nadat enkele seconden voorbij zijn gegaan. Tijd hebben om af en toe uit het raam te staren en na te denken over wat hij aan het doen is.

In zijn autobiografie is geen plaats voor een overwerkte man die zich na enige jaren bestuurswerk thuis opnieuw moet voorstellen aan vrouw en kinderen. Hij laat zijn bedachtzame hoofdpersoon hardlopen om fit te blijven (‘na tien kilometer kan ik echt alleen nog maar denken aan mijn benen en aan ademhalen’). Theo Engelen heeft zich al ingeschreven voor de Zevenheuvelenloop en in januari staat de halve marathon van Egmond op de planning. Een man van de lange adem.

Theo Engelen is per 17 oktober rector magnificus Hij heeft veertien jeugdboeken op zijn naam staan, waaronder Moord in zwart-wit, Ontsnapt! en Schimmen uit het verleden.

Dit interview staat ook in Vox 1.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!