Hoe overleeft Kobie van Krieken de kerst? (5)
Schoonfamilie, eten tot je een ons weegt en de hele dag binnen zitten. Het is weer bijna Kerstmis. Hoe deze dagen te overleven? Kobie van Krieken, die eerder deze maand een prijs won voor veelbelovende vrouwelijke promovendi, haalt Chinees.
Kobie van Krieken, promovendus bij communicatie- en informatiewetenschappen, heeft een gloeiende hekel aan de feestdagen. ‘Ze noemen me wel de anti-kerst. Ik ben altijd een blij mens als het weer 2 januari is’, zegt ze in haar kamer op de vierde verdieping van het Erasmusgebouw.
Ze gaat eten bij haar moeder, waarschijnlijk Chinees, ‘van de afhaalchinees’, en dat was het dan. Lichtpuntje tijdens kerst is een nieuw boek dat op haar ligt te wachten: De pont van kwart over zeven, een bundel van de beste verhalen van Gerard van Westerloo, volgens Van Krieken ‘de Godfather van de verhalende journalistiek’, een genre waarin technieken uit de fictie worden ingezet. En laat die verhalende journalistiek nou net haar onderzoeksgebied zijn.
Slachtoffer
Kobie van Krieken is een van de tien Nijmeegse onderzoekers die eerder deze maand een Frye-stipendium kregen. De prijs, een bedrag van 3.500 euro per persoon, is bedoeld voor veelbelovende vrouwelijke promovendi. Van Krieken besteedt het geld aan een trip naar twee Amerikaanse universiteiten waar wetenschappers veel ervaring hebben met taalkundig onderzoek.
Zelf is ze ook al een eind op weg met haar onderzoek. Ze bekeek wanneer journalisten in Nederland voor het eerst gebruik gingen maken van literaire technieken en hoe het genre zich ontwikkelde.
Journalisten gebruiken fictie al heel lang als inspiratiebron, blijkt. ‘Toen kranten massamedia werden, halverwege de negentiende eeuw, en ze elke dag de lezer weer moesten verleiden, begonnen journalisten steeds vaker te schrijven vanuit het perspectief van de betrokkenen. Zeker in misdaadverhalen.’
De laatste jaren bloeit de verhalende journalistiek meer op dan ooit. Er is zelfs een belangengroep: de Stichting Verhalende Journalistiek.
Ooggetuigen
Van Krieken analyseert in haar onderzoek de strategieën die journalisten gebruiken bij verhalen over geweld en misdaad. Bijvoorbeeld bij het beschrijven van de schietpartij in een winkelcentrum in Alphen aan de Rijn in 2011. In de verhalende teksten hierover valt vooral het schrijven vanuit het perspectief van getuigen op. Vaak is ook de plek waar het geweld plaatsvond gedetailleerd beschreven, staan de gebeurtenissen in chronologische volgorde en in de tegenwoordige tijd.
Hoe ervaart de lezer zoiets? Om daarachter te komen liet Van Krieken een groep mensen een traditioneel niet-verhalend nieuwsbericht lezen over de schietpartij in Alphen aan de Rijn en een andere groep een verhalende tekst, geschreven vanuit het perspectief van een paar ooggetuigen.
De resultaten bevestigden wat Van Krieken al vermoedde: lezers van de verhalende tekst hebben meer dan die van het nieuwsbericht het idee dat ze zélf ooggetuigen waren van de schietpartij. / Martine Zuidweg