Hoe kijken we naar corona in het verkoudheidseizoen? ‘We moeten de samenleving anders inrichten’
Hoe gaan we in de toekomst om met besmettelijke ziektes? Hoogleraar Marianne Boenink zag dat de coronapandemie niet alleen voor gedragsveranderingen heeft gezorgd, maar ook een verandering teweegbracht in onze kijk op ziektes.
Nu het nieuwe seizoen van verkoudheden en de griep weer in aantocht is, wordt overal in de samenleving dezelfde vraag gesteld: komt er ook weer een nieuwe coronagolf? En zo ja: hoe gaan we daar met z’n allen mee om? Het virus is door de opgebouwde immuniteit voor velen al lang niet meer zo gevaarlijk als in het begin van de pandemie. Gaan we corona binnenkort dus als een griepje behandelen? Of de griep als corona?
‘Vroeger vonden we een griepje geen reden om niet naar je werk te gaan’, stelt Marianne Boenink, hoogleraar Ethiek van de Gezondheidszorg aan de Radboud Universiteit. ‘Besmettelijkheid associeerden we met kinderziektes. Dat nam je niet verschrikkelijk serieus. Tegenwoordig zijn we ons er meer van bewust dat we elkaar kunnen besmetten en is het dus ook een stuk gebruikelijker om met klachten thuis te blijven.’
Besmettelijke ziektes
Of we dat blijven doen is uiteraard afwachten, weet ook Boenink. ‘Het zou mooi zijn als we deze inzichten en gedragingen ook gaan toepassen bij andere besmettelijke ziektes. Maar het kan natuurlijk ook goed dat we zaken als thuisblijven bij klachten en het niet schudden van handen gaan zien als maatregelen die specifiek van belang zijn bij corona. Wat als het goed is dan steeds minder relevant wordt.’
Wat volgens Boenink wel zeker is, is dat Covid-19 onze kijk op ziektes flink heeft opgeschud. ‘Vóór de pandemie zagen we een gezondheidsprobleem vaak als iets wat in zekere mate beheersbaar is. Iets wat we meestal – haast mechanisch – wel kunnen oplossen: als er iets mis is in het lijf, dan zoeken we iemand die dat kan repareren.’
‘Vóór de pandemie zagen we een gezondheidsprobleem vaak als iets wat in zekere mate beheersbaar is’
Hoewel deze aanpak bij situaties als een botbreuk prima kan werken, is het te simplistisch om ziektes in het algemeen zo te benaderen, meent Boenink. ‘Als je dat doet, dan pak je het probleem pas aan op het moment dat het zich voordoet. We hebben door het coronavirus allemaal gezien dat dat niet altijd werkt.’
Complexe samenhang
Boenink is blij met dat inzicht. ‘Die complexe samenhang tussen een ziekte, het individuele gedrag en het gedrag van de hele samenleving hebben we nog niet eerder op deze schaal meegemaakt, en is door het coronavirus ineens heel zichtbaar geworden.’ De ethicus is zich ervan bewust dat infectieziektes niet te vergelijken zijn met aandoeningen zoals borstkanker of hart- en vaatziekten, maar volgens haar zou het niet verkeerd zijn om ook bij deze ziekten verder te kijken dan enkel de opties ‘voorkomen’ of ‘genezen’.
‘We moeten ons afvragen hoe we de samenleving anders kunnen inrichten’
Waar dan wel naar moeten kijken? ‘We moeten ons afvragen hoe we een samenleving anders kunnen inrichten, of we met ziektes kunnen leven – en zo ja hoe.’ Volgens Boenink zal dat aankomen op een gedeelde verantwoordelijkheid. ‘Als we vinden dat iedereen moet kunnen deelnemen aan de samenleving, dan zullen we die daar ook op moeten inrichten.’
Hoewel Boenink begrijpt dat iedereen de coronaperiode het liefst zo snel mogelijk achter zich zal willen laten, hoopt ze dat we niet alles direct vergeten: ‘Het is belangrijk om te beseffen dat er een samenhang bestaat tussen je lijf, je gedrag, je omgeving en de inrichting van de samenleving. Maar ook dat we in onze gezondheid – zonder dat we het eerder misschien heel goed merkten – behoorlijk afhankelijk zijn van elkaar.’