Hoe moet het extra onderwijsgeld worden besteed? Deze wetenschappers denken mee

12 mrt 2021

8,5 miljard. Dat is het bedrag dat de overheid beschikbaar stelt aan het onderwijs om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Hoe moet dat geld worden besteed? Daarover gaat een groep wetenschappers, die zichzelf het Onderwijs-OMT heeft gedoopt, nadenken. Mét Nijmeegse inbreng.

Drie van de in totaal dertien deelnemers werken aan de Radboud Universiteit. Ze hebben allemaal net een andere expertise. Pedagoge Anna Bosman brengt haar didactische kennis in over ‘wat wel en niet werkt in de klas’, Eddie Denessen doet onderzoek naar kansenongelijkheid in het onderwijs en Inge Molenaar is gespecialiseerd in de inzet van technologie op school.

Effecten verzachten

Wat hen bindt, is de hoop dat het bedrag dat de overheid beschikbaar stelt, het onderwijs écht ten goede komt: van basisschool tot universiteit.

Anna Bosman. Foto: RU

Hoe gaat het Onderwijs-OMT daaraan bijdragen?

Bosman: ‘Daar hebben wij het ook lang over gehad. Men vindt dat onze belangrijkste taak is om mee te denken over het geld dat nu vrijkomt. Daar moeten achterstanden mee worden weggewerkt die het gevolg zijn van de coronacrisis.’

Denessen: ‘Scholen gaan nu allerlei ideeën bedenken om de effecten van de coronacrisis te repareren of te verzachten. Wij willen zoveel mogelijk wetenschappelijke inzichten delen om de keuzes een wetenschappelijke fundering te bieden. Wat zijn goede maatregelen? En wat niet?’

Molenaar: ‘De Nederlandse overheid legt de regie bij het besteden van het geld heel erg bij scholen. Veel landen om ons heen doen dat anders. Hier krijgt het onderwijs nu veel geld, maar weinig richtlijnen hoe dat moet worden besteed. Dat past in onze cultuur – met scholen die onafhankelijk kunnen opereren – maar er wordt wel veel van scholen gevraagd.’

Bosman: ‘Het geld moet binnen twee jaar allemaal worden uitgegeven. Dat levert meteen een belangrijke discussie op. Want het schiet niet op om een vinger in de dijk te steken en die er over twee jaar weer uit te halen. Ik vind dat je beter kunt investeren in professionalisering van leerkrachten.’

‘Naast de coronacrisis hebben scholen ook te maken met structurele problemen’

Denessen: ‘Het klopt dat scholen naast de acute problemen van de coronacrisis ook te maken hebben met structurele problemen. De afgelopen jaren is bijvoorbeeld steeds meer aandacht gekomen voor kansenongelijkheid. Daar zijn scholen al mee bezig. Nieuwe maatregelen om de coronaproblemen op te vangen, fietsen daar nu doorheen.’

Molenaar: ‘Het idee van het Onderwijs-OMT is om een aanvulling te zijn op de bestaande organisaties die de regering en scholen adviseren. Wij willen graag met veel kortere adviezen komen, waar onderwijsprofessionals meteen iets mee kunnen.’

De overheid bepaalt of er bijvoorbeeld fysiek onderwijs mogelijk is en of leerlingen anderhalve meter afstand moeten houden. Wat zeggen jullie daarover?

Denessen: ‘We gaan ons niet met de coronamaatregelen zelf bemoeien. Je hebt gezien wat er met Barbara Baarsma (topeconoom bij Rabobank Amsterdam, red.) gebeurde toen zij zich aansloot bij HerstelNL. Als je je persoonlijke mening over de maatregelen gaat ventileren, dan ben je aangeschoten wild. Wij houden ons als Onderwijs-OMT alleen bezig met het onderwijs.’

Eddie Denessen. Foto: RU

Wat zijn de belangrijkste problemen in het onderwijs die bloot komen te liggen door de coronacrisis?

Denessen: ‘Doordat er veel fysiek onderwijs is geschrapt, zijn er gaten gekomen in de kennis van leerlingen. Delen van het programma hebben ze gemist. Ook zijn de verschillen tussen leerlingen groter geworden, omdat niet iedereen thuis goed kan leren. En dan is er nog een derde punt: de coronamaatregelen hebben allerlei sociaal-emotionele gevolgen. Scholieren konden veel minder met elkaar omgaan en voelen zich mogelijk eenzaam. Het gevoel erbij te horen ontbreekt.’

‘Leerlingen hebben niet alleen een leerachterstand opgelopen, maar ook een leefachterstand’

Molenaar: ‘Leerlingen hebben niet alleen een leerachterstand opgelopen, maar ook een leefachterstand. Dat zie je vooral als leerlingen de stap zetten naar een nieuwe school, zoals brugklasleerlingen. Normaal maken die een enorme sprong: ze bouwen een nieuwe vriendengroep op en leren hoe het er op de middelbare school aan toe gaat. Die ontwikkeling missen ze nu.’

Bosman: ‘Toch zijn er ook genoeg scholen waar kinderen géén achterstanden hebben. Die hebben de switch gemaakt naar digitaal onderwijs en dat goed neergezet. De pijn zit ‘m inderdaad vooral bij de groepen die van het basis- naar het voortgezet onderwijs gaan of van het voortgezet naar het hoger onderwijs.’

Molenaar: ‘Sommige scholen hebben zelfs méér kunnen doen dan normaal. Er zijn prima digitale oefenprogramma’s voor rekenen en taal, bijvoorbeeld die het oefenmateriaal aanpassen aan het niveau van de leerling. Voor andere vakken ligt dat anders, zoals wereldoriëntatie en geschiedenis. Daar is minder van dit soort adaptief digitaal materiaal voorhanden.’

