Hoe je studenten (en docenten) motiveert
De student: zuchtend fietst hij ’s morgens naar een verplicht college. Balend dat hij niet langer kon uitslapen, of andere dingen kon doen die hem wél interesseren. De docent: zuchtend rijdt hij ’s morgens naar college. Weer twee uur praten tegen een grote groep ongeïnteresseerden. Soms is de motivatie ver te zoeken. Maar waar gaat het verkeerd? Studenten en docenten gingen hierover gisterenavond in debat. Voordat het debat begint geeft Willibrord Huisman, bioloog en gespecialiseerd in toetsing en beoordeling, een presentatie. Hij laat mini baksteentjes zien die horen bij de moraal van zijn verhaal. Een docent wil dat zijn studenten een boog kunnen bouwen. Hij bereidt daarvoor lesmateriaal voor. De student denkt echter: als ik de toets maar haal. Is de student kortzichtig? ‘Nee’, vindt Huisman, ‘de student is verstandig’. Omgevingsfactoren, zoals geld en studieomgeving spelen een rol bij studeren. En dus kan een zes halen voor sommigen prima zijn. De docent raakt echter gefrustreerd en wil zijn lesmateriaal beter maken. ‘Maar’, legt Huisman uit, ‘daar ligt het probleem niet. De toetsing toetst gewoon niet wat je bereiken wil. En dáár zit de moraal van mijn verhaal.’ Wie motiveert wie eigenlijk? Is de vraag aan het publiek. De collegezaal is voor de helft gevuld. Verschillende studenten willen hierop reageren: De toren komt pas in beeld bij je master. De bachelor duurt veel te lang. Of: De toren bouwen is wel leuk, maar de ramen bouwen vind ik minder. Sommige vakken zijn dus minder boeiend. Huisman: ‘Een vraag die je je moet stellen is: studeer ik omdat ik de studie leuk vind of omdat ik er iets mee wil bereiken?’ Veel studenten in het publiek vinden het belangrijk dat hun studie leuk is.Maar hoe zorg je ervoor dat een studie boeiend is voor studenten? ‘Door interessante colleges te geven’, zegt er een. De stelling ‘zonder inspirerende docenten, geen gemotiveerde studenten’ wordt naar voren gebracht. Frank Leoné, promovendus cognitive neuroscience, is van mening dat je de stelling ook kunt omdraaien. Oók gemotiveerde studenten zorgen voor gemotiveerde docenten. Aanwezigheidsplicht is niet motiverend. Daar is iedereen het stellig over eens. Studenten gaan met tegenzin naar colleges en docenten praten tegen een horde ongeïnteresseerden. Daniël Wigboldus, hoogleraar sociale psychologie en onderwijsdirecteur psychologie, brengt hier tegenin dat verplichten niet met motivatie te maken heeft, maar met het bereiken van een leerdoel. Sommige vakken, zoals gesprekstechnieken oefenen of het snijden in rattenhersenen, kun je nou eenmaal niet thuis doen. ‘Maar’, zegt Loeke Salemans, masterstudent arbeids- en organisatiepsychologie, ‘wat als je snijden in rattenhersenen totaal niet interessant vindt. Moet je dan toch komen? En werkt verplichting dan?’ Een mannelijke student brengt naar voren: ‘Je moet studenten niet bij de hand nemen. Ze moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen om te komen of niet. Dat is een les voor de rest van je leven. Als je later in de stront komt, moet je er ook zelf uitkomen.’ Wigboldus: ‘Maar dan moet je ook voor stront zorgen tijdens een studie. Nu zijn er teveel studies die je kunt halen zonder ook maar het boek te lezen.’ Het debat werd georganiseerd door AKKUraatd, de Landelijke Studentenvakbond en de studieverenigingen Postelein en SPiN. /Soesja Verheijden