Hoe presteren studenten zonder eindexamen straks op de universiteit?
Door het afschaffen van het centraal examen zullen dit jaar meer leerlingen slagen. Die voorspelling doet Eddie Denessen, hoogleraar en onderwijskundige. Maar wat betekent dit voor de prestaties van de eerste lichting studenten die in september aan de Radboud Universiteit begint?
Dinsdag gingen de eerste vlaggen uit: sommige scholieren wisten toen al zeker dat ze voor hun eindexamen geslaagd waren. In verband met de coronacrisis had de minister van Onderwijs in samenspraak met de scholen besloten de centrale examens dit jaar niet door te laten gaan. Scholieren die hun schoolexamens al achter de rug hadden en een beetje konden rekenen, wisten dus al of het tijd was voor feest.
Onderwijskundige Eddie Denessen, universitair hoofddocent bij Sociale Wetenschappen en hoogleraar in Leiden, verwacht dat door de maatregel dit jaar meer examenkandidaten zullen slagen. Reden: het centraal examen is structureel moeilijker dan het schoolexamen. Dat heeft ermee te maken dat schoolexamens beter aansluiten bij de stof die de leerlingen in de klas hebben behandeld. ‘Logisch, want de scholen maken het schoolexamen zelf’, aldus Denessen.
Subjectiviteit
Het centraal examen wordt daarentegen landelijk samengesteld en ook de beoordeling gebeurt (deels) door externen, wat betekent dat daar veel minder ruimte is voor subjectiviteit bij het uitdelen van de cijfers.
‘Maar het verschil in cijfers tussen de schoolexamens en de centrale examens is zo klein dat je wel mag vertrouwen op het eindoordeel zoals dat dit jaar wordt gegeven’, vindt de onderwijskundige. ‘Dit is vooral een logistieke ingreep, het is nu vooral belangrijk dat de examenleerlingen dóór kunnen.’
‘Sommigen zullen zich afvragen of ze dat diploma wel echt verdiend hebben’
Middelbare scholen mogen zelf beslissen hoe hun examens eruit zien en wanneer die worden gehouden. Dat verklaart waarom sommige leerlingen de toetsen al achter de rug hebben en anderen nog moeten beginnen. Het afschaffen van het centraal examen scheelt voor veel scholieren ook een boel stress, en dat kan in hun voordeel werken.
Uit het rapport Effecten van sturing op discrepantie tussen de cijfers van het centraal examen en het schoolexamen bij de talen uit 2013 blijkt dat vooral meisjes slechter scoren op het algemeen examen dan op de schooltoets, weet Denessen. ‘Wellicht hebben zij meer last van faalangst dan jongens, maar zeker weten doen we dat niet.’
Onzeker
De vraag is hoe de ‘lichting 2020’ straks gaat scoren op de universiteit. Hoogleraar Paulien Meijer, wetenschappelijk directeur van Radboud Docenten Academie, zegt blij te zijn dat de vwo’ers in elk geval geen kennisachterstand hebben.
‘In de laatste maanden voor het eindexamen krijgen ze nauwelijks nog nieuwe stof, in de klas wordt vooral kennis herhaald ter voorbereiding op het eindexamen.’ In die zin is de timing gunstig, stelt Meijer. Daarnaast vertrouwt ze erop dat scholen er alles aan zullen doen om de scholieren die het schoolexamen nog moeten maken, zo goed mogelijk te begeleiden.
‘Misschien zijn de nieuwe studenten straks wat onzeker als ze op de universiteit beginnen’, zegt ze. ‘Sommigen zullen zich afvragen of ze dat diploma wel echt verdiend hebben, als ze bijvoorbeeld maar net een zes stonden.’
Imagoprobleem
Eddie Denessen merkt op dat leerlingen door het afgeschoten eindexamen wel erg lang weg zullen zijn uit het onderwijsproces. ‘Ze moeten weer een ritme opbouwen.’ Hij is benieuwd hoe dat uitpakt. Minstens even interessanter vindt hij het imagoprobleem waar de lichting 2020 wellicht mee te maken zal krijgen. Stel dat deze nieuwe studenten matig presteren in een cursus, dan kan het voor een docent verleidelijk zijn dat te wijten aan het halfslachtige eindexamen.
Als deze studenten het net zo goed blijken te doen als hun voorgangers, kun je je afvragen waarom een centraal examen überhaupt nodig is. Kan het voor altijd afgeschaft worden? Denessen is daar geen voorstander van. ‘Het centraal eindexamen zorgt ervoor dat diploma’s vergelijkbaar blijven en dat de schoolexamens niet te veel uit elkaar lopen of gemakkelijker worden. Een centrale eindtoets blijft nodig omdat die minder vatbaar is voor een subjectieve beoordeling.’