Hoe liep het af (1): de vluchteling van de nieuwjaarsrede
2016 loopt ten einde. In een terugblikserie stelt Vox de vraag: hoe liep het af? Deel 1: Wael Eshack, die tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst vertelde over het leven in Heumensoord.
Toen Gerard Meijer de nieuwjaarsrede uitsprak in januari, verbleven drieduizend vluchtelingen in Heumensoord. Eén van hen was Wael Eshack (33) uit Syrië. Hij vertelde tijdens de bijeenkomst in de Aula over zijn reis naar Nederland, het leven in Heumensoord en de dankbaarheid die hij voelde voor de Nijmegenaren.
Hoe gaat het nu met u?
‘Mijn leven is nog altijd een beetje hetzelfde en bestaat uit veel wachten. Ik sta op de wachtlijst voor een huis. Daarnaast heb ik twee weken geleden een bevestiging gekregen dat mijn vrouw naar Nederland mag komen. Zij heeft alleen nog niks van de Nederlandse ambassade in Beiroet gehoord over haar visum: zolang dat niet het geval is kan ze niet naar Nederland vliegen. Ik heb haar nu zestien maanden niet gezien. Ze woont vlakbij gebied dat in handen is van IS. We skypen vaak.’
Waar woont u nu?
‘Samen met vier andere Syrische mannen woon ik in een boerderij in de buurt van Barendrecht. Niet erg fijn, want het is in de middle of nowhere. Ik sta nog altijd op de wachtlijst voor een huis. Misschien heb ik gewoon veel pech.’
Wat hoopt u in de toekomst te doen in Nederland?
‘In Syrië heb ik jarenlang gewerkt met audio-apparatuur: ik ben een sound engineer. Artiesten komen naar mij toe om hun muziek op te nemen. Dat hoop ik ook in Nederland weer te kunnen doen. Misschien dat ik daar wat certificaten voor ga halen. Maar ik wil vooral werken: ik ben niet een persoon die graag zijn hand ophoudt.’
De speech van Eshack is hier terug te kijken.
Heb je nog contact gehad met de universiteit?
‘In februari heb ik nog een keer geluncht met Martijn Gerritsen (woordvoerder college van bestuur, red.). Ik ben niet iemand die iedereen steeds om hulp vraagt. Dan ben je aan het bedelen en, zoals ik al zei, daar doe ik niet aan.’
Het leven in Heumensoord was moeilijk, zei u in uw speech. Wilt u desondanks terug naar Nijmegen?
‘Dat zou ik erg leuk vinden. Maar ik ben nu inwoner van Barendrecht en moet eerst maar eens zien dat ik hier een huis krijg.’