Om generaties gehoorzame burgers te 'kweken', richtte de Nederlandse koloniale machthebber zich al snel op kinderen. Drie Radboud-historici wonnen met hun onderzoek naar heropvoeding de Radboud Science Award, en maken er een lespakket voor basisschoolkinderen van. 'We gaan het niet versimpelen.'
Toen er deze zomer in Canada bij verschillende oude koloniale ‘heropvoedingsscholen’ zo’n 1300 geheime kindergraven werden ontdekt, was de schok groot. Ook in Nederland.
‘Maar wat mij opviel’, zegt historica Marleen Reichgelt, ‘was dat niemand de vraag stelde: hoe zit dat eigenlijk hier?’ Nederland had óók genoeg koloniën, wil ze daarmee zeggen. En ook in Suriname bijvoorbeeld, stichtten Nederlandse kolonisten internaten. Daarin werden kinderen ondergebracht, ver weg van hun ouders en hun gemeenschappen.
‘Niet dat we willen zeggen dat er in Nederlands-Indië en Suriname ook massagraven aangetroffen zullen worden’, zegt Reichgelt. Maar het feit dat een vraag erover in het publieke debat niet eens wordt gesteld, zegt volgens haar veel. Marit Monteiro, Maaike Derksen en Marleen Reichgelt, alle drie van het Radboud Institute for Culture and History (RICH), doen onderzoek naar zogeheten ‘beschavingsoffensieven’ op kinderen in voormalige Nederlands-Indië.
Ze kijken hoe die beschavingsoffensieven plaatsvonden, bestuderen de omvang ervan en houden daarbij rekening met de verschillen binnen het koloniale gebied. Want alleen al binnen voormalig Nederlands-Indië waren meer dan 150 verschillende etnische groepen, met eigen talen en culturen.
Intieme levenssfeer
Vandaag ontvangen de historici voor hun onderzoek de Radboud Science Award. Jaarlijks worden drie van deze prijzen uitgereikt aan onderzoeksprojecten van de Radboud Universiteit. De winnaars mogen, samen met onderwijsexperts, een lespakket over hun project voor zevende- en achtstegroepers ontwikkelen.
‘Veel koloniale interventies richtten zich helemaal niet alleen op de ‘grote mannengeschiedenis’, de politiek of economie, zoals lange tijd werd gedacht’, zegt Reichgelt via Zoom, Derksen naast haar. ‘Ze richtten zich ook op het huishouden, op onderwijs en het bevorderen van westerse samenlevingsvormen als het huwelijk en het kerngezin. Koloniale machthebbers streefden er vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw naar om juist de intieme levenssfeer van mensen te ‘beschaven’, naar Westerse normen.’
En kinderen, díe waren al snel een belangrijk target, leggen de historici uit. Kinderen kon je tot gehoorzame onderdanen van het koloniale rijk kneden. Door aan die kinderen westers onderwijs te geven, te leren wat ‘hard werken’ is, zodat zij later een christelijk gezin zouden stichten. En zo kweek je generaties gehoorzame burgers. Reichgelt: ‘Ofwel koloniale onderdanen.’ Over dat onderwerp is internationaal door historici veel gezegd en geschreven. Maar níet in Nederland, aldus Reichgelt en Derksen.
Waarom niet?
Derksen: ‘Da’s een heel belangrijke vraag. We hebben wel ideeën. Waar je bent opgeleid maakt bijvoorbeeld uit. Aan de universiteit Leiden wordt nog heel traditioneel naar koloniale geschiedenis gekeken. Maar het antwoord hebben we niet. Het zou een heel leuk onderzoek zijn.’
Reichgelt: ‘Het lijkt nog een blinde vlek te zijn. De stelling in ons onderzoek is: ook in Nederlandse koloniën waren veel interventies gericht op kinderlevens. Als we maar met die kinderen beginnen, kunnen we echte verandering bewerkstelligen. Dat zien we ook in de bronnen. Het denken dat erachter schuilt is dat die kinderen een onbeschreven blad waren, en nog geen connectie hadden gevormd.’
‘Nederland blijft achter in onderzoek naar child separation‘
Derksen: ‘In Engeland en de Verenigde Staten wordt veel onderzoek gedaan naar die child separation praktijken. Maar Nederland blijft erin achter. Wij proberen daar met ons project verandering in te brengen.’
Nederland lijkt vaker moeite te hebben met het eigen koloniale verleden, het slavernijverleden is ook lang niet aangekaart. Merken jullie wat van die gevoeligheid?
Reichgelt: ‘Slavernij keuren we nu af, daar is iedereen het wel over eens. Ons onderzoek naar interventies in kinderlevens laat allerlei lagen zien waarin oprechte liefdadigheid vermengd raakte met invasieve vormen van opvoeding en onderwijs. Dat is het grote pijnpunt in ons onderzoek, dat ook aan bijvoorbeeld de adoptiediscussie raakt. Moderne interlandelijke adoptie – die nu is stilgelegd in Nederland – heeft koloniale wortels. Die zitten in dat Westerse superioriteitsdenken. Wij weten wat goed voor die kinderen is. Maar iets dat voor een individueel kind goed kan zijn, kan verwoestende gevolgen hebben op grote schaal en langere termijn, als generaties kinderen met goede bedoelingen weggehaald worden bij hun ouders om in westerse landen te worden geadopteerd.’
