Hoe de kunstenaar de dokter beter maakt
Word je een betere arts als je samenwerkt met kunstenaars? De universiteit en het ziekenhuis denken van wel. Geneeskundestudenten kunnen het keuzevak ‘De kunst van kijken en zien voor de medische professie’ volgen. Ze gebruiken niet alleen hun ogen, maar ook bijvoorbeeld houtskool om zelf een naaktmodel te tekenen. In mei gaat de derde editie van start.
Het klinkt zo logisch: patiënt komt spreekkamer binnen, dokter observeert patiënt tot in detail. Toch gaat het niet altijd zo. Gerben Lassche is met ingang van april basisarts. Het zal heus voorgekomen zijn, bekent hij, dat hij patiënten met bijvoorbeeld buikklachten op zijn onderzoekstafel heeft gehad, zonder dat hij op hun huid lette. En dat terwijl je aan de huid zoveel kunt aflezen. Blauwe plekken kunnen duiden op een auto-immuunziekte, om maar iets te noemen.
Het zal de jonge arts nu niet meer gebeuren. In het laatste jaar van zijn opleiding geneeskunde volgde hij het vak ‘De kunst van kijken en zien voor de medische professie’. Een van de dingen die hij leerde: kijken. En dan écht kijken. Lassche: ‘Als een kunstenaar naar een schilderij kijkt, kan hij niet veel meer doen dan observeren. Zijn de anatomische verhoudingen juist? De schaduwen? Klopt het perspectief? Wij medici hebben een heel scala aan technieken dat we kunnen inzetten.’ Een dokter kan, behalve observeren, luisteren naar de patiënt en overgaan tot inwendig onderzoek. De vraag is: past de arts al die mogelijkheden ook toe?
Geen studiepunten
Het Radboudumc is het eerste academische ziekenhuis in Nederland dat het keuzevak – in samenwerking met kunstenaars – heeft geïntroduceerd. Zeven zaterdagen achter elkaar, een vrijwillige module die geen studiepunten oplevert. Zo’n zestig artsen in spe hebben de afgelopen twee jaar meegedaan en deze winter is het vak geëvalueerd. De conclusie: doorgaan (zie kader onderaan). Eind mei start een derde cyclus voor geneeskundestudenten.
‘Het was helemaal nieuw en ik dacht: hier kan ik iets aan hebben’
Het concept van kijken naar kunst komt uit Amerika. Op Amerikaanse universiteiten is het al niet meer bijzonder dat geneeskundestudenten met een historicus naar het museum gaan om kunst te kijken. In de Verenigde Staten volgen zelfs politieagenten zulke museumlessen. Het idee: door op de details in de kunst te letten, kun je ook op een plaats delict beter observeren.
Automatisme
Lassche deed in 2017 mee aan de tweede editie van het vak. Hij meldde zich aan omdat hij zijn horizon wilde verbreden, vertelt hij bij een foto-expositie van de cursus in het Radboudumc. ‘Ik kom normaal gesproken totaal niet met kunst in aanraking. Het was helemaal nieuw en ik dacht: hier kan ik iets aan hebben. De namen van de kunstenaars die ons les zouden geven, kende ik niet eens.’
Een van de eerste opdrachten die Lassche van de kunstenaars Hans Aarsman en Roy Villevoye kreeg, was: in een museum tien minuten naar een schilderij kijken en dan ‘blind’ opsommen wat je hebt gezien. Opmerkelijke uitkomst: iedereen ziet iets anders. Niet alle dokters hebben oog voor dezelfde details.
Bij een opdracht op een volgende zaterdag moesten de studenten een bekende ruimte in gedachten nemen – hun studentenkamer of de kinderkamer thuis – en die uit het hoofd op papier zetten. ‘Wat we niet konden tekenen, mochten we beschrijven’, vertelt hij. Bij deze opdracht was kunstenaar Jan Rothuizen de ingehuurde docent. Hij is bekend van zijn pentekeningen van steden en ruimtes. Zijn illustraties gaan altijd gepaard met uitlegtekstjes.
‘Belemmer jezelf niet’
Wat wilde hij de studenten bijbrengen aan de hand van deze opdracht? ‘Belemmer jezelf niet’, zegt Rothuizen aan de telefoon vanuit Amsterdam. ‘Dat is het inzicht dat ik ze wilde geven. We zijn geneigd te denken in categorieën. Als je naar een schilderij kijkt, doe je dat op een bepaalde manier. Je bent gepreoccupeerd met hoe je je aandacht verdeelt. Nu vroeg ik de studenten juist: voeg aan de feitelijkheden ook subjectieve dingen toe.’
Teken wat je niet kunt beschrijven, beschrijf wat je niet kunt tekenen. Met die opdracht aan geneeskundestudenten hoopte Rothuizen een automatisme te doorbreken. ‘Het automatisme is dat je al iets invult. Meestal als je dit en dit ziet, is de uitkomst dat en dat. Artsen hebben maar weinig tijd en moeten presteren. Ik begrijp dat het dan zo gaat.
