Historica over het oorlogsarchief dat tóch niet helemaal openging: ‘Mensen gaan daar geen makkelijke antwoorden vinden’

24 jan 2025

Op 1 januari zou het grootste oorlogsarchief van Nederland openbaar en doorzoekbaar worden. Dat dit niet doorging, is frustrerend voor historici zoals Jan Julia Zurné. Ze kijkt met verbazing naar de discussie die losbarstte rondom het archief. ‘Mensen willen nog steeds weten: wie was goed en fout?’

Na de Tweede Wereldoorlog werden honderdduizenden Nederlanders verdacht van samenwerking met de Duitse bezetter. Veel van die vermeende collaborateurs kwamen voor een rechter. In het Nationaal Archief in Den Haag zijn de gerechtelijke dossiers van 425.000 personen samengebracht. Het gaat om 3,8 kilometer papier, 30 miljoen pagina’s.

Het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), zoals dit archief heet, zou op 1 januari openbaar worden. Zou, want in november vorig jaar waarschuwde de Autoriteit Persoonsgegevens dat de privacy van mogelijk nog levende personen die voorkomen in het archief in gevaar zou zijn.

‘Wat ontbreekt is het historische besef hoe dit berechtingsproces is verlopen’

Achter de schermen was bovendien al gestart aan het digitaliseren van de dossiers. Zo zouden mensen vanaf 1 januari vanuit huis door het archief kunnen zoeken. Ook daar ging voorlopig een streep doorheen.

Dat is vervelend voor nabestaanden van familieleden die antwoorden hopen te vinden op vragen als: wat heeft mijn opa precies gedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog? Of: wie heeft mijn ouders verraden?

Jan Julia Zurné. Foto: RU

Maar evengoed is dit slecht nieuws voor wetenschappers die graag met het archief aan de slag willen, zegt historica Jan Julia Zurné van de Radboud Universiteit. Zurné deed in het verleden al onderzoek in het CABR en een vergelijkbaar archief in België. Als ze stukken wilde bekijken, moest ze – net als familieonderzoekers – eerst uitvinden óf er überhaupt een dossier was van een persoon. Kreeg ze vervolgens toestemming om dat te bekijken, dan bleef de toegang beperkt tot dat ene dossier.

‘Op het moment dat al die documenten gedigitaliseerd en doorzoekbaar zijn, kun je als wetenschapper andere, bredere vragen gaan stellen en patronen gaan onderzoeken’, legt ze uit. ‘Je kunt bijvoorbeeld onderzoek doen naar het profiel van de verdachten die voor de rechter moesten komen: waren dat vooral mannen, mensen van een bepaalde klasse of leeftijd? Of: wat werd er gezegd tijdens de verhoren – op welke manier probeerden verdachten zich vrij te pleiten?’

Dat soort vragen is nu nog moeilijk te beantwoorden. Wel heeft de projectgroep achter het archief de namen online gezet van mensen die erin voorkomen. Die lijst is met een paar muisklikken te doorzoeken. De onderliggende documenten zijn echter nog niet online te bekijken.

‘Is de samenleving wel klaar voor de complexiteit van dit archief?’

Daar kwam veel kritiek op de laatste weken; ook personen die ogenschijnlijk niks met  collaboratie van doen hadden, of juist slachtoffer waren van de nazi’s, kwamen naar boven in de resultaten. Het Nationaal Archief verwijderde daarop al tienduizenden namen uit de lijst.

Hoe kijk jij daarnaar?

Zurné: ‘Zodra iemand op de lijst staat, krijgt die persoon nu het stempel fout; vanuit die gedachte snap ik wel dat nabestaanden bang zijn voor reacties. Maar die redenatie klopt niet. Het CABR is een archief met honderdduizenden namen, dat niet perfect is. Daar zitten namen in van mensen naar wie nooit onderzoek is gedaan of die alleen als getuige hebben opgetreden. Wat ontbreekt is het historische besef hoe het berechtingsproces na de Tweede Wereldoorlog is verlopen. Dat was een gigantische operatie waarin honderdduizenden mensen administratieve sporen hebben achtergelaten. Het idee dat de namenlijst van het CABR een lijst zou zijn van collaborateurs, is onjuist.’

