Hoe het Maria Montessorigebouw de hoogte (of beter gezegd: de breedte) in schoot

24 dec 2020

De campus leek de afgelopen maanden uitgestorven, maar dat was slechts schijn. Bouwvakkers werkten zich een slag in de rondte om het Maria Montessorigebouw, het nieuwe onderkomen van sociale wetenschappen, op tijd te kunnen opleveren.

Het is eind oktober. De waterige herfstzon verlicht het Maria Montessorigebouw, dat oprijst uit de as van de ooit zo geliefde – en gehate – Thomas van Aquinostraat. Over het terrein lopen voorman-timmerman Emiel Voeten, maatvoerder en kwaliteitscontroleur Rick van Deutekom en voorman interieurbouw Dennis Ewalds. Ze hoeven bijna niets meer te doen, het gebouw is deze week opgeleverd.

‘Vroeger fietste ik hierlangs als ik naar school ging’, zegt Voeten terwijl hij wijst naar het pad dat langs het bouwterrein loopt. Nu ziet het er, mede dankzij hem, behoorlijk anders uit. Eerder werkte hij al mee aan de renovatie van het Berchmanianum, nu kan hij ook het Maria Montessorigebouw afvinken. Hij was onder andere verantwoordelijk voor het plaatsen van de betonnen sierelementen die de gevel van het nieuwe gebouw van de Faculteit der Sociale Wetenschappen bedekken.

‘Je wilt het opleveren zoals je dat thuis zou doen, we zijn heel perfectionistisch’

Voeten is vanaf het begin betrokken bij de bouw, Van Deutekom kwam er later bij. Hij nam de maatvoering voor zijn rekening, ook moet hij de kwaliteit van de werkzaamheden controleren. ‘We zijn nu echt met de allerlaatste kleine dingetjes bezig, zoals het plaatsen van deurstoppen. Niet zo spannend dus.’

Tiende milimeter

Tijdens de bouw was er echter geen gebrek aan uitdaging. Van Deutekom wijst daarbij ook naar Ewalds, die in de afgelopen zeven maanden het interieur afwerkte. Voeten werpt hem een meelijdende blik toe: ‘Hij moet het werk van zijn voorgangers rechttrekken’, licht hij toe. Door iedere persoon die aan het gebouw werkt, wordt wel een kleine aanpassing gemaakt, of iets nét anders uitgevoerd dan op papier staat. Het is dan aan Ewalds om die kleine afwijkingen letterlijk recht te trekken, zodat alles er voor het oog perfect uitziet. ‘Dat gaat tot op de tiende millimeter’, aldus Ewalds.

De mannen werken heel precies. Van Deutekom moet er niet aan denken een meetfout te maken: ‘Je wilt het opleveren zoals je dat thuis zou doen, we zijn heel perfectionistisch.’ Voeten en Ewalds beamen dat. ‘Ik kan me dagen druk maken om de kleinste details’, vertelt Ewalds. ‘Dan móét ik een oplossing vinden. Anderen zien die kleine foutjes niet eens, maar ik vind het dan niet goed genoeg.’ En als er geen oplossing is? ‘Dan moet je het loslaten, maar dat valt niet altijd mee.’

Poort

Ze zijn hoe dan ook trots op het eindresultaat. ‘Je kunt wel zeggen dat we echt iets hebben neergezet samen’, zegt Voeten. De mannen voelen zich uiterst betrokken. ‘Vroeg in de ochtend, nog vóór werktijd, zijn we vaak met heel wat oplossingen gekomen.’ Het werk stopt niet bij de poort, wil hij daar maar mee zeggen. Voeten vond het Montessori een heel mooi project om te doen. Daar zijn de anderen het mee eens.

Nu het gebouw opgeleverd is, weten de drie mannen niet of ze elkaar nog zullen tegenkomen. ‘We staan alweer met één voet in onze nieuwe opdrachten’, zegt Van Deutekom. Hij gaat nu in Wageningen aan de slag, ook met een universiteitsgebouw. ‘Ik zal de mensen wel missen’, zegt Voeten. ‘Sommigen ook als kiespijn, trouwens’, voegt hij lachend toe.

Emiel Voeten. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Emiel Voeten, voorman-timmerman

‘Ik plaatste de grote betonnen elementen aan de buitenkant van het gebouw. Ze dienen alleen ter decoratie, maar moeten wel perfect in elkaar passen. Het gebouw bestaat uit twee delen, met daartussen een brug. We hebben eerst de gebouwen bekleed, de brug kwam als laatste. De vraag is dan: vallen de elementen netjes in elkaar? Nou, dat bleek vooral theorie. Maar het is toch gelukt. De elementen klik je in een soort stalen beugels, die hebben wel wat speling, maar dat was niet genoeg. We hebben die beugels moeten laten aanpassen. Daar zie je aan de buitenkant gelukkig niks van. Het was een hele puzzel.’

Rick van Deutekom. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Rick van Deutekom, maatvoerder en kwaliteitscontroleur

‘Ik doe de maatvoering, dat betekent dat ik een soort raster uitteken op het gebouw. Dat doe ik met krijtlijnen. Waar die moeten komen, bepaal ik door middel van de ontwerptekeningen. We plakken een aantal stickers in de omgeving van het bouwterrein, bijvoorbeeld op de gevel van het Spinozagebouw. Die stickers dienen als ijkpunten, die ik voor alle metingen gebruik. Op elke verdieping meet ik alles opnieuw in, want als je verder bouwt op wat er al staat en een muur is bijvoorbeeld niet helemaal recht, dan trekt het zonder die nieuwe metingen steeds verder scheef. Ik vind het fijn dat mijn werk ertoe doet op de bouw. Als mijn maatvoering niet klopt, klopt er niks. Ik houd graag zelf de controle, zodat er één man verantwoordelijk is. Als het dan niet goed is, kun je beter achterhalen waar de fout zit.’

Dennis Ewalds. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Dennis Ewalds, voorman interieurbouw

‘Ik timmer alles af: wanden, balies, trappen. Deze trap (zie foto, red.) hebben we ook helemaal bekleed. Dat was een uitdaging, want een stalen trap is nooit helemaal recht. Wij moeten dat dan ‘recht timmeren’. Ik meet alles op en geef de afmetingen door aan mijn collega, die maakt de onderdelen dan op de zaak op maat. Alles moet perfect op elkaar aansluiten, dus het meten is heel belangrijk. De truc is ervoor te zorgen dat in het begin alles recht zit. Doe je dat niet, dan komt de hele trap verkeerd uit. Met zo’n trap ben je met drie man zeker twee weken bezig. Het is een uitdaging, maar die uitdaging heb ik nodig in mijn werk.’

1 reactie

  1. peter rietbergen schreef op 5 januari 2021 om 11:32

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!