Derksen: ‘Die goede bedoelingen maken het lastig om over te praten. Dat maakt het onderwerp precair en complex. En nuances zijn belangrijk.’
Kun je voorbeelden noemen van die goede bedoelingen?
Reichgelt: ‘Een voorbeeld is wat er gebeurde in het Nederlandse Zuid Nieuw-Guinea. Daar woonden de Marind-Anim. Die voerden strijd met een andere bevolkingsgroep over een koloniale grens tussen Nederland en Engeland.’
Derksen: ‘Nederlandse onderdanen die Engelse onderdanen aanvielen, dat kon niet.’
Reichgelt: ‘Dus moesten we hen gaan “beschaven”.’
Derksen: ‘Dat lukte voor geen meter in het begin. Toen is gezegd: we moeten die kinderen weghalen. Het is een verdorven omgeving. Dus werden zij 1000 kilometer verderop in katholieke instituten in de Molukken heropgevoed.’
Reichgelt: ‘Daarna werden zij weer teruggehaald om nieuwe dorpen te stichten en in gezinshuizen te gaan wonen. Een totale breuk met de leefstijl van hun ouders. De Marind-Anim hadden eigen klederdracht, maar moesten andere klederdracht dragen, een andere taal leren, hun haar afknippen. Lichaamsversieringen verwijderen. Alle klassieke voorbeelden.’
Zijn er nu nog mensen die zeggen, het was toch goed bedoeld?
Samen: ‘Ja.’
Reichgelt: ‘Het idee was echt wel dat deze kinderen opgroeiden in culturen die gedoemd waren uit te sterven.’
Derksen: ‘En: we moeten ze redden.’
En dat werkt nu nog door, zeggen jullie.
Derksen: ‘Ja, denk aan alle ontwikkelingsprojecten gericht op onderwijs aan kinderen in Afrika, Zuid-Amerika, Azië. Dat onderwijs moet wel volgens westers model zijn.’
Wat voor impact had die heropvoeding op kinderen zelf?
Derksen: ‘Een deel van ons project is gericht op het reconstrueren van levenslopen van kinderen. Sommigen kregen een goede baan en een gezin en beklommen de koloniale maatschappelijke ladder. Andere verdwijnen uit beeld. Ik sprak mensen die tussen 1930 en 1950 in weeshuizen of andere heropvoedingsinstellingen hebben gezeten. De een vond het daar verschrikkelijk. De ander koestert die tijd. Die zegt: ik had misschien geen moeder meer, maar de zusters en andere kinderen waren als familie. Die verhalen verschillen dus heel erg. Zowel binnen weeshuizen als tussen instellingen.’
Jullie mogen jullie onderzoek nu aan basisschoolleerlingen gaan uitleggen. Hoe breng je zoiets complex over op kinderen?
Derksen: ‘Veel basisschoolleerlingen associëren kolonisatie nog met de VOC, specerijen, enzovoort. Op het Jeugdjournaal hoor je hier niks over. Het onderwerp wordt misschien als te complex gezien.’
‘Op het Jeugdjournaal hoor je niets over kolonisatie’
Reichgelt: ‘Wij brengen het zo: hoe was het leven als kind in Nederlands-Indië? Hoe was het als christelijke jongen en hoe als Moluks meisje? Er zijn namelijk veel foto’s, tijdschriften en brieven waar kinderen in voorkomen. Zo laten we zien hoe het koloniale beleid gericht was op het ‘kweken’ van nieuwe generaties naar westerse normen en waarden, maar ook hoe dit beleid in de praktijk uitpakte. Ons onderzoek de klas inbrengen is voor ons ook het historische ambacht de klas inbrengen. Vragen stellen, bronnen onderzoeken, informatie uit die bronnen contextualiseren.
Derksen: ‘We laten de kinderen zelf onderzoek doen en daarna praten we erover.’
Reichgelt: ‘We proberen ook uit te leggen dat het koloniale idee doorwerkt. Op veel basisscholen staan nog steeds collectebusjes voor kinderen in andere landen. Dat maakt het meteen ingewikkeld. Want dan krijg je die goede bedoelingen weer.’
Dat lijkt me heel lastig aan kinderen uit te leggen.
Derksen: ‘Ik denk als je tegen kinderen zegt: stel je voor dat er een school in Rusland is die kleding gaat inzamelen voor jullie, zou je daar dan blij mee zijn? Als je ze materiaal geeft om alles in context te plaatsen en kritische maar open vragen stelt, dan kom je best een eind.’
Reichgelt: ‘Geen lecture. Dat werkt niet.’ Lachend. ‘En het is heel koloniaal.’
Jullie hebben al aangegeven dat jullie niet op de hurken willen gaan zitten bij de kinderen.
Reichgelt: ‘We zullen niet schuwen moeilijke termen te gebruiken als child separation of superioriteit.’
Derksen: ‘Misschien snappen ze het niet meteen, maar dan hebben ze het wél gehoord. Het onderwerp is complex. We gaan het niet simpeler maken dan het is.’
Uitreiking
De Radboud Science Awards en het opvolgende traject waarbij onderzoekers hun onderzoek vertalen naar het basisonderwijs wordt georganiseerd door het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit (WKRU). De awards worden op woensdag 22 september uitgereikt door rector Han van Krieken.