Het voordeel van wonen op de campus: ‘Ik hoef nu geen bult meer op te trappen’
Met de oplevering van studentencomplex Nestor komen 159 studenten en jonge onderzoekers pal naast het ziekenhuis te wonen. De eerste bewoners hebben hun dozen al uitgepakt.
Het was even schrikken toen Kirti Krishnamurthy (25) haar appartement in het nieuwe wooncomplex Nestor aan het Geert Grooteplein voor het eerst zag. ‘De grond was van beton. Ik had nooit kunnen bedenken dat het in Nederland gebruikelijk is dat bewoners zelf nog een vloer moeten leggen.’
Inmiddels woont de Indiase promovenda twee weken in haar nieuwe kamer en heeft ze – met dank aan behulpzame collega’s – een mooie laminaatvloer in haar kamer liggen. Haar kamer oogt opgeruimd en fris. ‘Ik heb de muur geverfd en alle meubels zijn nieuw. Hiervoor woonde ik in een gemeubileerde kamer in het guesthouse van de SSH&. Dat voelde een beetje als een hotel. Nu heb ik eindelijk weer een kamer met mijn eigen spulletjes. Het voelt meer als thuis.’
Voor haar laboratoriumonderzoek bij de afdeling medische oncologie moet Krishnamurthy regelmatig in het ziekenhuis zijn. Daarvoor hoeft ze praktisch alleen maar het Geert Grooteplein over te steken. ‘Dat is heel handig natuurlijk. Zeker omdat ik vaak tot ’s avonds laat bezig ben.’
159 kamers
Krishnamurthy behoort tot de eerste bewoners van SSH&-complex Nestor. De studentenhuisvester is de afgelopen anderhalf jaar druk bezig geweest om het Transitorium, zoals het gebouw eerder bekend stond, om te bouwen tot 159 kamers en appartementen. Oorspronkelijk was het een verpleegstersflat, maar tot 2019 diende het gebouw als kantoor voor ziekenhuispersoneel. Er is isolatie aangebracht en op het dak liggen nu zonnepanelen.
Sinds twee weken krijgen kleine groepjes bewoners gefaseerd hun sleutel, om te voorkomen dat ze allemaal tegelijkertijd hun dozen naar binnen sjouwen. Niet handig in tijden van corona, en bovendien zijn er maar een beperkt aantal parkeerplekken beschikbaar voor de deur.
Verfgeur
Vorige week maandag was het de beurt aan Saskia de Wit (23). Net als Krishnamurthy moest zij nog een vloer leggen en de muren sauzen. De verfgeur heeft haar kamer nog niet verlaten. Uit het plafond hangen nog elektriciteitsdraden waar de verlichting moet komen te hangen.
‘Ik heb alles voor mezelf nu – hoef geen wc of douche meer te delen. Dat wilde ik graag. Ik ben er wel klaar mee om in andermans zooi te zitten.’ De Wit woonde hiervoor in Westerhelling, een oud klooster aan de Sophiaweg dat ook verhuurd wordt door de SSH&. ‘Je merkt dat dit beter geïsoleerd is. Er komt minder kou door de ramen. Alles is nieuw en ik heb nu meer ruimte.’
De student Computing Science volgt haar onderwijs volledig online. Toch loopt ze af en toe naar het Huygensgebouw om daar te studeren. ‘Je kunt gewoon nog een pc reserveren in de bibliotheek. Dat vind ik wel fijn, anders zit ik de hele dag alleen maar op mijn kamer.’
Een ander voordeel van het wonen op de campus ten opzichte van haar oude plek in het heuvelige bos van Nijmegen-Oost: ze hoeft geen bult meer op te trappen. ‘Vanaf Westerhelling was ik altijd heel snel op de universiteit, maar terug was een heel ander verhaal.’
Student schreef op 16 maart 2021 om 08:50
Leuk hoor, van de SSHN, maar ze hebben hopelijk zelf ook door dat ze zo’n 5 jaar achterlopen op de vraag naar kamers? In Duitsland is het wat dat betreft op veel universiteiten een stuk beter geregeld: daar kun je vaak gewoon standaard een degelijke kamer krijgen, ook nog eens op de campus of in een complex dicht bij de campus.
Student 2 schreef op 16 maart 2021 om 15:59
Verrassing.. Een reactie over het kamer/woningtekort bij een artikel over SSH&. Zal eens niet joh.