Volgens critici had de lijst met namen nooit gepubliceerd mogen worden zonder dat mensen de dossiers konden bekijken. Was het niet beter geweest de pauzeknop in te drukken en de publicatie uit te stellen?

‘Het alternatief was: helemaal geen toegang, dus ook niet tot de namenlijst. Dan was de teleurstelling onder nabestaanden en onderzoekers misschien nog groter geweest.’

‘Hoe dan ook gaan mensen geen simpele antwoorden vinden in dit archief – ook niet wanneer het volledig digitaal doorzoekbaar is. Als mensen nu al boos zijn over de namenlijst, vraag ik me af: is de samenleving wel klaar voor de complexiteit van dit archief? Daarin staat niet zwart-op-wit: dit is er gebeurd en deze persoon was fout. Het is namelijk het archief van gerechtelijke procedures. Er staat ook tegenstrijdige informatie in. Hoe die informatie tot stand is gekomen, is cruciaal. Wie schrijft dit? En waarom? Historici noemen dat bronnenkritiek.’

Het CABR, zoals het ooit was ondergebracht bij Justitie, fotograaf onbekend. Foto: Nationaal Archief

‘Veel nabestaanden zijn bijvoorbeeld op zoek naar informatie die vertelt waarom hun familie lid werd van de NSB. Was het uit opportunisme of overtuiging? Probleem is dat je op zulke vragen geen antwoord gaat vinden. De verklaring die iemand daarover destijds heeft afgelegd is gedaan in het kader van de berechting; veel mensen zullen geprobeerd hebben zichzelf na de oorlog in een gunstig daglicht te stellen. Hetzelfde geldt voor de getuigenissen van mensen uit de omgeving van verdachten.’

‘Je kunt je afvragen wat het voor nabestaanden betekent als zij “bewijs” vinden voor de beweegredenen van hun familie om zich aan te sluiten bij de nationaalsocialisten. En wat doet het met de nabestaanden van de slachtoffers? Wat betekent het voor jou als er bewijs is voor wie jouw familielid heeft verraden? De antwoorden op dit soort kwesties liggen niet in dit archief. Die zijn heel persoonlijk.’

‘Het kan heel goed zijn dat iemand bijvoorbeeld bij de NSB zat, maar vervolgens dingen deed die niet bij ons clichébeeld van een nazi passen. Dat die persoon een oogje dichtkneep om een ander te sparen. Wij vinden dat vreemd omdat we redeneren vanuit ons onderbuikgevoel over wat een NSB’er was. En dan zijn we vervolgens verbaasd als blijkt dat die persoon iets heeft gedaan wat niet strookt met dat beeld. Juist om weg te blijven van dit soort redeneringen is wetenschappelijk onderzoek nodig. Het helpt om zicht te krijgen op de nuance van de werkelijkheid.’

Je suggereerde net: de samenleving is nog niet klaar voor dit archief. Wat bedoel je daar precies mee?

‘De kloof tussen wetenschap en maatschappij is op dit vlak al veertig jaar groot. De vraag over wie goed en fout was, daar houden wetenschappers zich al heel lang niet meer mee bezig, maar het is nog wel een vraag die vanuit de maatschappij komt. We zijn in een goed-fout-echokamer terechtgekomen zonder dat we precies weten waar we het over hebben, omdat het archief nog niet open is.’

Welke vragen zouden mensen dan moeten stellen?

‘Ze kunnen inspiratie putten uit de aanpak van historici. Historici passen hun vraag steeds aan, pakken er andere bronnen bij, staan stil bij de maker van een bron en de context waarin die is gemaakt. Dat zijn allemaal vrij afstandelijke vragen, maar deze helpen wel om verder te komen. En vervolgens kan je je natuurlijk nog steeds afvragen: wat vind ik hier persoonlijk van? ’

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!