Hoe een experiment kan bijdragen aan het overwinnen van prikangst
Met een Mindf*ck-achtige truc kunnen bezoekers aan InScience virtueel bloed laten prikken. De deelnemer aan het experiment krijgt de indruk dat er echt een naald in zijn arm wordt gezet. De onderzoekers registeren de reactie, met als uiteindelijk doel: de ergste angst voor een prik wegnemen. Niet onbelangrijk, in tijden van een pandemie.
In het midden van de statige Mariënburgkapel hebben neuroloog Elisabeth Huis in ’t Veld en haar collega’s hun pop-up laboratorium uitgestald. Ik neem plaats achter de laptop, twee camera’s op mij gericht. Promovenda Judita Rudokaite vraagt of ik mijn rechterarm achter de laptop wil plaatsen, zodat ik die zelf niet meer zie. Er gaat ook nog een doek overheen.
De spanning stijgt, want ik weet: ik ben hier voor onderzoek naar prikangst. Dat een naald onderdeel zal zijn van deze show, ligt in de lijn der verwachting. En mijn arm? Die is uit beeld. Ik bereid me zenuwachtig voor op wat komen gaat.
Ondertussen kijk ik naar een ontblote arm op het scherm voor me. Dat is niet mijn arm, constateer ik. Maar dan zie ik een kwastje over de arm glijden. Tegelijkertijd voel ik dat ook. Ik zie dat de vingers op het scherm een voor een worden aangetikt – en wederom voel ik dat. Mijn brein legt al gauw de verbinding tussen wat ik zie en voel. De onbekende arm op het scherm wordt een beetje mijn arm.
En dan is daar het moment suprême. De naald. Ik zie hem verschijnen op het scherm en houd mijn adem in. Waar ik bij de dokter nu even zou wegkijken, dwing ik mezelf naar het scherm te blijven staren. Het topje van de naald verdwijnt in de arm. Het bloed begint te stromen.
Spel
Het is niet illusionist Victor Mids die dit experiment heeft bedacht; het is een variant op de rubberen-handillusie, die al langer door wetenschappers wordt gebruikt. ‘Voor ons is het een manier om dezelfde lichamelijke reacties op te wekken als bij bloeddonatie’, zegt neuroloog Elisabeth Huis in ’t Veld van de Tilburgse universiteit. ‘Bij veel mensen werkt dit heel goed. We hebben weleens huilende mensen aan tafel gehad.’
De data die met het experiment worden verzameld zijn de beelden die van deelnemers worden gemaakt. Eén van de twee camera’s is een warmtecamera, die heel nauwkeurig allerlei lichamelijke reacties in het gezicht registreert. Huis in ’t Veld: ‘Met die beelden maken we een algoritme dat heel vroeg signalen van angst of flauwvalreacties opvangt. Als mensen die signalen zelf voelen opkomen, is het vaak al te laat. Dan vallen ze al flauw.’ Hoe meer mensen meedoen aan hun experiment, hoe beter het algoritme wordt, benadrukt de onderzoeker.
Het algoritme wordt nu al toegepast in AINAR, een prototype van een spel, ontwikkeld door Huis in ’t Veld en collega’s. Spelers krijgen, terwijl ze zichzelf filmen met hun telefoon, informatie over hoe zij zich voelen. ‘Biofeedback noemen we dat. Spelers moeten dan zelf op zoek naar manieren om hun angstsymptomen op een laag niveau te brengen.’ Dat kan bijvoorbeeld al door aan iets leuks te denken, aldus Huis in ’t Veld.
Vaccinaties
Toen Huis in ’t Veld met dit onderzoek naar prikangst begon – ze kreeg er in 2018 een VENI-subsidie voor – hadden nog maar weinig mensen van het coronavirus gehoord. De pandemie, én de bijbehorende vaccinatiecampagne, hebben haar onderzoek extra urgent gemaakt. ‘Een injectie, zoals bij een vaccinatie, wordt over het algemeen als minder eng ervaren dan een bloedafname of -donatie.’ Neemt niet weg dat er een groot deel van de bevolking is die zich wel wil laten vaccineren, maar niet durft.
Om hoeveel mensen het gaat, is moeilijk te zeggen. De schattingen lopen nogal uiteen. Zo zou 20 tot 50 procent van de volwassen bevolking last hebben van prikangst. Uit onderzoek van Huis in ’t Veld bleek dat binnen die groep ongeveer 20 procent zich niet laat vaccineren vanwege prikangst.
‘Ik hoor verhalen dat sommige mensen al bij de GGD-locatie zijn om zich te laten vaccineren, maar onverrichter zake weer naar huis gaan’, zegt Huis in ’t Veld. ‘Het zou heel mooi zijn als we die mensen kunnen helpen.’
Geïnteresseerden kunnen nog tot zondag meedoen aan het experiment in de Mariënburgkapel. Daarvoor is geen kaartje voor InScience nodig. Toegang is gratis.