Hoe leren getraumatiseerde vluchtelingen een nieuwe taal?

03 mrt 2023

Wetenschapper Mirjam Broersma is één van drie Nijmeegse onderzoekers die vorige week een Vici-onderzoeksbeurs ontvingen. Met de beurs zal ze de komende vijf jaar onderzoek doen naar de impact van trauma op het leren van een nieuwe taal. Ze kijkt daarvoor naar Oekraïense vluchtelingen en Russische migranten in Nederland.

Integratie en participatie zijn enorm belangrijk wanneer je emigreert, vertelt Mirjam Broersma, universitair hoofddocent Taal en communicatie aan de Radboud Universiteit. Een belangrijk onderdeel hiervan is het leren van een nieuwe taal. De onderzoekster vermoedt dat psychologische trauma’s dit kunnen bemoeilijken.

Mirjam Broersma.

Met de Vici-beurs van wetenschapsfinancier NWO kan Broersma de komende vijf jaar onderzoek doen naar de invloed van trauma’s op het leren van een nieuwe taal. De onderzoekster hoopt dat ze na het onderzoek aanbevelingen kan doen aan leerkrachten die lesgeven aan getraumatiseerde leerlingen.

U gaat onderzoeken hoe trauma, taalverwerving en sociale interactie met elkaar verbonden zijn. Waarom vermoedt u dat er een link is tussen die drie begrippen?

‘In principe is alles moeilijker wanneer je getraumatiseerd bent, het leren van een taal zal daar geen uitzondering op zijn. Het is bekend dat trauma een negatieve impact heeft op het zogeheten “declaratief geheugen”. Dat gebruik je bij het onthouden van feiten. Verder kan trauma je sociaal-emotionele vaardigheden flink aantasten. Denk aan het herkennen van de emoties van een ander of aan het verbaal uiten van je eigen emoties.’

‘Taal is een belangrijke factor om deel te nemen aan een samenleving. Andersom leer je een taal sneller en beter als je aan een samenleving deelneemt. Ook heeft participatie een gunstig effect op het verminderen van traumagerelateerde symptomen zoals angst, concentratieproblemen en flashbacks.’

Hoe gaat u te werk?

‘De deelnemers van het onderzoek zijn vluchtelingen uit Oekraïne en migranten uit Rusland die al enige kennis hebben van het Nederlands. Bij deze groepen ga ik de mate van traumasymptomen vergelijken met hun taal- en communicatievaardigheden. Denk aan woordenschat, spraakklanken, zinstructuren of emotieherkenning.’

‘Iedereen gaat anders om met hun trauma’

‘Om te testen hoe goed ze zijn in het leren van compleet nieuwe woorden en klanken, leer ik ze een zelfverzonnen taal waarbij ik ervoor zorg dat de woorden niet lijken op Oekraïense, Russische of Nederlandse woorden.’

Waarom doet u geen onderzoek naar vluchtelingen die net zijn aangekomen en de Nederlandse taal nog niet kennen?

‘Je zou inderdaad een studie kunnen doen met mensen die net zijn aangekomen, en dan een jaar later opnieuw. Het doel van mijn onderzoek is echter om onderscheid te maken tussen de woorden die ze leren bij het onderzoek en al eerder opgedane kennis, in dit geval de beheersing van de Nederlandse taal. Bovendien hebben recent gevluchte mensen andere prioriteiten: je kan gezien de situatie waarin ze zich bevinden niet verwachten dat ze zin hebben om enthousiast mee te doen aan wetenschappelijk onderzoek.’

Maakt het soort trauma dat mensen hebben iets uit voor het leren van een nieuwe taal? Zit er bijvoorbeeld een verschil tussen vluchten voor een oorlog of een natuurramp?

‘Dat is lastig te zeggen. Iedereen gaat anders om met een trauma. Zo kunnen leden van één gezin toch verschillende ervaringen en angsten hebben. We kijken in het onderzoek daarom niet naar wát mensen precies hebben meegemaakt, maar naar hoeveel last zij hebben van traumasymptomen.’

Op dit moment zijn er veel Oekraïners in Nederland, maar we weten niet of dat de komende vijf jaar nog steeds zo zal zijn. Dat is best een onzekere factor voor uw onderzoek. Waarom heeft u toch voor deze onderzoeksgroepen gekozen?

‘Ik heb inderdaad getwijfeld of ik me wel moest richten op vluchtelingen uit deze landen. Het heeft ongeveer een jaar geduurd om het voorstel voor de Vici-beurs te schrijven, en al die tijd was de situatie in Oekraïne onduidelijk. Ik vermoed ook dat de situatie helaas niet snel zal verbeteren.’

‘Die kennis kan heel lang in ons brein blijven hangen zonder dat we daar weet van hebben’

‘Uiteindelijk heb ik de afweging gemaakt om voor Oekraïne en Rusland te kiezen. Het zijn beide Oost-Slavische talen, die allebei het cyrillische schrift gebruiken. Ook zijn de culturen aan elkaar verwant. Dat maakt dat ik met Russische migranten een goede controlegroep heb voor de Oekraïense vluchtelingen. Ook hebben mensen uit zowel Rusland als Oekraïne over het algemeen een hoog niveau van geletterdheid en opleiding, wat het een stuk makkelijker maakt om testen bij hen af te nemen.’

U gaat onder andere het verschil tussen volwassenen en kinderen onderzoeken.

‘Kinderen maken bij het leren van een taal minder gebruik van hun declaratief geheugen dan volwassenen. Dat kan dus een voordeel zijn, aangezien juist dit type geheugen bij trauma’s sterk wordt aangetast. Maar het kan ook zo zijn dat kinderen meer last hebben van een trauma omdat zij nog volop bezig zijn met het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Dat zullen we moeten onderzoeken.’

Wat hoopt u met dit onderzoek te bereiken?

‘Uiteindelijk hoop ik dat we beter kunnen begrijpen hoe taal, cognitieve vaardigheden en integratie met elkaar samenhangen en op welke manier trauma indirect impact kan hebben op iemands leven. Veel getraumatiseerde leerlingen hebben namelijk concentratieproblemen en vinden het daardoor lastig om bij te blijven in de klas. Dat vergt een andere aanpak in het onderwijs, maar op dit moment hebben leerkrachten weinig handvatten. Ik hoop dat mijn onderzoek kan bijdragen aan een betere integratie van vluchtelingen en migranten in Nederland.’

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!