Waar ligt jullie eerste taak als Onderwijs-OMT? Waarover gaan jullie als eerste adviseren?

Molenaar: ‘Ik verwacht dat eerst per school goed onderzoek moet worden gedaan waar de achterstanden liggen. Ook daar kunnen wij al bij helpen. Wij kunnen ze bijvoorbeeld uitleggen hoe ze bepaalde data uit de leerlingvolgsystemen en de cito-scores aan elkaar kunnen koppelen. Daar zijn programma’s voor. Vervolgens kunnen scholen bekijken hoe ze daarop in willen spelen.’

Twee jaar lijkt dan wel erg kort. Het in kaart brengen van de problemen heb je niet volgende week geregeld.

Denessen: ‘Dat klopt. Het is absurd dat scholen zo’n bedrag in zo’n korte tijd moeten opmaken.’

Inge Molenaar. Foto: RU

Molenaar: ‘Je kunt het ook zien als een fantastische kans. Dat geld waar we al jaren om vragen is er opeens. Laten we het goed benutten. Tegelijkertijd kunnen we blijven benadrukken dat er een structureel tekort is.’

Bosman: ‘Als we puur naar de cognitieve achterstanden kijken: die moeten wel heel dramatisch zijn wil je die niet in twee jaar kunnen rechtzetten.’

Maar hoe doe je dat dan? Wat werkt wel en wat niet?

Bosman: ‘Daarover lopen de meningen uiteen. Ook onder wetenschappers. Dat vind ik ook het moeilijke aan dit team. Wij kunnen wel met globale ideeën komen, maar wat moet er nu werkelijk in de klas gebeuren? Zomerscholen (een extra programma met lessen tijdens de zomervakantie, red.) zetten meestal weinig zoden aan de dijk. Maar dat komt doordat ze ’s middags koekjes gaan bakken, want het is toch vakantie? Tja, dat schiet niet op.’

Denessen: ‘Waar wij wel iets over kunnen zeggen: áls je een zomerschool invoert, doe het dan zo en zo. En hetzelfde geldt voor huiswerkbegeleiding en extra krachten voor de klas. Alle maatregelen kunnen werken, maar dan moet je het wel op een effectieve manier aanbieden. In beginsel willen we dat alle leden van het Onderwijs-OMT het eens zijn met de adviezen die wij uitbrengen. Dat kan alleen maar door persoonlijke opvattingen opzij te schuiven en in de literatuur te duiken om te bekijken wat wel en niet werkt.’

Bosman: ‘Maar het is erg ingewikkeld om dat vast te stellen, omdat er in de didactiek maar weinig echt wetenschappelijk bewezen is. Als dat in de geneeskunde al lastig is, laat staan in het onderwijs. Wel hebben we allerlei aanwijzingen. Bijvoorbeeld dat het intensief en individueel begeleiden zijn vruchten afwerpt. We zouden daarom kunnen adviseren: alle kinderen met een achterstand houden we langer op school en krijgen die begeleiding. Maar dan loop je tegen het probleem aan dat daar geen leerkrachten voor zijn. Daar zouden dan commerciële bureaus voor ingeschakeld moeten worden.’

Denessen: ‘Men is als de dood dat het geld dat nu vrijkomt via de scholen bij de bijlesindustrie terechtkomt.’

Bosman: ‘De vraag is of dat erg is. Iemand moet het doen – het onderwijs zelf heeft de mensen niet.’

Molenaar: ‘Een andere maatregel waarover wordt gesproken is om leerlingen een jaar over te laten doen. Ik heb scholen gezien waar het onderwijs tijdens corona echt dramatisch was. Daar werd één keer per week gebeld met de juf en dat was het dan. In sommige gevallen kan het goed zijn om tegen een groep leerlingen te zeggen: haal even adem en begin in september opnieuw. Niemand wordt er gelukkig van om kinderen door een systeem te duwen.’

Tot nu toe hebben jullie het vooral over het basis- en voortgezet onderwijs. Spelen in het hoger onderwijs dezelfde problemen?

Bosman: ‘Sommige van onze studenten hebben nog nooit de campus gezien – dat is toch krankzinnig? Maar op het gebied van kennisverwerving is er geen probleem, hoor. Studenten halen juist betere cijfers.’

‘Mijn studenten hebben nog nooit zo snel scripties afgeleverd’

Molenaar: ‘Mijn studenten hebben nog nooit zo snel scripties afgeleverd. Ze hebben ontzettend veel tijd. Maar ze hebben natuurlijk wel een andere studie-ervaring. Extracurriculaire activiteiten zoals de honoursprogramma’s en Mercator Launch (de organisatie die studenten helpt bij het opzetten van een eigen bedrijf, red.) gaan nog wel door. Het zijn vooral de sociale interactie met elkaar en  feestjes die studenten missen.’

Zitten jullie al om de tafel met de minister in Den Haag?

Molenaar: ‘We hebben geen formele rol en willen onafhankelijk advies kunnen geven, los van wat er op de politieke agenda staat.’

Denessen: ‘Als er waarde wordt gehecht aan onze adviezen, dan zullen we vaker gevraagd en ongevraagd advies blijven geven. We moeten ons inderdaad eerst maar eens bewijzen.’

2 reacties

  1. Henk Termeer schreef op 12 maart 2021 om 14:46

    Zou een eenmalige investering in het bijbouwen of verbouwen van leslokalen niet een verstandige investering kunnen zijn, als voorbereiding op de zo felbegeerde kleinere klassen?

  2. L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 15 maart 2021 om 15:18

    Als je dat geld nou gewoon eens verdeelt over alle leerlingen en studenten …. om naar eigen inzicht in hun toekomst te laten investeren?

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!