Tijdgebrek
Gerben Lassche vond het een leerzame opdracht. Sommige aandoeningen laten zich moeilijk beschrijven, zoals huidafwijkingen. Dan is het zinvol gebruik te maken van foto’s. Maar het kan ook andersom zijn. Foto’s van een bepaald ziektebeeld werken niet, probeer het dan zo goed mogelijk in woorden te vatten. De combinatie is het geheim.
Natuurlijk herkent hij het tijdgebrek bij artsen. Voor een consult staan vaak maar een paar minuten. ‘Maar terwijl je met een patiënt aan het praten bent, kun je ook kijken. Ik ben dat meer gaan doen. Ik let ook op de ogen, daar kun je veel in zien. Het heeft bovendien de functie van contact maken. Dat kost geen extra tijd. Als je in de spreekkamer achter je computer gedoken zit, zie je de emoties bij je patiënten niet.’
‘Als je achter je computer gedoken zit, zie je de emoties bij je patiënten niet’
Sinds de cursus is hij zich bewuster van hoe hij als dokter werkt. Nog een aparte opdracht die hem een nieuw inzicht verschafte: de studenten moesten naaktmodellen tekenen. Op de eerste verdieping van het ziekenhuis wijst hij naar de houtskoolschetsen die de studenten hebben gemaakt en die nu zijn geëxposeerd. Waar de een van bovenaf meteen gedetailleerd begon te priegelen, zette de ander eerst de grote lijnen op papier.
‘Halverwege moesten we onze tekeningen overdragen aan een andere student. Die moest het afmaken. Dat stuitte op veel weerstand. Gek, want we vinden het bij een patiënt heel normaal dat we hem op een bepaald moment overdragen aan een andere arts. Ik had daar nooit zo bij stilgestaan.’
Ook voor de kunstenaars was de uitwisseling leerzaam, zegt Jan Rothuizen. ‘Ik denk dat we dit veel vaker zouden moeten doen, met allerlei beroepsgroepen. Elkaar anders laten kijken. Ik zou ook kunnen leren van een journalist. Die inzichten heb ik weer nodig voor mijn eigen werk.’
Derde editie, mét patiënten
Let Geerling is hoofd van het beeldende-kunstprogramma van ziekenhuis en universiteit. Zij las een aantal jaren geleden een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde over positieve ervaringen met kunstobservatie in medische curricula. Aan Amerikaanse universiteiten deden ze dat al. ‘Dat inspireerde mij om in Nijmegen iets soortgelijks op te zetten’, vertelt ze. Geerling trok samen op met oogarts Jan Keunen, en onderwijsonderzoeker Jur Koksma kwam met een plan.
Geerling vertelt dat Nijmegen een stap verder gaat. ‘Hier kijken we niet alleen naar kunst, maar werken we ook samen met kunstenaars. Zij ontdekken op hun beurt nieuwe dingen door het werken met studenten. Een voorbeeld is de expositie die Rob Johannesma sinds januari heeft in het Radboudumc. De masterclass heeft geleid tot nieuw werk.’
Afgelopen winter is het vak intern geëvalueerd. Een van de belangrijkste conclusies is volgens Geerling dat het vak positief beoordeeld wordt omdat er geen studiepunten mee te verdienen vallen. ‘Bij anders leren kijken gaat het niet om goed of fout, je kunt daarom niet beoordelen of een student het goed of slecht heeft gedaan.’
Geerling vindt het belangrijk dat het vak elk jaar anders wordt ingericht. Er mag niets voorspelbaars in zitten. ‘De kunst van kijken en zien voor de medische professie’ leidde de afgelopen twee jaar tot behoorlijk wat media-aandacht. Voor Geerling is de meest bijzondere publicatie die in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, waaraan ze zelf meeschreef. ‘Wetenschappelijk bewijs dat je door het kijken naar kunst een betere dokter wordt, hebben we nog niet, maar toch mochten we dit stuk publiceren. Dat is nogal wat.’ Overigens wordt aan dat wetenschappelijk bewijs gewerkt: een onderzoeker heeft zich erop gestort.
Aan de derde editie van het programma, die eind mei van start gaan, doen ook patiënten en verpleegkundigen mee.
Dit artikel verscheen eerder in Radboud Magazine.
Babette Degraeve schreef op 24 oktober 2018 om 16:04
Beste,
Mijn naam is Babette Degraeve, beeldend kunstenaar, ik organiseer (en presenteer) voor het ValkhofMuseum het Valkhofkunstcafé. Steeds ben ik op zoek naar toffe en interessante onderwerpen en mensen. Hans Aarsman was laats onze gast.( ook Wieteke van zeil, Kamagurka, Lieve Blanqcuaert etc..)
Mijn vraag : is er een spreker die over bovenstaand een lezing ( 35 minuten) zou willen geven in het Museum (er is een enorm enthousiast publiek van ongeveer 300 man).
Vraag 2 Mogen mensen buiten de universiteit zich ook inschrijven, dan zou ik daar graag aan meewerken?